Helene Kröller-Müller verzamelde kunst als troost
- At augustus 07, 2019
- By Rudolf
- In Overigen, Theatervoorstelling
- 0
Al eerder maakte theatermaakster en actrice Julika Marijn solovoorstellingen over sterke vrouwen die hun eigen weg zochten. Zo kroop ze in de huid van schrijfster Etty Hillesum en Lady Diana. Nu speelt ze ‘Uit Verdriet Geboren’ een voorstelling over kunstverzamelaarster Helene Kröller-Müller (1869-1939) die samen met haar man Anton een indrukwekkende kunstverzameling opbouwde. Sinds 1938 is die te bewonderen in het naar hen genoemde museum op de Hoge Veluwe.
Helene Kröller-Müller, dochter van een Duitse rijke industrieel, is bekend geworden door haar verzameling van schilderijen van kunstenaars als Mondriaan, Picasso, Seurat en een grote collectie van Van Gogh. Ook door talentvolle kunstenaars als Bram van der Leck (De Stijl) financieel te ondersteunen zette ze de moderne kunst op de kaart.
Uit verdriet geboren
Over haar schreef Eva Rogers een dikke biografie ‘De eeuwigheid verzameld’. Het boek vormde de basis van Marijns solovoorstelling ‘Uit Verdriet Geboren’. ,,Het interessante aan Helene Kröller-Müller is haar visie op kunst en het zoeken naar het hogere in de kunst. Daarnaast is ook haar moeilijke relatie met haar kinderen dramatisch gezien interessant.”
Marijn kreeg toegang tot het archief van Kröller-Müller en inzage in 3400 brieven. Een groot deel daarvan zijn brieven die ze schreef aan haar twintig jaar jongere vertrouweling Sam van Deventer. Hij was in dienst van haar man en deelde haar belangstelling voor kunst. Er wordt gezegd dat hij een verhouding had met Helene. ,,Dat blijft onduidelijk. De zoon van Deventer heeft deze brieven overgedragen aan het museum en die kan er natuurlijk brieven uit hebben gehaald. Het zijn keurige brieven waaruit wel blijkt dat ze zeer op elkaar gesteld zijn.”
Braaf of niet, de intieme relatie die Kröller-Müller had met Van Deventer zorgde voor wrijving met haar dochter Helene jr. en schoonzoon. ,,Dat haar dochter haar niet meer wilde zien moet haar ongetwijfeld verdriet hebben gedaan.” Volgens velen had Helene een moeilijk karakter. Zij stelde hoge eisen aan zichzelf en aan anderen.
Verzameltroost
Marijn begrijpt de noodzaak van Helene. ,,Zij koos ervoor om niet in haar familieleed en verdriet te blijven hangen en ging kunst verzamelen. Niet alleen kunst verzamelen als troost voor zichzelf, maar verbond er ook een groot ideaal aan. Tenslotte liet ze een bijzonder huis (Sint Hubertus) en het museum achter, waarvan we allemaal tot op de dag van vandaag plezier hebben.”
‘Uit Verdriet Geboren’ heeft een schilderatelier als setting. Je ziet tien schilderijen uit de collectie voorbijkomen. Marijn heeft een persoonlijk verhaal over nalatenschap door de voorstelling heen geweven. Ook zij ervaart kunst als troost. ,,Met alleen het verhaal over Helene zou ik het niet redden. Het stuk zou dan ook humorloos worden. Mijn voorstelling gaat niet alleen over de liefde voor de kunst, maar ook over het geworstel in een mensenleven.”
‘Uit Verdriet Geboren’ van Julika Marijn Dit artikel verscheen eerder in de Gooi- en Eemlander.
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren:
De Acteur hoort Casanova te zijn
- At augustus 02, 2019
- By Rudolf
- In Overigen
- 0
In het Dudokpark, vlakbij het raadhuis van Hilversum, staat een bronzen beeld van een man in een achttiende-eeuws kostuum. De slanke man draagt in zijn rechterhand een masker. Zijn linkerhand heeft hij opgeheven alsof hij de aandacht wil vragen. Dit beeld wordt ‘De Acteur’ genoemd. Het is gemaakt door de Nederlandse beeldhouwer Gabriël Sterk (1942). Deze beeldhouwer heeft dit manshoge beeld in 1977 vervaardigd op basis van portretten van Giacomo Casanova (1725-1798). Deze historische figuur staat bekend als vrouwenverleider.
Uit zijn uitgebreide memoires (‘Histoire de ma vie’) blijkt onder meer dat hij werkte als violist, beroepsgokker en schrijver. Ook heeft Casanova een staatsloterij opgezet. Nergens staat echter te lezen dat hij acteur was. Vanwaar dan deze benaming van dit beeld?Het antwoord weet de maker van het beeld: Gabriël Sterk. De kunstenaar woont en werkt al jaren in de Provence. Sterk kreeg ruim veertig jaar geleden van Marco Leeflang de opdracht om een beeldje te maken van Casanova. Leeflang was destijds directeur van de Stichtse Culturele Raad en hij was in zijn vrije tijd amateurhistoricus en Casanovist. De beeldhouwer maakte een Casanova-sculptuur van tachtig centimeter hoog en goot daar enkele exemplaren van.
Gabriël Sterk, die in de jaren zestig studeerde aan de Rijksacademie voor Beeldende kunst, mocht toen al graag portretten maken, vooral van figuren uit de Renaissance. ,,Ik heb verschillende portretten van Casanova gebruikt”, legt Gabriël Sterk uit. ,,Casanova had een broer: Francesco, die kunstschilder was en ook van hem heb ik een portret gebruikt. Daarnaast gebruikte ik een Casanova-portretschildering van Rafael Mengs en van Johann Berka. Zo, op een manier dat ik goed zijn gelaatstrekken kon uitbeelden.
Ik heb van deze figuur een dertiger gemaakt, een levensgenieter.” De beeldhouwer geeft een verdere beschrijving. ,,Destijds heb ik de memoires van Casanova gelezen. Hij was een gewiekste man die veel dingen deed in zijn eigen voordeel. Hij draagt in zijn hand een masker, omdat hij altijd achter een masker leefde.” Sterk zegt dat Casanova mensen kon inpalmen en dat deed hij door zijn slachtoffers veel aandacht te geven. ,,Vandaar die hand omhoog in een vertellende positie.”
Een van deze Casanova-sculpturen werd in 1979 tentoongesteld in Cultureel Centrum de Vaart in Hilversum. Dit gebeurde op initiatief van Gerlof Zijlstra, directeur van het Goois Museum en cultuurambtenaar van Hilversum. Sterk omschrijft hem als een aardige man die grote interesse had in beeldhouwkunst. Voor de gemeente kocht hij veel beelden aan waaronder enkelen van Sterk. ,,Het beeld ‘Fjordenpaard’ (te zien op de Koninginneweg) was zijn eerste aankoop. ‘Levensvreugde’ is een ander beeld van mij; ook dat staat in Hilversum (Diependaalselaan).
In opdracht van Zijlstra vervaardigde hij een grotere ‘Casanova’. Het beeld werd geplaatst op de hoek van de theaterwinkel van Theater Gooiland en de Luitgardeweg en kreeg de naam ‘De Komediespeler’ of ‘De Acteur’. ,,Zijlstra heeft het beeld ‘Casanova’ omgedoopt tot ‘De Acteur’. Het was niet mijn idee, maar ik protesteerde niet tegen het veranderen van de naam. Je was al blij dat je een opdracht kreeg.” Foto’s van de kunstenaar en de onthulling zijn er niet. ,,Het beeld werd geplaatst toen ik net naar Australië verhuisde. Ik had daar een aanbieding gekregen om meer beelden te maken, die ik niet kon afslaan.” In Australië heeft Sterk acht jaar gewoond. Nadat hij een expositie had in 1985 – 86 in Parijs, vestigde hij zich in Frankrijk.
Toen er begin jaren negentig bij Theater Gooiland parkeerplaatsen kwamen, moest het beeld wijken en verhuisde ‘Casanova’ naar de opslag. In 1998 werd het herplaatst in het Dudokpark. ,,Of het officieel Casanova zou moeten heten? Ja, dat vind ik wel!” Wie weet wordt dit opgepikt door gemeente Hilversum. www.gabrielsterk.org
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren:
Karin Strobos en Felica van den End plaatsgenoten
- At augustus 02, 2019
- By Rudolf
- In Klassieke muziek, Overigen
- 0
In de Van Houtenkerk in Weesp zal voor de vierde keer het Weesp Chamber Music Festival plaatsvinden. Initiator van dit kamermuziekfestival is het Brits-Nederlands Navarra String Quartet en wederom zijn er bevriende topmusici uitgenodigd om te komen spelen. Bezoekers kunnen muziek verwachten onder andere van het Navarra Quartet, het Elias Quartet en het trio Daria van den Bercken (piano), Felicia van den End (fluit) en mezzosopraan Karin Strobos.
Het toeval wil dat Felicia van den End en Karin Strobos beiden in Weesp wonen. Een mooie gelegenheid voor een dubbelinterview. Op dit moment is Strobos verbonden aan De Nederlandse Opera en heeft ze tevens een vaste betrekking als eerste mezzosopraan in het Aalto-Musiktheater in Essen. Ze kreeg in één klap grote bekendheid toen ze in 2011 mocht invallen voor de rol van Octavian in de opera ‘Der Rosenkavalier’.
Van den End treedt veel op met kamermuziek en maakt deel uit van het prestigieuze New European Ensemble. Met fluitspelen begon ze toen ze tien jaar oud was. Haar moeder speelde als amateur dwarsfluit. ,,Ik hoorde altijd fluit om me heen. Het was niet eens een bewuste keuze; ik begon gewoon ook te spelen.” Ze had talent en kwam op haar twaalfde in de Jong Talentklas van fluitdocent Abbie de Quant aan het Conservatorium in Utrecht. ,,Het was fantastisch! Je krijgt dan al heel jong heel goed les. Je hebt dan een voorsprong op kinderen die nog niet goed les krijgen.”
Het drietal kent elkaar van het muziekconcours Het Debuut in 2009. Daria van den Bercken en Felicia waren een duo en auditeerde toen voor deze promotietraject van klassiek muziek. Ton Hartsuiker (toenmalig directeur Conservatorium Utrecht) bracht ze bij elkaar. Karin Strobos: ,,In het begin vond ik het wel heel spannend want ik werd toegevoegd aan een bestaand ensemble. We hebben een paar weken gerepeteerd en een try-out gedaan en merkten tijdens het uitvoeren dat we echt een klik hadden.” Felicia: ,,Het is wel uniek dat het na zoveel jaren nog goed zit.”
Fluit, zang en piano is geen gebruikelijke kamermuziekcombinatie. Het aanbod van composities is schaars. Speciaal voor het trio is er bestaand repertoire bewerkt en nieuw werk geschreven. Strobos: ,,Wijnand van Klaveren heeft voor ons Fauré-liederen bewerkt en David Dramm schreef het indrukwekkende stuk ‘Bloedengel’ (op een gedicht van Ingrid Jonker, RH).” Op verzoek van de organisatie van het festival speelt het trio in het bijzonder repertoire van Franse componisten. Strobos: ,,Van Ravel doen we een stuk uit de Shéhérazade en van Chausson ‘Chanson perpétuelle’. Bovendien spelen we met het Navarra kwartet en in andere samenstellingen.”
Niet elke operazanger zingt makkelijk liederen. Strobos legt uit dat ze beide genres graag zingt. ,,Ik heb het beide nodig om plezier in zingen te houden. Met kamermuziek kan je meer op het randje van je stem zingen: kleiner en met veel meer kleuren. Er ontstaan ook meer dingen, soms momentjes die je niet kunt repeteren, zoals dat moet bij opera.”
Van den End vult aan dat Strobos’ stem makkelijk kleurt bij haar fluitgeluid. ,,Haar stembereik van mezzosopraan vind ik warmer dan dat van een sopraan. Niet te schel of te hoog.” Strobos woont en werkt de helft van de tijd in Essen. Het is soms een heel georganiseer. ,,Maar het is daar een leuke werkplek en ik krijg alle kansen die ik wil. In het eerste jaar zong ik allerlei rollen, maar nu ben ik eerste mezzosopraan en dat betekent dat ik maar vier of vijf grote rollen per jaar zing. Dat is goed te combineren met mijn gezin en werk hier in Nederland.”
Beide jonge vrouwen wonen nog niet zo lang in Weesp en komen uit Amsterdam. Van den End: ,,Het voelt hier net alsof ik nog in Amsterdam woon.” Strobos: ,,Weesp heeft een eigen historie en grachten en vanaf dag één voelde ik mij hier thuis. Het is de eerste keer dat we optreden in de Van Houtenkerk. Het zal zeker niet de laatste keer zijn.”
Weesp Chamber Music Festival 2017 vond plaats op 17, 18 en 19 maart in Weesp. www.weespchambermusicfestival.nl
Dit artikel verscheen eerder in de Gooi- en Eemlander in 2017.
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren:
Oscar van Hemel was een romanticus
- At augustus 02, 2019
- By Rudolf
- In Overigen
- 0
Het is dit jaar 125 jaar geleden dat de Nederlands Vlaamse violist en componist Oscar van Hemel (1892-1981) werd geboren in Antwerpen. Voor het muziekleven van Hilversum in de jaren vijftig en zestig heeft hij veel betekend. Hij schreef talrijke composities voor symfonieorkest, kamermuziekensembles en koren. Om deze ‘vergeten’ componist te eren is er een aantal feestelijke activiteiten georganiseerd. Beginnend op Van Hemels geboortedag op 3 augustus met een carillonconcert op het raadhuis in Hilversum. Een speciaal herdenkingsconcert is op 8 oktober in Muziekcentrum van de Omroep.
Juist toen van Hemel zijn conservatoriumdiploma viool had behaald in 1914, brak op zijn verjaardag 3 augustus de Eerste Wereldoorlog uit. Na een bombardement op Antwerpen vluchtte hij naar Nederland. Met vioollessen en door te musiceren voorzag hij zich in zijn levensonderhoud. In 1918 kreeg hij een vaste aanstelling als docent viool en piano aan de muziekschool in Bergen op Zoom. Van Hemel organiseerde ook kamermuziekconcerten en werkte als muziekrecensent voor dagblad De Zoom. Hij nam compositielessen van componist Willem Pijper en ging zich meer toeleggen op het componeren. In 1949 verhuisde de componist met zijn grote gezin naar Hilversum en daar bleef hij wonen en werken tot zijn dood in 1981.
Nazaten van de componist hebben in 1992 de Stichting Oscar van Hemel opgericht. Eén van hen is Oda Waes- van Hemel, de jongste dochter. Voor haar is het onwennig om over hem te praten. ,,Ik kom uit een groot katholiek gezin. Ik ben het jongste kind van elf kinderen. Ik heb mijn vader niet als jonge man gekend. Toen wij in 1949 aan de Emmastraat in Hilversum kwamen wonen was ik zeven en pas toen hij eind in de zestig was leerde ik hem echt kennen.”
Voor een professioneel componist was hij een laatbloeier. Als hardwerkende violist en docent kwam hij niet tot componeren. Dat was een enorme frustratie voor hem. ,,Mijn moeder, die de organisator was van het gezin, zorgde dat mijn vader werk kreeg in Hilversum. Zijzelf werkte als onderwijzeres en mijn oma, die bij ons inwoonde, deed het huishouden. Het was een groot gezin. We hadden het niet lux, maar er was altijd genoeg te eten.”
Naast de inspanningen van haar moeder dankt Van Hemel zijn carrière ook aan componist Willem Pijper. Rond zijn veertigste (1931-1933) volgde hij compositielessen bij Pijper. Pijper zorgde er met zijn pedagogische vaardigheden voor, dat Van Hemel zich onbelemmerd verder kon ontplooien.
Het latere succes van haar vader, met veel opdrachten voor onder meer de omroep en de gemeente Hilversum, maakte zijn jongste dochter van dichtbij mee. Hij was ook muziekrecensent voor de Gooi- en Eemlander. Haar eigen beroepsleven begon toen ze op haar achttiende het huis verliet en ging werken als verpleegkundige. In het ziekenhuis leerde ze haar man kennen. De laatste twintig jaar heeft ze gewerkt als trouwambtenaar van de gemeentes Hilversum en Bussum. Deze bijzondere functie legt ze eind van dit jaar neer.
Oda Waes-van Hemel omschrijft haar vader als een bescheiden man die soms ongeduldige kon zijn. Hij hechtte veel waarde aan waardering. ,,Hij vond het vreselijk dat zijn werk in de jaren zeventig niet meer werd uitgevoerd. De moderne klassieke muziek vond hij verschrikkelijk. Hij maakte zelf melodieuze muziek en was dol op de muziek van impressionisten als Ravel en Debussy.”
Nu ze zelf ouder is, luistert ze vaker naar de muziek van haar vader. ,,Zijn ‘Tweede vioolconcert’ mag ik graag beluisteren. Ook zijn ‘Eerste’, dat ik weer hoorde en uitgevoerd door zijn kleindochter Muriel van Hemel, vind ik prachtig.” Met enig ontroering vertelt ze: ,,Hij heeft pianostukjes voor mij geschreven, die ik vaak speel, ik denk dan ‘Wat heb je gedacht toen je dit schreef? Hij was een romanticus.’’
125e herdenkingsjaar Oscar van Hemel voor meer informatie www.oscarvanhemel.nl
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren:
Het einde begint in eeuwigheid
- At juli 31, 2019
- By Rudolf
- In Overigen, Poëzie
- 0
Drie jaar lang is prentenmaker Gijs Elzinga (74)in zijn atelier in Muiden bezig geweest om zijn grafisch-poëtisch kunstobject ‘Eindig in eeuwigheid’ te ontwikkelen en vorm te geven. Dit project staat op één strook papier van ruim 15 meter lang en een halve meter hoog. Het zijn figuratieve prenten, veelal in pasteltinten, die hij door middel van gedichten in twee verhaallijnen met elkaar verbond. Eén lijn heet ‘Schepping’; daarin zijn de dagen van de schepping uit de Bijbel verwerkt. De andere lijn heet ‘Jij en ik’. De lange rol wordt opgehangen op een doorzichtig rond scherm, waar inhoud en vorm dan samenkomen. Het unieke prentenobject is te zien in de Grote Kerk in Muiden.
Elzinga heeft een interessante loopbaan in de academische wereld achter de rug. Hij studeerde geneeskunde, werd onder meer hoogleraar fysiologie aan de Vrije Universiteit en eind jaren negentig voorzitter van het programma ter bestrijding van tuberculose bij de World Health Organization (WHO).
proefpers
Hij verrichtte altijd analytisch denkwerk op hoog niveau. Het is verrassend dat zijn prentenmakerij een gevoelskant laat zien en ambachtelijk is. ,,Ik ben vrij handig en het ambachtelijke vind ik leuk om te doen. Ik heb het mijzelf aangeleerd. Door het lezen van stapels boeken verdiepte ik mij in de verschillende technieken van grafiek. Eerst begon ik met afdrukken met een lepel en daarna gebruikte ik een mangel.” Uiteindelijk nam Elzinga een proefpers over afkomstig uit de Staatsdrukkerij. Een proefpers werd vroeger gebruikt voor het afdrukken van één exemplaar als voorbeeld om te kijken of een tekst wel goed was.
,,Gedichten schrijven is ook een ambacht. Je moet wel aanleg hebben en belangstelling voor taal. Maar het is ook heel veel oefenen en nadenken.” Het ontwerp maken was in eerste instantie een analytisch proces. ,,Het thema is eindig en eeuwigheid. Het komt voort uit één van mijn eerder geschreven gedichten: ‘Vuurvogel’. De vuurvogel (Feniks) stort zich in het vuur en iedere vijf eeuwen wordt hij uit het vuur weer opnieuw geboren. Een cyclisch gebeuren. Daarom is de vorm ook belangrijk om de prenten en gedichten op één strook papier te krijgen.”
Scheppingsverhaal
Voor het maken van drukvormen gebruikt Elzinga linoleum gelijmd op betontriplex. Hij zaagt daar dan figuren uit. Als een puzzel haalt hij deze vervolgens uit elkaar om elk stukje apart te bewerken met inkt. ,,Dan kun je dus veel kleuren in één drukgang in een prent krijgen. Elke afdruk op de lange strook moet natuurlijk wel meteen perfect zijn, als het mislukt ben je immers die strook kwijt. ”
‘Eindig in eeuwigheid’ zal op tournee gaan en in meer kerken geëxposeerd worden. ,,Het einde begint altijd opnieuw in eeuwigheid. Dit scheppingsverhaal is meer een soort metafoor van hoe wij hier zijn gekomen en waar gaan we naar toe? Het idee is van alle mensen en tijden, en iedereen kan er vast iets mee.”
‘Eindig in eeuwigheid’ van Gijs Elzinga is te zien in de Grote Kerk in Muiden. www.gijselzinga.nl Dit artikel verscheen eerder in 2015 in de Gooi- en Eemlander
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren:
Graven waar geen bloemen liggen
- At september 08, 2018
- By Rudolf
- In Overigen
- 2
In oktober 1992 heb ik, samen met medestudenten van media- en theaterwetenschappen aan de UVA, de reportage gemaakt ‘Graven waar geen bloemen liggen’.
Dit is een korte videofilm over de Joodse begraafplaats in Diemen.
Op het Nationaal Videofestival Gouden Vlam in 1993 kreeg het de tweede prijs in de categorie: reportage.
Druk op de afbeelding om het filmpje te zien.
Reacties zijn altijd leuk!
Schrijf naar info@diversityathome.nl
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren.
Poep- en pies antwoorden rekent Meester Mark goed
- At juli 06, 2017
- By Rudolf
- In Overigen
- 0
In mei 2017 gaf schrijver, journalist en eventjes-docent Mark van der Werf (alias Meester Mark) een lezing in de Bibliotheek van Hilversum. Hij was daar om zijn nieuwste boek Meester Mark rekent het goed te promoten. Dit is een bundeling van schoolopdrachten met fouten die gemaakt zijn door zijn leerlingen. Meester Mark liet daaruit, aan de hand van een PowerPointpresentatie, voorbeelden zien en besprak terloops het wel en wee van het docentenleven. Het zaaltje zat vol met juffen en voor hen was het een feest der herkenning.
Na een jarenlange carrière als journalist (o.a. als politiek redacteur bij het AD) besloot Mark van der Werf in 2011 leraar te worden. Hij begon een opleiding aan de PABO (Thomas More Hogeschool) in Rotterdam en kwam te werken op een multiculturele bassischool in dezelfde stad in West. Als onervaren leraar startte hij als meester Mark in groep drie.
Woordjes aanleren en leerlingen leren rekenen kon hij wel, maar de PABO leerde hem niet hoe je orde moest houden op een ‘zwarte school’. Ook vertelde niemand hem dat een leerkracht elke dag een bups aan administratie te verwerken heeft. Hij schreef zijn schoolervaringen op en deze werden gepubliceerd als columns in het AD.
Onder begeleiding van een ervaren juf gaf hij met succes les aan groep drie. Hij begon zelfstandig in het nieuwe jaar aan groep zeven. Dat bleek een lastige groep. Toen een onhandelbare jongen gum naar zijn hoofd bleef gooien, en met drie man sterk de klas uitgewerkt moest worden, was dat het begin van het einde van zijn loopbaan als onderwijzer. Steeds vaker moest hij zijn stem verheffen in de klas en meester Mark overschreeuwde zichzelf. Het schooljaar maakte hij niet af en hij stopte zijn onderwijscarrière.
Over zijn bevindingen in het onderwijs (de werkdruk, de bureaucratie, de administratie en irritante leerlingen) schreef hij met de nodige zelfspot het boek Meester Mark draait door (2014). Hij kreeg veel respons van onderwijzers op dit boek. In 2015 verscheen Van der Werfs tweede boek: Meester Mark vraagt door. Daarin laat hij leerkrachten aan het woord die hun frustraties uiten over het onderwijs maar ook vertellen hoe zij zich staande weten te houden voor de klas. Boek nummer drie volgde. Voor Meester Mark graaft door (2016) benaderde Van der Werf leerkrachten uit verschillende generaties en schreef hun anekdotes op.
Prettig cadeauboek
Nu is er dan zijn nieuwste boek Meester Mark rekent het goed. Eigenlijk is het een verzameling van schoolopdrachten met foute antwoorden gemaakt door kinderen. Daarvan hebben leerkrachten foto’s gemaakt en ze ingestuurd naar de Facebookpagina van Meester Mark. Leerkrachten sturen hem foto’s toe van werkboekjes, schriften en briefjes. De bijdragen zijn grappig, bijdehand, creatief en soms ontroerend. Ze zitten vol zogeheten kinderlogica. Een mooi grafisch en heel prettig cadeauboek. Uiterst geschikt voor schoolwerk controleurs als juffen, meesters en ouders (verzorgers).
Tijdens de lezing in Hilversum excuseert Mark van der Werf zich er telkens voor, hoe hij als leerkracht te werk ging. Voor knutselen had hij twee linkerhanden en hij kon echt geen orde houden. Hij is een charmante verteller en soms is hij wat hakkelig in zijn woordkeuze. Het is niet gek dat het geen succes is geworden in het onderwijs. Kinderen voelen het haarfijn aan als iemand voor de klas te weinig gezag uitstraalt. Ze nemen dan een loopje met je.
Zijn lezing is vooral voor onderwijzers bedoeld. Op een projectiescherm plaatst hij stellingen die de ex-schoolmeester dan merendeel lichtvoetig bespreekt. Soms geïllustreerd door dia’s van zijn nieuwe boek Meester Mark rekent het goed.
Fouten analyseren
Analyseer je de foutieve antwoorden van de schoolopdrachten dan lees je dat veel kinderen schaamteloos poep- en piesantwoorden geven. Iets wat in mijn generatie (jaren zeventig) onvoorstelbaar zou zijn geweest. Straf zou volgen.
Daarnaast heb ik soms mijn twijfel of er niet wat schort aan het lesgeven in de Nederlandse taal. Er is toch wel duidelijk een verschil in klinkers en hoe je die moet schrijven?
Van der Werf merkt op dat bezoekers via zijn posts op Facebook heel snel en negatief oordelen. Zoals de foto hieronder. Een rode streep door een opdracht is fout, maar het kan ook vernederend zijn en slecht zijn voor het zelfvertrouwen van het kind.
Het boek biedt ook reflectie. Wat valt er te leren van de foutieve antwoorden? Als voorbeeld geeft Meester Mark het werkblad van de metriek. Als kinderen niet worden uitgedaagd en het is te veel van hetzelfde, dan haken kinderen af.
Ergens vraag ik mij af of kinderen dit wel allemaal zo leuk vinden: hun foute antwoorden gepubliceerd. Is daar toestemming voor gegeven? Later lezen ze hun fouten terug en dan?
Positieve adviezen
Dat de Meester Mark-boeken het goed doen bij het onderwijspersoneel is niet verwonderlijk. Tijdens de lezing kwam hij met allerlei positieve adviezen, door schade en schande wijzer geworden in het vak.
Zo poneert hij dat leerkrachten meer moeten opkomen voor zichzelf om te kunnen ontsnappen aan de werkdruk. Hij memoreert dat docenten nog tot heel laat in de nacht in het Parnassus schooladministratiesysteem de rapportages van kinderen zit in te voeren.
Ook vertelt hij dat veelal vrouwelijke leerkrachten niet kunnen stoppen met bepaalde kwesties te blijven evalueren. Weet een goede scheiding te hanteren tussen school en privé. Wat soms heel moeilijk is; zeker als je één van de weinige docenten bent in een dorpje, bijvoorbeeld op Texel.
Als laatste wil hij aankaarten dat je als docent jezelf ook de ruimte moet geven om nieuwe dingen te leren. Zo noemt hij de nieuwe media als voorbeeld. De avond werd afgesloten met gesprekjes en de verkoop van zijn boeken. Toen een (oud) juf twee boeken van hem wilde kopen onder de inkoopprijs ging hij toch overstag. Geen carrière in het onderwijs voor Meester Mark misschien in de detailhandel?
Meester Mark rekent het goed
Paperback, 14,5 x 21 cm
175 pagina’s, fullcolour
Nederlands, Scriptum uitgeverij
ISBN boek : 9789463190459
€ 12,50
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren.
Een autist, een fantast en een man met een midlifecrisis. Allemaal loser-films #IFFR 2017
- At februari 21, 2017
- By Rudolf
- In Overigen
- 0
Het International Film Festival Rotterdam onderscheidt zich van andere festivals door niet mainstream te zijn. De vertoning van commerciële Hollywoodfilms zijn dan ook op één hand te tellen. De meeste IFFR-films zijn serieuze films waarin personages tobben met de werkelijkheid. ‘De loser’ is een dankbaar thema; mislukkelingen die in veel gevallen ongewenst gedrag vertonen. Hun acties veroorzaken allerlei problemen voor zichzelf en voor hun omgeving. Het filmprogramma VPRO Big Screen van IFFR 2017 bevatte veel loser-films. Drie loser-films zijn er uitgelicht: een met een autist, een fantast en een man met een midlifecrisis.
Lemon
Als eerste de Amerikaanse debuutfilm Lemon van Janicz Bravo. Een tragikomische film a la ‘Woody Allen’ met joodse humor en de nodige neurosen. De veertigjarige Isaac Lachmann is hier de loser. Als hij verlaten wordt door zijn blinde vriendin komt hij zichzelf onplezierig tegen. Hij is als regisseur verbonden aan een theatergroep. Wanneer blijkt dat zijn regieassistent Alex succesvol is in de professionele ‘showbusiness’ wordt hij jaloers. Het enige dat Isaac heeft bereikt is model staan in reclamecampagnes over ziektes. Daarnaast heeft hij ook geen geld; hij wordt financieel onderhouden door zijn ouders.
Isaac vertoont op een gegeven moment steeds meer curieus gedrag. Uit jaloezie spuit hij de auto van collega Alex vol met verf. Heel krampachtig krijgt hij een ‘date’ met donkere vrouw. Gênant staat hij op haar BBQ-feestje uitleg te geven over de moeilijke positie van de zwarte bevolking in de maatschappij. Dat hij zo onaangepast is kan je hem bijna niet kwalijk nemen. Want als je zijn ouders en familie ziet, herken je bij hen dezelfde autistische neurotische trekjes. Lemon bevat flauwe pies- en poepgrappen en dat verdoezelt de boodschap: dat je, als je faalt, je leven opnieuw moet uitvinden.
Family Life
In de film Family life van de Chileense regisseurs Alicia Scherson en Cristián Jiménez zien we een loser van het type uitvreter en fantast. In deze meer dramatische dan komische film gaat het over Martín die op het huis past van zijn verre neef Bruno, die met vrouw en kind lang op vakantie gaat. Tegen de verwachtingen in begint de film met een schets van het familieleven van Bruno. Het lijkt allemaal pais en vree.
Van Martín weten we weinig. Zijn vader is net overleden en bij wijze van erfenis heeft hij fotoboeken meegenomen. Werken doet hij niet, maar we zien hem wel veel roken en drinken. Hij heeft maling aan het huis waarop hij moet passen.
Zodra Martín de kwijtgeraakte poes moet zoeken ontmoet hij de alleenstaande moeder Paz. Hun aanvankelijk alleen seksuele relatie groeit al snel uit tot een serieuze relatie. Maar Martín liegt. Hij doet alsof hij gescheiden is en de woning en de gezinsfoto’s van hemzelf zijn. Nog voordat Bruno en zijn gezin terugkomen is Martín gevlogen, het huis achtergelaten als een puinhoop. De leugenpraatjes en de ongemakkelijke situaties zijn pijnlijk grappig. Ondanks het overtuigende acteerwerk zet Family Life je niet aan tot denken. Hooguit weet je dat een loser die de boel bedondert, niet meer te vertrouwen is en geestelijke bijstand nodig heeft.
Pop Aye
Op het eerste gezicht is architect Thana in de Thaise film Pop Aye van Kirsten Tan geen loser. Maar hij lijdt aan een midlifecrisis. Aanleiding hiervoor zijn problemen op zijn werk. Zijn architectenbureau, waar zijn zoon nota bene de scepter zwaait, keurt zijn werkvoorstellen af. Als hij ook merkt dat zijn vrouw weinig interesse in hem toont, raakt hij teleurgesteld in het leven. Hij richt zijn aandacht op een olifant die hij steeds ziet rondlopen in de stad Bangkok. In hem herkent hij de olifant Pop Aye uit zijn jeugd waarmee hij als jongetje op het Thaise platteland opgroeide. Hij koopt de olifant en neemt hem mee naar huis. Maar als de olifant zijn tuin verwoest en in zijn huis komt, wordt Thana door zijn vrouw het huis uit gezet. Hij besluit het die naar zijn geboortedorp terug te brengen.
In deze grappige soms absurdistische ‘pelgrims’-roadmovie komt van alles op zijn pad. Zo belandt hij uitgeput bij de armzalige hut van een landloper. Deze arme man vertelt een verhaal over de mensen die hij is kwijtgeraakt, zoals zijn vroegere vriendinnetje. Thana helpt hem gul. De zwerver komt echter door een scooterongeval om het leven, toevalligerwijs net op dezelfde weg waarover later Thana arriveert. Het leven is hier absurdistisch.
Thana wordt door politieagenten aangehouden. Hij heeft geen vergunning voor Pop Aye en wordt de grens over gezet. De corrupte bureaucratische Thaise agenten worden hier hilarisch neergezet door de geëngageerde regisseuse. Uiteindelijk komt hij met Pop Aye aan in zijn oude dorp, wat geen dorp meer blijkt te zijn, maar hoogbouw met flats. Pop Aye is een warme film zonder sentimenteel te worden. Een hoopgevend verhaal over mededogen en doelen stellen. Terecht winnaar van de VPRO Big Screen Award 2017.
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren.
Een workshop in Pier K Nieuw Vennep
- At december 26, 2015
- By Rudolf
- In Overigen, Workshop
- 0
Op zaterdag 9 januari 2016 gaf ik een workshop ‘Communiceren met de pers’ in Kunst- en Cultuur gebouw Pier K in Nieuw-Vennep.
En de positieve reacties waren:
– ‘Duidelijk met beelden en goede voorbeelden’
– ‘Aangepast op de deelnemers’
– ‘ Zeker veel nuttige informatie, waar ik zelf nog nooit van heb gehoord’