Verkiezingsstrijd in het Dickenstheater
Het is een traditie van het Dickenstheater in Laren om kort voor een politieke verkiezing de voorstelling ‘Verkiezingskoorts’ uit ‘The Pickwick Papers’ van Charles Dickens uit te voeren.
Deze theatervoorstelling met toverlantaarnplaten vindt plaats op 6 en 13 maart vlak voor de gemeentelijke verkiezingen. De opbrengst van de kaartverkoop wordt gedoneerd aan de Voedselbank Gooi & Omstreken.
Het Dickenstheater, in Victoriaanse stijl, wordt gerund door dramaturge en schrijver Else Flim en Charles Dickens-acteur Aad Kok. Al tien jaar lang maakt het duo met glasplaten en een toverlantaarn voorstellingen met de verhalen van de Engelse schrijver Charles Dickens (1812-1870). ,,Vanaf 2014 spelen we speciaal, vooraf aan de landelijke en gemeentelijke verkiezingen, de voorstelling ‘Verkiezingskoorts'”, vertelt Else Flim. ,,Het is steeds hetzelfde verhaal, maar wonderlijk genoeg komen mensen, ook uit het hele land, om deze voorstelling te zien. Ze vinden de sfeer zo leuk en het idee telt mee van: binnenkort gaan we stemmen en dan ga je ervoor.”
Pickwick Papers
Charles Dickens werd als jonge verslaggever van de Morning Chronicle in 1835 naar de stad Sudbury gestuurd. Hij moest daar verslag doen over de verkiezingsstrijd van politici die zich verkiesbaar stelden voor een parlementszetel. Zijn ervaringen heeft hij later in zijn feuilletons ‘The Pickwick Papers’ verwerkt. Dickens schrijft met humor dat je politici moet wantrouwen die kinderen kussen om in een goed blaadje bij de kiezers te komen. ,,Er is ook een scene dat een koets, met kiezers die gaan stemmen, door de koetsier zo wordt bestuurd, dat de koets omvalt en in het kanaal belandt. Slinkse politieke praktijken maar het is wel leuk om dat anno 2022 te laten zien.”
Ze vindt dat er weinig veranderd is tussen de verkiezingsstrijd in de negentiende eeuw en die van nu. ,,Politici maken elkaar nog steeds zwart. De Engelsen zijn overwegend heel netjes en aardig maar in het parlement wordt er gemeen naar elkaar geschreeuwd.”
Flim heeft het verhaal vertaald en voor toneel bewerkt. Zelfbedachte passages die verwijzen naar de actuele politiek van Laren zitten er niet in. ,,Nee, dan is het geen origineel Dickensverhaal meer. Op 13 maart komt de burgermeester van Laren, zoals gebruikelijk, een openingswoord houden. Hij geeft dan zijn visie op de vraag: wat is de rol van een burgermeester in verkiezingstijd? Dat kan voor burgermeesters soms een precaire situatie zijn. Als hoofd van de gemeente moeten ze onafhankelijk zijn, terwijl ze wel lid van een partij zijn!”
Jubileum
Het Dickenstheater viert haar tienjarig jubileum met een speciale actie door de opbrengt van de verkiezingsvoorstellingen te geven aan de voedselbank. ,,Dat vinden wij erg belangrijk. Of we nog iets meer gaan vieren? We bereiden ons dit jaar voor op een optreden in Birmingham en we spelen op een internationale conventie in Cleveland Ohio. Daar verheugen we ons op.”
www.dickenstheater.nl
Humor in theatervoorstelling Deze ridder zegt nee!
De Haarlemse Joes Boonen maakt kindervoorstellingen gebaseerd op prentenboeken voor peuters en kleuters. Vier heeft ze er al op de planken gezet: ‘Dikkie Dik en de taart’, ‘Ik zou wel een kindjes lusten’, ‘Bang mannetje’ en, vorig jaar, ‘Deze Ridder zegt nee’. Het zijn allemaal interactieve voorstellingen met veel humor.
Boonen is geboren in Limburg in het dorpje Heythuysen, vlakbij Roermond. Als kind was ze een braaf meisje. ,,Wat ik nu op toneel doe dat zou mijn moeder nooit hebben geloofd”, lacht ze. ,,De muzikaliteit heb ik van mijn vader, al heb ik hem nooit gekend. Ik was anderhalf toen hij stierf. Hij was melkboer en maakte veel muziek en was heel creatief. Als kind was ik altijd aan het zingen en met muziek in de weer op cassettebandjes. Dan zei mijn moeder om twaalf uur dat ik moest gaan slapen, en dan kon ik de volgende dag mijn bed niet uitkomen. Toen ik vijf was zat ik op pianoles en later ging ik op een koor en bij de harmonie.”
Dirk Scheele
Na de middelbare school studeerde ze Orthopedagogisch muziekbeoefening aan het Conservatorium van Maastricht. Met deze brede opleiding kan men bijvoorbeeld muziektherapie geven in het speciaal onderwijs. Daarnaast heeft ze de Frank Sanders Akademie voor musical en muziektheater gedaan. De theatermaakster werkte dertien jaar samen met de bekende zanger en kinderliedjesschrijver Dirk Scheele.
Voor elke kindervoorstelling zoekt Boonen een prentenboek uit. ,,Mijn werkwijze is, dat er altijd meerdere rollen in moeten zitten en dat het stuk humor heeft. Het verhaal: ‘Ik zou wel een kindje lusten’ gaat over een krokodil die kindjes eet. Dat is een heel grappig, gek verhaal met leuke spannende elementen.”
Joes vertelt dat ‘Deze ridder zegt nee!’, oorspronkelijk geschreven door Kate Hindley en Lucy Rowland, goed paste bij het thema van de Kinderboekenweek 2020: geschiedenis. ,,Ik vond het een leuk ridderboek. De tekeningen gebruikte ik voor mijn decor. Het bouwen en beschilderen van het decor besteed ik uit. Het decor moet ook niet te groot zijn want het moet wel in mijn auto passen. Het kasteel wordt verbeeld door twee uitgerolde banners. De teksten en liedjes zijn wel van mijn eigen hand.”
Eenzaamheid
‘Deze ridder zegt nee’ gaat over de kleine Finn. Hij is ridder en woont bij zijn ouders en is heel braaf. ,,Hij ruimt altijd zijn speelgoed op, helpt zijn vader en moeder en als hij een opdracht krijgt, zegt hij altijd ja. Dat verandert plotseling, en ineens zegt hij op alles nee. Het is een simpel verhaal waar kinderen zich in kunnen herkennen. Het gaat over eenzaamheid en anders zijn. Finn heeft bijvoorbeeld geen vriendjes om mee te spelen en voelt zich dan eenzaam. En de draak ziet er anders uit, maar blijkt niet eng te zijn. Hij wordt zijn beste vriend.” De voorstelling zit vol met grappen. ,,Als ridder Finn dan echt nee zegt, ga ik op de grond liggen zoals een driftig kind dat kan doen en daar moeten de kinderen heel hard om lachen. De draak vinden ze trouwens ook heel leuk omdat hij zo onhandig is.”
www.joesboonen.nl
A Christmas Carol is een moment van bezinning
Verscholen in het centrum van Laren ligt het intieme Dickenstheater van schrijver Else Flim en Charles Dickens-acteur Aad Kok. Met glasplaten en een toverlantaarn maakt dit duo toneelvoorstellingen met de verhalen van de Engelse schrijver Charles Dickens (1812-1870). Voor december staat – uiteraard – ‘A Christmas Carol’ op het programma.
Uit heel Nederland en soms uit België komen Dickens-liefhebbers om te genieten van de readings (voordrachten) van het Larense Dickenstheater. ,,De fascinatie voor de toverlantaarn is begonnen bij Annet Duller, een vriendin van ons”, zegt Else Flim. ,,Zij is een bekende lantaarnist. Annet had een aantal beeldverhalen van Dickens op glasplaat en zij zocht een nieuwe acteur. Zij wist dat Aad beroepsmatig wereldwijd lezingen gaf en ik regisseur en dramaturg ben. Zo is onze samenwerking begonnen. Volgend jaar bestaan we tien jaar.”
Historie van Dickens
Beiden gingen zich verdiepen in werk en leven van Dickens. ,,Aad onderzocht de historie van Dickens en het visueel entertainment in de negentiende eeuw. Ik vertaal en bewerk de originele teksten tot toneelvoorstellingen. Annet heeft mij opgeleid tot lantaarnist en nu bedien ik ook de toverlantaarn.” Het duo wordt telkens in het binnen- en buitenland uitgenodigd voor het geven van lezingen en voorstellingen. In 2016 wonnen zij een prestigieuze onderzoekprijs van The Magic Lantern Society USA & Canada in Amerika.
Flim vertelt dat Dickens een groot Engels schrijver was en dat hij reeds bij leven een beroemdheid was die te vergelijken is met een popster van nu. ,,Hij is heel erg beroemd geworden met zijn boeken, maar ook vanwege zijn solo-optredens. Mensen stonden in de rij om zijn readings mee te maken. Tijdens zo’n public reading vertolkte hij delen uit zijn boeken. Hij speelde dan alle personages uit een verhaal.” Over de manier waarop hij dat deed zijn getuigenverklaringen vastgelegd van toeschouwers en recensenten. ,,Daar heb ik een studie van gemaakt. De specifieke mimiek en gebaren die Dickens toen maakte heb ik verwerkt in de teksten die Aad nu weergeeft. Hij doet dat geweldig.”
Scrooge
Beroemde verhalen van Dickens zijn de romans ‘Oliver Twist’ en ‘David Copperfield’. Heel bekend is het kerstverhaal ‘A Christmas Carol’, dat gaat over de vrekkige zakenman Ebenezer Scrooge die tijdens kerstnacht wordt bezocht door drie geesten: een uit het verleden, een uit het heden en een van de toekomst. Scrooge komt die nacht tot inzicht en wordt een beter mens. ,,Belangrijk in zijn werk is dat Dickens kritiek uitte op de politiek in Engeland. Hij stelde de misstanden in weeshuizen en in de armenzorg aan de kaak. Verbeterde wetgeving was het gevolg.”
Ieder jaar komen mensen terug voor het zien van ‘A Christmas Carol’. ,,Een bezoeker vertelde: ‘Vroeger gingen we naar de kerk voor een moment van bezinning en nu vinden we dat in dit verhaal.’ Het is dan ook een aangrijpend verhaal. Je ziet in de zaal dat mensen ontroert raken en blij worden met de goede afloop.”
‘A Christmas Carol’ van Charles Dickens door het Dickenstheater. Voor verdere informatie: www.dickenstheater.nl
Vogel Coco durft te vliegen met Marianne van Houten
- At augustus 04, 2022
- By Rudolf
- In Familievoorstelling
- 0
In de muzikale kindervoorstelling ‘Coco kan het!’ neemt theatermaakster Marianne van Houten de kinderen spelenderwijs mee de natuur in. Daar wonen kriebelbeestjes en het lieve vogeltje Coco.
‘Coco kan het!’ is gebaseerd op het gelijknamige prentenboek van Loes Riphagen, die het leuke verhaal geschreven en geïllustreerd heeft. ,,Het gaat over het jonge vogeltje Coco dat niet durft te vliegen”, vertelt Marianne van Houten. ,,Ik heb het thema natuur aan de voorstelling toegevoegd om het verhaal wat theatraler te maken. Ook speel ik zelf een personage dat niet in het boek voorkomt. Die gaat voor het eerst alleen kamperen in de natuur. Ik durf niet alles en zo krijg je een mooie parallel met Coco.”
Nijntje
Van Houten heeft zang (pop en jazz) aan het Artez conservatorium gestudeerd. ,,Na mijn afstuderen (2005) rolde ik meteen in het kindertheater.” Een bekende kindertheaterproductie op haar repertoire is ‘Nijntje op de fiets’. ,,Wel ben ik altijd blijven zingen, onder andere bij de hulporganisatie Diva Dichtbij. Belangrijk voor mij in dit vak is dat ik echt verbinding voel met het publiek, waar ik altijd energie van krijg. Een heel groot publiek van 1000 man maakt mij niet gelukkig. Vijftig lachende peuters die opgaan in mijn verhaal en zo puur reageren, daar word ik heel blij van.”
In de voorstelling spelen de insecten en de natuur een grote rol. ,,Omdat het boekje overheersend groen is, heb ik die kleur in het decor en de kleding ook laten terugkomen. Ik heb alles zelf gemaakt. Coco is gemaakt van vilt. Eerst wordt hij verbeeld als hij net uit het eitje komt, daarna als een klein vogeltje en vervolgens vliegt hij. Dan zit hij aan een hengeltje met elastiek.”
Gekkigheid
De liedjes en de muziek heeft ze ook zelf geschreven. ,,Je hoort onder andere een liedje over kriebelbeestjes waarvan de kinderen moeten raden welk beestje dat is.” Van Houten zegt dat ze van fysiek spel houdt. ,,Vooral van slapstick. Je kunt wel wat gekkigheid verwachten. Zo ren ik tien rondjes om het decor heen omdat ik achtervolgd word door een beestje. Of probeer ik in een tentje te kruipen dat eigenlijk te klein is.”
‘Coco kan het!’ kent genoeg interactie. ,,In het boekje geeft de moeder van Coco hem een schopje uit het nest zodat hij gaat vliegen. In de voorstelling springt Coco uit het nest omdat ik met de kinderen een plan bedenk om Coco te laten schrikken. We roepen dan met z’n allen ‘boe!’.” De voorstelling is zeker niet eng. ,,Met de kinderen heb ik het over moed: wat je niet durft en wat je daar dan aan kan doen. En dat is vooral grappig.”
‘Coco kan het!’ (2+) van Marianne van Houten. ‘Coco kan het’ is gebaseerd het gelijknamige Prentenboek van het jaar, geschreven en geïllustreerd door Loes Riphagen. De voorstelling is speciaal gemaakt voor de Nationale Voorleesdagen 2021.
Kracht van de eenvoud
- At februari 28, 2021
- By Rudolf
- In Familievoorstelling
- 0
In de peutervoorstelling ‘Pim Pam Paars’ komen vierkante, driehoekige en ronde vormen in basis kleuren tevoorschijn tegen een zwart achterdoek. Het resultaat is grappig mimetheater. Het wordt gemaakt en gespeeld door Suzanne Bakker en Rianne Meboer. Het duo liet zich inspireren door abstracte kunst en het televisieprogramma ‘Tik Tak’.
Beide kunstenaars zijn verbonden aan Theaterstraat, een collectief van theatermakers. Theaterstraat ontwikkelt diverse kunstprojecten voor, over en met mensen uit Amsterdam-Noord. Rianne Meboer is naast actrice ook regisseuse en geeft theaterles op middelbare scholen, onder meer in de Bijlmer. ,,We wilden allebei iets doen met abstracte kunst”, zegt Meboer. ,,Ook wilden we graag een voorstelling maken voor heel jonge kinderen.”
In ‘Pim Pam Paars’ spelen simpele vormen in basic kleuren de hoofdrol. ,,Stel je puur een rood rondje voor dat tevoorschijn komt uit een zwart decor of een blauw vierkant wat ergens vandaan getrokken wordt. Peuters zitten nog in de fase van abstract denken. Die hoeven niet per se een verhaaltje.”
Twee turven hoog
Voor expertise over peutertheater zijn de artiesten een samenwerking aangegaan met het kinderfestival in Almere ‘Twee turven hoog’. ,,We hebben expres in peuterspeelzalen in Amsterdam-Noord gerepeteerd; voor de ogen van onze doelgroep. We hadden toen vragen als: Wanneer ik een geluid maak, vinden ze dat dan überhaupt wel leuk? Kruipen ze niet weg omdat het saai is? Deze doelgroep was heel nieuw voor ons.”
‘Pim Pam Paars’ is geïnspireerd op kunstwerken van moderne schilders als Kazimir Malevitsj en Wassily Kandinsky, en het kinderprogramma ‘Tik Tak’.
,,De vormgeving komt deels voort uit onze eigen liefde voor de kunst van deze schilders. Zij werken met primaire kleuren. Mondriaan doet dat ook, maar die is weer heel rigide; heel strak. Terwijl bij Wassily Kandinsky de schilderijen lijken te bewegen als je ernaar kijkt.”
In de voorstelling spelen Bakker en Meboer ook twee museumbezoekers die kijken naar kunst en doen alsof ze er verstand van hebben. ,,Je maakt een voorstelling als deze voor de kinderen en de ouders. De scène van kijken naar kunst begrijpen ouders heel goed en die vinden dat dan heel komisch. De kleine kinderen vinden de geluiden dat we maken als we naar kunst kijken weer heel grappig.”
Tik Tak
De inspiratie van het programma ‘Tik Tak’ (1981-1991) heeft een andere oorsprong. De Belgische televisiemaker Mil Lenssens zag hoe gebiologeerd zijn peuterkind naar de lottotrekking keek. ,,Hij maakte toen dit programma met korte clipjes afgewisseld met geometrische vormpjes: het Tangram-idee; figuurtjes die telkens iets anders vormen. Vrij eenvoudig in beweging en elementair in vorm. En rustgevend.” Er wordt een vergelijking getrokken met het BBC-kinderprogramma de ‘Teletubbies’. ,,Daar is de zon de zon en kent elke aflevering een verhaallijn; die heeft ‘Tik Tak’ niet. Zo zijn er in ‘Pim Pam Paars’ net als in ‘Tik Tak’ meer scènes die slechts een beweging of een beeld laten zien. Het stelt niet veel voor, maar je kunt daardoor wel je eigen emotie of fantasie gebruiken. Het is ook wetenschappelijk bewezen dat juist abstracte kunst een hele positieve bijdrage heeft op ontwikkeling van jonge kinderen.”
Meboer gelooft in de kracht van de eenvoud. ,,Je kunt ook genieten van simpele vormen en kleuren. Peuters komen al heel vroeg in aanraking met de IPad en ze zien drukke televisieprogramma’s waarin alles snel moet bewegen. Zonder te willen moraliseren durf ik wel te zeggen dat kinderen zo het gevoel verliezen te mogen te vertragen en zich te vervelen. Kinderen mogen rust voelen. Als je je kind niet leert dat het zijn aandacht ook kan vasthouden op iets eenvoudigs, dan lukt dat later ook niet. Het mooie van een theatervoorstelling is dat je niet kan weg zappen, je kunt ons niet uitzetten. Op toneel zijn we er honderd procent voor de kinderen en ouders. Je hoeft dus 45 minuten lang alleen maar te kijken.”
Na afloop van de voorstelling kunnen kinderen op het podium nog spelen met vormen die speciaal voor hen gemaakt zijn. ,,Ze gaan de driehoeken of vierkanten stapelen of verplaatsen. Soms gaan ze er ook op staan! We zijn telkens verbaasd hoe lang kinderen bijvoorbeeld met een vierkant kunnen spelen. Het heeft geen oogjes, het geeft geen licht en het maakt geen geluid. Maar als een kind naar huis moet, dan wil het soms het simpele vierkant bij het weggaan niet loslaten. Wat dat betreft is onze boodschap dan wel geslaagd.”
Peutervoorstelling ‘Pim Pam Paars’. Spel en concept door Suzanne Bakker en Rianne Meboer. Regieadvies: Paul van der Laan en Tjebbe Roelofs. www.vanaf2.nl
Kleine vuurtorenwachter is schaduwen op een tentendoek
De kindervoorstelling ‘De kleine vuurtorenwachter’ speelt zich af in een grote witte tent. De twee jonge acteurs Peter Boven en Mika But brengen een verhaal met schaduwen- en schimmenspel. Het gaat over Sylke die vuurtorenwachter wordt en op zeereis gaat met een walvis. Een vertelvoorstelling voor kinderen over afscheid nemen, liefde en moed.
Mika But (1998) zit in het afstudeerjaar van Artez, de Hogeschool voor de Kunsten in Zwolle. Hij studeert voor theaterdocent en werkt al als professioneel acteur. Hij is geboren in het Friese dorpje Oosterwolde aan de grens met Overijssel. De eerste keer dat de jonge acteur gegrepen werd door toneel was bij de musical in groep acht op de basisschool. Hij had de hoofdrol in de schoolvoorstelling ‘Duff en Cool’, die ging over buitenbeentjes en wel of niet populair zijn. ,,De personages waren een verzameling kippen en hanen”, vertelt Mika But. ,,Een van de hanen, Haantje Duff, is te laat geboren en heeft ook nog eens een slappe hanenkam. Die rol mocht ik spelen en dat was werelds.” But was zelf ook een buitenbeentje. Hij had haar tot over zijn schouders. ,,Als je dan op ballet zit en niet aan voetbal doet dan wordt er op school wel naar je gekeken.”
Artez
Na de middelbare school twijfelde hij of hij wel of niet theater wilde gaan studeren. Er was enige haast bij, want hij zat als student bij de laatste lichting die recht had op een basisbeurs. ,,Ik nam toch een tussenjaar en kwam bij Theatergezelschap Garage TDI in Assen terecht, een avontuur dat mij voorbereidde op een hbo-opleiding theater. Daar is het vlammetje echt hard gaan branden en zo ben ik later bij Artez beland.” Met zijn eigen theatercollectief ‘De mooie meisjes’ maakt hij verteltheatervoorstellingen op locatie. ,,Voorkeur voor een bepaald plek binnen theater heb ik niet echt. Of het nu spelen of regisseren is, beide disciplines dagen mij uit en vind ik prettig om te doen.”
Vorig jaar belandde hij bij theaterbureau Valentijn Productiehuis voor ‘De kleine vuurtorenwachter’. ,,Eerst speelde Sjoerd van Capelleveen en Job Kühlkamp de ‘Vuurtorenwachter’. Die jongens hebben dezelfde opleiding gedaan als ik, zijn ook goede vrienden en Sjoerd is bovendien mijn huisgenoot. Ze kregen het te druk met andere producties en Sjoerd vroeg of ik de voorstelling niet wilde overnemen. Peter Boven en ik hebben toen auditie gedaan en we werden beide aangenomen. Heel gaaf was dat.”
Hoge Noorden
Artistiek leider Elly Bakker heeft het concept bedacht voor ‘De kleine vuurtorenwachter’ en regisseuse Sabine Osinga werkte het uit. ,,De opa van Sylke is een vuurtorenwachter en die komt helaas te overlijden. De jongen wordt dan de nieuwe vuurtorenwachter. Bij een grote storm raakt Sylke op zee en hij probeert een walvis te redden. De walvis neemt hem dan mee naar het hoge noorden zonder dat Sylke precies weet waarom. In het hoge Noorden wacht hem een verrassing. Zijn moeder werkt in een ijssalon en verkoopt ijs aan toeristen die op het eiland komen. Waar zijn vader is, dat is een beetje onduidelijk. De mensen zeggen dat hij is verdronken. Niemand praat erover.”
Sylke is een moedig mannetje, vertelt But. ,,Sylke maakt in een korte tijd een bijzondere ontwikkeling door. Het is niet niks zomaar vuurtorenwachter te worden. Zijn opa, van wie hij zielsveel houdt, komt te overlijden. Doodgaan dat hoort bij het leven.”
Schelpenketting
De voorstelling, waarin veel wordt verteld, is desondanks niet statisch. ,,Op het tentendoek projecteren we op verschillende manieren schaduwen en schimmen. Dat gebeurt heel snel. Er is onder andere accordeonmuziek, die het geheel ondersteunt.” Beide spelers vertolken verschillende rollen. ,,Ik speel de rol van verteller, van opa en van Sylke. Peter speelt de vader en ook hij is soms verteller en ook Sylke. Hoe we dat doen? Als ik zeg: ik ben opa, dan ben ik het. Als Sylke dragen we zichtbaar een schelpenketting. Wanneer iemand de ketting om heeft, dan is diegene Sylke. Als de kinderen aan het einde van de voorstelling naar buiten gaan, krijgen ze allemaal een eigen stukje geluk in de vorm van een schelpje mee. Dan komt er zo’n golf van ontlading van reacties! Erg leuk.”
Een opa die doodgaat, een zeereis met een walvis dat lijkt eng? ,,Er zit een vrij heftige storm dat kan best spannend zijn. Maar jeugdtheater mag spannend zijn. Het wordt anders als het echt eng is. Maar waar kinderen op het puntje van hun stoel zitten en meegaan in het verhaal, dan is deze voorstelling niet eng.”
‘De kleine vuurtorenwachter’ 4+. Door Peter Boven en Mika But. Regie: Sabine Osinga. Idee: Elly Bakker. Producent: Valentijn Productiehuis. www.valentijn-productiehuis.nl
Marieke Koopman brengt standbeeld tot leven
Met dirigent Ton Koopman als vader groeide dochter theatermaakster Marieke op met barokmuziek. Vooral Bach. Sinds enkele jaren maken ze samen muzikale familievoorstellingen. In 2014 ontstond de voorstelling ‘Oorwurm’ met tekst en orkest en nu is er ‘Caecilia’, een mimevoorstelling waarin het orgel centraal staat. Marieke brengt een standbeeld tot leven en haar vader speelt orgel.
Als kind ging Marieke Koopman vaak naar de concerten van haar vader en ontwikkelde net als hij een voorliefde voor barokmuziek. ,,In mijn jeugd was het één en al Bach, vooral toen mijn vader alle Bach-cantates op cd ging opnemen.” Ondanks haar liefde voor klassieke muziek koos ze echter niet voor een muziekopleiding. Ze behaalde een Master in Pedagogiek en rondde de opleiding theatermaker af bij het Trap instituut in Amsterdam.
Pedagogiek
Het liefst maakt Marieke theatervoorstellingen in combinatie met muziek. Muziek studeerde ze naast haar studie pedagogiek. ,,Mijn vader heeft mij nooit muzieklessen gegeven. Als kind zat ik op een kinderkoor en later kreeg ik zang- en muziekles van goede docenten. Als ik vragen had ging ik met mijn moeder achter de piano oefenen.”
Vader en dochter hebben dezelfde energie en ideeën en hun muzikale en theatrale kant sluiten goed bij elkaar aan. ,,Soms gaan we wel in discussie met elkaar maar dat maakt het juist interessant. We hebben allebei respect voor elkaar en willen graag barokmuziek dichter bij de kinderen brengen.”
Tijdens de kerkconcerten van haar vader viel het Marieke op dat bij een groot orgel vaak standbeelden staan. ,,Ik vroeg me af: ‘Stel nou dat die beelden tot leven komen en gaan nadenken? Of dat er iets mis gaat met die beelden?’ Haar fantasie leidde tot de familievoorstelling ‘Caecilia’. Marieke speelt het standbeeld Caecilia die eenzaam bij een orgel staat.
Caecilia
Haar standbeeldvriend Bortus (danser Jonas Furrer) ligt ergens in stukken op de grond. Op een dag, na een lange tijd, speelt het orgel weer. Caecilia komt tot leven en ook Bortus krijgt ze weer heel. Maar dan herkent hij Caecilia niet meer. ,,Hier spelen thema’s als vriendschap en vertrouwen, waar jonge kinderen al vroeg mee bezig zijn. Het leggen van eerste contacten en hoe reageer je als kind daarop.”
‘Caecilia’ duurt veertig minuten en een groot deel klinkt orgelmuziek. Ton Koopman zit achter een kistorgel en speelt veertien muziekstukken van componisten als Bach, Buxtehude, en Locatelli. Op de vraag waarom voorstellingen met barokmuziek voor kinderen zo speciaal zijn, antwoordt Marieke met een grappige vergelijking met taart. ,,Normale muziek is een taart zonder iets erop, maar barokmuziek is met de versieringen en tierlantijntjes echt de kers op de taart. Kinderen met fantasie kunnen hierop aanhaken. Bijvoorbeeld een springend barokmuziekje kan een kind zijn dat touwtje springt. Deze muziek kun je heel snel vertalen naar een fantasiebeeld en tot leven laten komen.”
Familievoorstelling ‘Caecilia’ (4+) van Amsterdams Baroque Orchestra met Marieke en Ton Koopman, en Jonas Furrer. Regie: Hans Thissen. www.amsterdambaroque.nl
Celliste Saartje Van Camp werkt graag met Spinvis
- At juli 31, 2019
- By Rudolf
- In Ballet, Familievoorstelling
- 0
Uit het niets werd popmuzikant Spinvis (Erik de Jong) in 2002 populair met zijn betekenisvolle luisterliedjes. Hij stond al snel op de grote podia. Toen een cellist die zou meespelen uitviel, kwam hij in contact met celliste Saartje Van Camp. Ze spelen sinds 2003 samen, als duo of met de band, en maken muziektheatervoorstellingen. Momenteel toeren de twee met Introdans met de familievoorstelling ‘Vier verhalen en een dag’.
Saartje Van Camp (1974) komt oorspronkelijk uit België. Ze studeerde cello aan de conservatoria van Leuven, Antwerpen en Zwolle. Volgens eigen zeggen leerde ze zoveel toffe mensen in Nederland kennen, dat ze daarom in ons land bleef hangen. Van Camp speelde enkele jaren in het Ricciotti Ensemble en werd een veelgevraagd celliste. Ze trad op met artiesten als Wende Snijders en Jeroen Zijlstra. ,,Ik werk graag samen met andere musici. Ik denk met ze mee en draag dingen aan. Artiesten die iets willen maken; die oprecht en eigen zijn. Die niet krampachtig doen of op veilig spelen; dat vind ik mooi.”
Toen Van Camp in contact kwam met Spinvis werd ze gegrepen door zijn ongrijpbare muziek en poëtische teksten. ,,Het klikte en we gingen steeds meer samen schrijven en voorstellingen bedenken.” Over hun samenwerking zegt ze: ,,Niks is te gek voor Spinvis. Je kunt out of the box denken. We vertrouwen elkaar. Overigens zijn onze achtergronden totaal verschillend. Ik heb klassieke muziek gestudeerd en ook filosofie. Erik komt uit de popwereld en heeft jarenlang in een fabriek gewerkt. Toch komen onze ideeën over kunst overeen.” In 2014 maakten ze samen met Adriaan Luteijn van Introdans, de bijzondere gedanste opera ‘Kintsukuroi’, over het leven van een seismoloog. Een muziektheatervoorstelling die op het Oerolfestival een publieksfavoriet werd.
Dit keer werd het een muziekdansvoorstelling met een sprookjesachtig verhaal: ‘Vier verhalen en een dag’. ,,We waren bezig met een project over het thema: hoe kun je in de digitale wereld je privacy behouden. Overal worden camera’s gebruikt en niets gebeurt ongezien op je computer. Hoe gaan wij daarmee om? Wat voor invloed heeft de digitale wereld op de mens in de toekomst. Met dit thema in het achterhoofd hebben we deze familievoorstelling gemaakt.”
Het verhaal gaat over het meisje Moira (Grieks voor lotsbestemming) dat een prijs wint en drie wensen mag doen. ,,Eerst wenst ze een appel. Ze stopt dan een appelpitje in de grond. Haar tweede wens is te kunnen zien wat er met dat pitje gebeurt en hoe dat een boom wordt. In de toekomst kijken is haar derde wens. Dan ontstaan er drie toekomstbeelden: eentje over 100 jaar, de tweede over 1000 jaar en tenslotte een over 10.000 jaar. Die over 100 jaar is niet echt fantastisch: mensen die nu leven zijn er dan niet meer. Moira ervaart een gevoel van gemis. 1000 jaar later is er een vrolijke wereld waarin iedereen Moira wil volgen. Zij is namelijk een icoon van succes omdat ze een prijs heeft gewonnen. Leuk is deze wereld echter ook niet. Iedereen volgt haar en dat geeft haar een gevoel van onvrijheid.”
In de toekomstwereld over 10.000 jaar is het leven verdwenen. ,,Alles is af en er kan niets meer bij. Haar zelf geplante appelboom is reusachtig groot en draagt nog een appel. Er is echter een verbod: je mag niks veranderen in de toekomst. Tegen het verbod in plukt ze toch de appel. We willen met deze voorstelling zeggen: je hoeft niet te denken dat je geen kant meer op kunt omdat alles is vastgelegd. Je hebt een eigen stem. Je maakt zelf je toekomst.”
Een van de twaalf balletdansers, Vivian Sauerbreij, van Introdans speelt het meisje Moira. ,,Erik en ik spelen samen met Jan Teertstra livemuziek. Daarnaast zijn Erik en ik de vertellers die Moira de prijs uitreiken en de toekomst inleiden.” Het decor bestaat, naast dozen, uit spiegels en een hele grote maan. ,,De maan is er altijd, waar je ook bent. Het is modern ballet. Voor iedereen toegankelijk. Er valt veel te zien en te horen.”
De familievoorstelling ‘Vier verhalen en een dag’ www.introdans.nl
Geen gelikte Disney-kostuums
- At juli 31, 2019
- By Rudolf
- In Familievoorstelling
- 0
Het Kleine Theater speelt sprookjes op een ambachtelijke manier. Ze spelen geen kindervoorstellingen met flitsende beeldprojecties, maar houden het simpel, met zelf beschilderde decors en kostuums uit eigen garderobe. Het theatergezelschap, dat bestaat uit Anke Engels en Vimala Nijenhuis, brengt de sprookjes met veel humor en geeft aan elk verhaal een eigen draai. ‘Rapunzel’, het opgesloten meisje met de lange vlecht is een van die voorstellingen.
Actrice Anke Engels (1974) richtte in 2011 jeugdtheatergezelschap Het Kleine Theater op. Engels voltooide de acteursopleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Nadat haar afstuderen in 1998 werkte ze tien jaar lang freelance. ,,Ik begon bij het Ro Theater, later speelde ik bij toneelgroep Toneel Speelt en ik deed jeugdtheater bij Het Laagland. Op het laatst ben ik meer film en televisie gaan doen.” Met haar man Vincent Rietveld, ook acteur en lid van theatergezelschap Warme Winkel, kreeg ze elf jaar geleden een zoon. ,,In die tijd dacht ik: is dit acteren alles in het leven? Ik wilde toen vooral even moeder zijn. Op een geven moment ging ik wel met mijn zoon naar het jeugdtheater. Hij vond het leuk, een kinderhand is gauw gevuld, maar voor mijzelf als ouder was het nogal saai. Ik zag ook andere ouders tijdens zo’n kindervoorstelling vooral op hun mobiele telefoon kijken.”
In Amsterdam West huurde ze een kelderruimte voor vijftig euro per dag en begon ze met bevriende acteurs en actrices kindervoorstellingen maken. ,,De eerste deed ik met Vincent en dat was ‘Prinses op de erwt’. Die speelden we dan twee of drie keer per dag en dan was het bomvol. Er was heel veel vraag naar voorstellingen. We maakten toen in een heel hoog tempo nieuwe voorstellingen. Op een gegeven moment kwam ik Vimala Nijenhuis opnieuw tegen. Zij zat een jaar na mij op de acteursopleiding in Utrecht. We vonden elkaar altijd heel erg leuk. Samen maakten we ‘Het zigeunermeisje’, wat een van onze lievelingsvoorstellingen werd. Ze bleef toen bij mij en dat is alweer vijf jaar geleden.”
Het Kleine Theater speelt sprookjes op een ambachtelijke manier. ,,Wij zijn vrijeschoolkinderen en dus hebben we altijd honger naar oorspronkelijkheid. Onze voorstellingen zijn niet gelikt of vol met multimedia. We lopen ook niet in gelikte Disney- kostuums. De kleding komt uit onze eigen kast of uit de kringloop. We verkleden ons op toneel.”
Door de eigen invulling trekken de sprookjes de aandacht van zowel kinderen als ouders. ,,Er zitten ook grapjes in die speciaal voor de ouders maken. Het leuke van sprookjes is dat iedereen ze kent en dat er algemeen herkenbare thema’s inzitten. Als je dan even afwijkt van het verhaal dan denken volwassen: Wat gebeurt er nu? Zo komt Rapunzel erachter dat er een deurtje naar buiten is en dat ze dus gewoon uit die toren kan.”
Engels en Nijenhuis spelen meestal met z’n tweeën alle personages. ,,Eentje is het lijdend voorwerp en de ander speelt als een malle pietje de overige personages, met veel snel verkledingen en met heel veel energie. Dat is altijd erg leuk en het blijft een uitdaging om het feilloos te doen. We verbloemen niks; je kunt zien dat we ter plekke toneel maken. Ook door goed het verschil tussen de karakters aan te geven, spreken we soms met accent: de wolf is bijvoorbeeld Rotterdams en een prins een Vlaming. Dat helpt enorm.”
Over ‘Rapunzel’ zegt ze nog: ,,Het meisje met de vlecht is door haar petemoei opgesloten in een toren. De petemoei wordt meestal beschouwd als heks. Onze petemoei is geen vreselijk heks. Ze houdt van Rapunzel maar ze wil haar gewoon niet laten gaan. Rapunzel begrijpt niet goed dat ze is opgesloten, maar ontdekt dan het verstopte deurtje en trekt ze de wijde wereld in. Nee, de prins klimt niet langs haar vlecht omhoog, al gooit ze wel haar vlecht naar beneden voor een mandje met eten dat vastgeknoopt wordt en naar boven gehesen. Ze komt de prins gewoon buiten tegen. Niks engs aan.”
‘Rapunzel’ door Het Kleine Theater. Concept en spel: Anke Engels/Nina van Koppen en Vimala Nijenhuis. Eindregie: Mischa Ardon.
www.hetkleinetheater.nl