Gastgezin Van der Steen voor Liszt Concours
- At maart 14, 2021
- By Rudolf
- In Klassieke muziek, Overigen
- 0
Aan de twaalfde editie van het Franz Liszt Concours in Utrecht doen jonge pianisten van heinde en verre mee. Dit prestigieuze muziekconcours wordt sinds 1986 om de drie jaar georganiseerd. Al die talentvolle buitenlandse pianisten verblijven voor de duur van het concours bij gastgezinnen. De familie Van der Steen in Bussum stelt sinds 2009 hun huis en vleugel beschikbaar voor deze muzikale logees.
De regel is dat alleen pianisten in de leeftijd van 18 tot en met 28 jaar deelnemen aan dit concours. Dit jaar komen ze uit tien verschillende landen. Het Liszt Concours is niet de enige muziekwedstrijd in de wereld waar jonge pianisten aan deelnemen. Voor hun is dat veel reizen, logeren in hotels of gastgezinnen en hard studeren. De missie is: ontdekt worden en doorbreken.
Akzo-Nobel
De familie Van der Steen kent het leven van overal wonen en werken in de wereld. Oorspronkelijk komen ze uit Amsterdam. Arie van der Steen was werkzaam in de chemie, met name bij Akzo-Nobel , en zijn vrouw Lia was onder andere werkzaam in het personeelsveld. ,,Tot 2014 heb ik alleen maar gereisd voor mijn werk”, zegt Arie van der Steen. ,,In 1980 werd ik voor het eerst uitgezonden naar Amerika.” Het stel woonde in New York, Rome en een lange tijd in Brazilië. Twintig jaar geleden zijn ze in Bussum komen wonen. ,,Wat wij altijd leuk hebben gevonden is kunst, cultuur en muziek”, vertelt Lia. ,,Ik leerde pianospelen en erfde een vleugel van mijn tante. Op een gegeven moment vroeg mijn buurvrouw: ‘Wil je niet bij het Liszt Concours komen?’ De kinderen waren toen net het huis uit en we hadden op de tweede verdieping een badkamer en een slaapkamer over. En natuurlijk de piano. Ik heb me toen opgegeven.”
Lia van der Steen noemt de logees altijd ‘de kinderen’. ,,We hebben onder ander een Zwitser gehad, twee Russen, een Zuid-Afrikaan en een Chinees. Tussendoor kregen we nog een pianist buiten het concours om die we een paar weken huisvestten.” Het concours werkte in het begin volgens een knock-outsysteem. ,,Als een pianist niet door de eerste selectie kwam, was hij of zij al naar een paar dagen weer weg. Nu is de opzet veranderd. De musici nemen deel aan drie rondes (pianotranscripties, kamermuziek en originele composities van Liszt en dit jaar ook Beethoven). Ze zijn gedurende het hele concours aanwezig zijn en verblijven hier dus minimaal twee weken.” Hoe gaat zo’n logeerpartij in z’n werk? Arie: ,,We halen de deelnemer op, die wordt geïnstalleerd en we leggen uit hoe ze met het openbaar vervoer in Utrecht moeten komen. Dan geven we ze een huisdeursleutel en zeggen: daar staat de piano. Wij trekken ons terug.”
Vriendschap opbouwen
Ze proberen de pianisten altijd op hun gemak te stellen. Ze weten namelijk als geen ander hoe het is om je in een vreemd land te moeten aanpassen. Lia: ,,We eten altijd gezamenlijk. Je vertelt dan zelf kort waar je allemaal geweest bent en dan blijkt dat ze vaak ook overal gewoond hebben. Je hoort wat over hun achtergronden en jeugd. ” Met enkele logees hebben ze een vriendschap opgebouwd. ,,Sommige pianisten die niet doorgaan naar de finale proberen het drie jaar later weer en willen dan graag weer op hetzelfde adres logeren. Je krijgt dan snel een band met ze.” Met veel plezier vertellen ze over hun vriendschap met de Franse pianist Simon Ghraichy en de Russische Elena Gurina. Lia: ,,Simon is als een van de weinige Liszt Concours-deelnemers doorgebroken. Hij heeft al verschillende cd’s opgenomen bij DGG. Als hij in Parijs of in de buurt een concert geeft dan worden we altijd uitgenodigd.”
Meedoen aan een concours levert veel stressmomenten op. Hoe ga je daar als gastouder mee om? Arie: ,,Ze zijn gewend om met stress om te gaan! Meestal is het oefenen en nog eens oefenen. We hebben wel eens in de auto op weg naar Vredenburg gehad dat de pianist nog heel zenuwachtig met de partituur bezig was. Maar we houden ons dan zo afzijdig mogelijk. Je bent er voor hen en niet voor jezelf. En als het gezellig is, dan is dat mooi meegenomen.” Lia: ,,Je moet niet als een ouder met ze omgaan maar eerder als vriend of vriendin. Het is aardig om na een concert iets leuks is te doen. Dan willen de pianisten zich vaak even afreageren. Even een glas wijn ergens drinken. Maar de volgende dag is het weer oefenen.”
Liszt Concours stond gepland van 17 tot en met 22 maart 2020 in Tivoli Vredenburg Utrecht maar ging niet door vanwege de eerste lockdown. www.tivolivredenburg.nl.
Dit artikel lees je gratis. Kun je het waarderen? Steun mij:
Chamber Music Festival 2020 uitgebreid
- At maart 14, 2021
- By Rudolf
- In Klassieke muziek, Overigen
- 0
‘Love and Death’ is het thema van de zevende editie van het Weesp Chamber Music Festival. Vier dagen lang, van 5 tot en met 8 maart 2020, biedt dit muziekfestival een programma met aandacht voor diverse componisten en in het bijzonder Beethovens 250e jubileumjaar. In vergelijking met vorige edities is er dit jaar een breder randprogramma met kinderconcerten, schoolprojecten en masterclasses. Stichting Chamber Weesp Music runt dit grote muziekfestival met behulp van een grote groep enthousiaste vrijwilligers. De artistieke leiding is zoals elk jaar in handen van het Navarra String Quartet.
Violiste Marije Johnston van het Navarra Quartet: ,,Altviolist Sascha Bota is sinds 2018 bij ons kwartet gekomen. Hij heeft muziekwetenschappen gestudeerd en maakt de vaste programma’s; hij is het brein.” Tijdens het openingsconcert op donderdag 5 maart in de Van Houtenkerk klinkt werk van Pérez, Puccini, Schubert en Janáček. ,,Dit programma hebben we vaker gespeeld en ook al op cd gezet. We spelen deze werken met tussendoor telkens een klein stukje muziek van György Kurtág. Dat zijn kleine muzikale gedichtjes. We willen dat niet laten onderbreken door applaus. Op die manier ga je intensiever luisteren en krijgt de muziek meer verdieping.”
Beethoven 250 jaar
Ook het WCMF herdenkt Beethovens 250e geboortejaar met veel van zijn muziek. Op 6 maart speelt het Navarra String Quartet, samen met violiste Sini Simonen en pianiste Natacha Kudritskaya, Beethovens bekende ‘Kreutzersonate’. Daarbij leest acteur Kees Scholten passages voor uit de gelijknamige roman van Leo Tolstoj. ,,Dit verhaal gaat over de jaloerse Pozdnyshev die denkt dat zijn vrouw een affaire heeft met een violist met wie zij de Kreutzersonate speelt. We beginnen het concert met een kort stuk dat speciaal voor dit concert is gecomponeerd door Simon Rowland-Jones.” Later op de avond zingt Karin Strobos de liederencyclus ‘An die Ferne Geliebte’ van Beethoven in een bewerking voor strijkkwartet en mezzosopraan. Hier gaat het niet over zelfzuchtige liefde maar over onbeantwoorde liefde.
Meer muziek van Beethoven wordt ten gehore gebracht door het Navarra Quartet met gasten op zaterdagavond. Onder andere zullen klinken ‘Pianotrio op 70’, ‘Strijkkwartet nr. 7’en ‘Mondscheinsonate’. ,,Zondag 8 maart brengen we het programma ‘Musikalische Opfer’ ook weer met verschillende componisten. En omdat het dan ook Internationale Vrouwendag is hebben we een extra programma met alleen maar vrouwelijke componisten. We spelen muziek van de bekende componistes Alma Mahler en Fanny Mendelssohn, maar ook de minder bekende Amerikaanse Amy Beach van wie we het prachtige ‘Pianokwintet Op.67 laten horen. Muziek van de Nederlandse Henriëtte Bosmans heb ik zelf gekozen. Het programma heet ‘Zachte Kracht’ en verwijst naar een gedicht van Henriëtte Roland Holst: ‘De zachte krachten zullen zeker winnen’.” Terugkijkend op eerdere edities van het WCMF zegt Johnston: ,,We weten steeds beter hoe het moet. Er is ook veel bijgekomen: nieuwe locaties en vooral educatieve activiteiten. Die zitten allemaal in de randprogrammering en zijn vooral geregeld door het bestuur.”
Willem van Oranje
Bestuursvoorzitter Ria van der Giessen beaamt dat de randprogrammering is uitgebreid. Veel prachtige muziekprojecten kwamen op haar pad. Op het Delft Chamber Music Festival ontdekte ze de kindermuziekvoorstelling ‘Willem, de opera’ over prins Willem van Oranje. ,,Het leuke is dat het stuk heel basaal is. De kinderen zingen liedjes uit opera’s met Nederlandse teksten die ze thuis instuderen. Er worden hele simpele dingen verteld over hoe de prins koning werd.” Naast de gebruikelijke schoolprojecten en de opera werd ook spontaan aangeboden om de Classic Express-bus (een rijdende concertzaal waarin jonge kinderen kennismaken met klassiek muziek) naar Weesp te laten komen. ,,Toen dat was geregeld zei iemand: dan moet er ook een concert komen voor baby’s. Goed. We hebben nu de synagoge gehuurd en violiste Floor le Coultre en gitarist Martin van Hees geven daar een babyconcert. Dat is interactief: ze gaan naar de baby’s toe, spelen liedjes en kijken hoe die reageren op de klanken.”
In de randprogrammering is ook plek ingeruimd voor masterclasses die gegeven worden door violist Pavel Fischer en het Bardolino ensemble. ,,Heel apart: toen ik op zoek was naar andere muziek voor het festival op internet ontdekte ik Pavel. Wat bleek: hij heeft ooit muziekles gegeven aan enkele leden van het Navarra Quartet in Manchester toen ze 18, 19 jaar oud waren. Ook zo’n toevalligheid. Bardolino speelt in Café-Restaurant Aaltje Oost-Europese volksliedjes en dat doet het ensemble daar gratis.”
www.chambermusicweesp.nl
Dit artikel lees je gratis. Kun je het waarderen? Steun me:
Jubileumconcert Ruud Bos in MCO
- At maart 08, 2021
- By Rudolf
- In Klassieke muziek, Theaterconcert
- 0
Componist, dirigent en pianist Ruud Bos zit zestig jaar in het vak. Zijn jubileum wordt gevierd met een concert door het Goois Symfonie Orkest onder leiding van Joost Geevers. Bos heeft van zijn eigen werk een programma samengesteld en laat in het MCO in Hilversum ook een nieuw stuk in première gaan: ‘Oud over’.
Het Goois Symfonie Orkest, dat bestaat uit amateurmusici en (oud) professionals, heeft in 2018 ook al een compositie (‘Hille’) van Ruud Bos uitgevoerd. Dat was toen in het kader van Hilversum 100 jaar Mediastad. ,,Dat was toen goed bevallen”, vertelt dirigent Joost Geevers. ,,Bos zocht toen contact met ons. De programmering voor zijn jubileumconcert hebben natuurlijk aan hemzelf overgelaten. Het is zijn feestje en wij zijn reuzetrots dat we daaraan mogen bijdragen!”
Efteling
Ruud Bos (1936) heeft veel muziek geschreven: liedjes voor cabaretiers, voor televisieseries en films. Geevers: ,,Ik was al jong groot fan van hem. De muziek die hij schreef voor de Efteling voor verschillende attracties, maakte enorme indruk op mij. Zijn muziek is echt toepasbare muziek. Maar het is ook meer: je kunt zijn muziek uit een film of theaterprogramma halen en op een podium spelen. Het blijft als ook concertmuziek gewoon goed overeind.”
De dirigent vertelt verder dat Bos’ muziek klassiek geïnspireerd is, maar ook jazz- en popelementen bevat. ,,Heel interessant is hoe hij harmonieën bedenkt en daarin zijn instrumenten gebruikt. In de Efteling bijvoorbeeld hoor je in de ‘Fata Morgana-attractie’ uitgesproken Arabische filmische muziek die je meteen in een oosterse sfeer brengt.” Geevers vindt dat Bos’ muziek lastig te omschrijven valt, maar dat het altijd klinkt als Ruud Bos. ,,Hij heeft zijn eigen signatuur.”
Tussen Bos en Geevers (1981) zit decennia in levens- en muziekervaring. De een heeft zijn muziekopleiding gedaan in de jaren vijftig en de ander in de jaren negentig. ,,Toch is er weinig verschil in aanpak. Ruud is enorm flexibel. Hij heeft veel vertrouwen in hoe wij spelen. Bij de repetities doet hij niet zozeer mee, maar blijft juist op de achtergrond. Soms geeft hij een heldere opmerking, maar voor de rest laat hij het werk aan mij over.”
Maaike Widdershoven
Bos heeft uit zijn eigen muziek een programma samengesteld. Het Goois Symfonie Orkest zal televisietunes spelen als ‘De Fabriek’ en ‘De Appelgaard’ en met medewerking van Maaike Widdershoven en Wil van der Meer worden liedjes gezongen als ‘De enige, de echte’, ‘De Scheveningse Tram’, ‘Alleen uit leed’ en ‘De Fabeltjeskrant’. Ook zal er filmmuziek klinken als ‘Het Verboden Bacchanaal’. ,,Het zijn niet alleen maar bekende muziekstukken. Eerder een gevarieerde keuze met werk dat hij zelf mooi vindt. Ivo de Wijs praat het programma aan elkaar met allerlei anekdotes over Ruud.”
Speciaal voor dit muzikale eerbetoon heeft de jubilaris een nieuw werk gecomponeerd met als titel ‘Oud over’. Als inspiratiebron gebruikte Bos de schoonheid van het landschap langs de weg Oud Over die leidt naar Loenen aan de Vecht. ,,Je denkt dat Bos bij dit stuk alles uit de kast trekt en er spectaculaire muziek van heeft gemaakt, maar dat is niet zo. Het is een poëtisch en impressionistisch stukje geworden. Heel klein als een rustig intermezzo. Het zorgt er ook voor dat een subtiele kant van het orkest goed uit de verf kan komen.”
Lichte muziek
Het GSO is gewend met name klassieke muziekcomposities uit te voeren. De ‘lichte’ muziek van Bos is een heel ander genre. Het instuderen is een hele kluif. ,,Ten eerste lijkt zijn muziek eenvoudig op papier. Niet veel noten om te spelen, maar elke noot moet op zijn plek zitten. Want speel je het verkeerd, dan is meteen de sfeer weg. Het luistert echt nauw. Ook is de timing veel directer dan we gewend zijn. Het laatste wat opvalt is dat sommige stukken swing nodig hebben. Daarom is er ook een jazzcombo bij betrokken om de muziek meer schwung te geven.”
De jonge dirigent heeft veel bewondering voor Bos’ vakmanschap en zijn jeugdige energie. ,, Hij is ook een componist, die met een leeg blad kan beginnen en dan vanuit het niets tot altijd iets interessants komt. Wat hij allemaal gedaan heeft in die jaren en hij doet nog steeds zo veel! En de ideeën blijven maar komen.”
Jubileumconcert Ruud Bos met het Goois Symfonie Orkest o.l.v. Joost Geevers vond plaats op 1 maart, 2020 om 15.00 uur in het MCO in Hilversum. Medewerking: Maaike Widdershoven en Wil van der Meer (zang) en presentatie Ivo de Wijs.
Dit artikel lees je gratis! Kun je het waarderen?
Frank Peters veelzijdige pianist
- At maart 07, 2021
- By Rudolf
- In Klassieke muziek
- 0
Toppianisten Frank Peters en Caspar Vos hebben veel dingen gemeen. Ze kregen les van dezelfde docent (Jan Wijn) en houden beiden van Russische componisten, in het bijzonder van Nikolaj Medtner. Samen verzorgden ze op concertpodium Bij Andreas in Naarden een Russisch programma op twee vleugels.
Een veelzijdige pianist, zo kun je Frank Peters (1965) wel noemen. Zo geeft hij onder andere veel recitals en concerten met collega’s en is hij de vaste pianist van het Hexagon Ensemble. Daarnaast is hij verbonden als pianodocent aan het Conservatorium van Amsterdam. Vanaf zijn achttiende speelt Peters professioneel en als hij terugkijkt op zijn carrière weet hij genoeg hoogtepunten op te noemen. ,,Een hoogtepunt was die keer dat ik het derde pianoconcert van Rachmaninov speelde en de fluitiste uit het orkest later mijn vrouw werd. Verder behoren de concerten met het ensemble Quatuor Danel tot de hoogtepunten. Daar heb ik altijd veel inspiratie uitgehaald.”
Caspar Vos (1988) kent Peters al heel lang. Hij kreeg zelf pianoles van hem. ,,Als jongentje van elf kwam hij naar mij toe. Hij woonde bij mij in de buurt en in het begin was Caspar meer geïnteresseerd in voetbal dan in oefenen. Op een gegeven moment dacht hij: als ik iets meer mijn best doe dan kan het pianospelen wel leuker worden. Daar heb ik hem enorm in gestimuleerd.” Op zijn achttiende ging Vos studeren bij de bekende pianopedagoog Jan Wijn.
Jan Wijn
Ook Frank Peters heeft les gehad van Jan Wijn. Wat is kenmerkend voor de Jan Wijn-methode? ,,Hoe moet je dat verwoorden? Het is een bepaalde klankesthetiek. Caspar en ik spelen eenzelfde soort geluid. We laten ons niet verleiden tot uiterlijkheden of buitenkanten; dat je met een snel nootje iets mooier maakt; even catchy laat klinken. We zijn ook allebei grote mannen die vrij bewegingloos spelen. We verliezen ons niet in allerlei theatrale bewegingen die er misschien artistiek uitzien maar die niets toevoegen. Dat hebben we van Jan Wijn.”
Opvallend is dat beide pianisten een grote interesse hebben voor de Russische cultuur en muziek. ,,Als jongetje van zeven herkende ik al heel snel dat iets typisch Russisch was. Ik heb altijd grote belangstelling gehad voor Rusland. Talloze keren ben ik in Rusland geweest om er rond te reizen en er te spelen. Caspars fascinatie voor Russische muziek ontstond denk ik bij mij in het leslokaal. Daar zag hij mijn kast vol Russische boeken en partituren staan. Hij was ook nieuwsgierig van aard en vroeg er van alles over.”
Bij Andreas brengt het duo transcripties voor piano vierhandig van Russische componisten. Uit de suite ‘De Notenkraker’ van Tsjaikovski spelen ze enkele delen. ,,Je denkt dat dit werk uitgevoerd door twee vleugels veel volume zal geven, maar de meeste dansen klinken juist intiem, met verfijning en transparantie. De ‘Symfonische dansen’ van Rachmaninov geven wél een flink geluid maar dat komt ook door de muziektextuur. Van dit nostalgische werk spelen we alleen maar het eerste deel. 25 jaar woonde Rachmaninov buiten Rusland en hij verbleef lange tijd in Amerika. Hij componeerde toen heel weinig en was daar vooral actief als pianist. De ‘Symfonische dansen’ zijn heel Russisch. Er spreken duidelijk melancholie en verlangen naar zijn moederland uit. Enorm krachtig en bijzonder kleurrijk.”
Nikolay Medtner
Als derde werk zal klinken het energieke stuk ‘Opus 58’ van Nikolaj Medtner (1880-1951), een van Peters favoriete componisten. ,,Zijn muziek is verwant aan die van Rachmaninov. Zij waren twee ouderwetse jongens die niet meegingen met de moderne muziek in die tijd, zoals die van Prokofjev of Stravinsky.” Veel succes had Medtner in zijn tijd niet. ,,Het is geen makkelijke muziek. Het is uniek, integer en vooral emotioneel. Als een van de weinige componisten probeert hij het gevoel van gelukzaligheid weer te geven. Ik zie het als mijn missie om zijn muziek onder de aandacht te brengen, ook bij mijn studenten. Daarom was het extra bijzonder dat Caspar, toen hij bij mij studeerde, zelf met Medtners muziek kwam aanzetten. Ook bij hem heeft de muziek van Medtner een rode draad in zijn werk gevormd. Caspar heeft zelfs Medtners pianosonates op de plaat gezet. Op dit moment ben ik ook weer bezig met Medtner. Samen met mezzosopraan en harpiste Ekaterina Levental neem ik alle vocale werken van hem op. Een groot en bijzonder project.”
Recital op twee vleugels met Frank Peters en Caspar Vos. Was te horen op zondag 1 maart 2020, 16.00 uur in Bij Andreas in Naarden.
Je leest dit artikel gratis. Kun je het waarderen? Steun mij:
Viride Kwartet is krachtig en jeugdig
- At februari 25, 2021
- By Rudolf
- In Klassieke muziek
- 0
Jong en veelbelovend is het Viride Kwartet. Het bestaat nog geen twee jaar maar heeft alle potentie om zich te ontwikkelen tot een toonaangevend kamermuziekensemble. In 2018 behaalde het Viride Kwartet de tweede prijs op het Prinses Christina Concours en daarna werd hen een beurs toegekend uit het Kersjesfonds. Ze traden al op bij Podium Witteman.
De leden van het Viride Kwartet kennen elkaar van de School voor Jong Talent van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Het bestaat uit Salomé Bonnema (2001) en Iris Kengen (2000) op viool, Sedna Heitzman (2000) op altviool en cellist Jurre Koopmans (2002). De violistes en de altvioliste zitten in het eerste jaar van het Haags conservatorium. In de talentenklas kregen ze les van Koosje van Haeringen. Koopmans zit in zijn examenjaar op de havo en krijgt celloles van Lucia Swarts.
Prinses Christina Concours
Iris Kengen vertelt enthousiast dat zij en Bonnema in de talentenklas al graag kwartet wilden spelen en op zoek waren naar een altviolist en cellist. ,,Het was niet iets vast,” zegt de negentienjarige violiste. ,,Maar we kwamen erachter dat kwartetspelen erg leuk was. Eens per week kwamen we bij elkaar en zo nu en dan hadden we een concertje voor school, maar niet heel erg serieus.” Het ensemble kreeg echt vorm toen het ergens naar toe wilde werken. ,,We schreven ons in voor het Prinses Christina Concours met als insteek: waarom niet? We gingen ons voorbereiden en harder repeteren op het stuk dat we wilden spelen.”
Het kwartet moest een naam krijgen. ,,Dat was moeilijk. Je zoekt iets wat je gemeenschappelijk hebt: een plek van een ontmoeting bijvoorbeeld maar die was er niet echt. In een melige bui zagen we dat we dezelfde groene ogen hebben. En groen in het latijn is Viride, wat bovendien ook nog ‘krachtig en jeugdig’ betekent.”
Door het winnen van de tweede prijs op het Prinses Christina Concours kwam er meer aandacht en werd het kwartet gevraagd voor concerten. Met het ontvangen van de ‘Kersjesprijs’ werd het kwartet professioneel erkend. ,,We hebben veel te danken aan deze beurs. Kijk, in de talentenklas en op het conservatorium heb je nauwelijks kamermuzieklessen, die bovendien uit eigen zak vaak moeilijk te betalen zijn. Maar nu hebben we twee zomercursussen kunnen doen op het Orlando festival, en een op de Zeister muziekdagen.” Ze werden gecoacht door het Matagni Kwartet en het Dudok Kwartet. ,,Wat je dan leert is ontzettend breed. Het ‘Dudok’ leerde ons een hoop over muziektheorie en hoe je samen dingen instudeert. Ze deelden ook hun eigen ervaringen: over hoe zij dingen regelen en zelfs over wat te doen met ruzies binnen een kwartet.”
Koosje van Haeringen
Bonnema krijgt vioolles van Vera Beths, viooldocente Ilona Sie Dhian Ho doceert Heitzman en Kengen krijgt les van Peter Brunt. Is het voor een kwartet lastig of juist prettig als je les hebt van verschillende viooldocenten? ,,We zaten allemaal al bij Koosje van Haeringen die ons de basistechnieken heeft aangeleerd. Maar verschillende docenten is juist fijn. Je krijgt verschillende invalshoeken. Daardoor leer je extra van elkaar.”
Wat gaat de toekomst dit kwartet brengen? ,,We werken heel hard en we zijn net begonnen aan onze studie en weten niet precies wat de toekomst brengt. Belangrijk is dat je je niet vastlegt op een ding. Je weet nooit hoe het gaat lopen. Dus nu is het met ons kwartet Go with flow. Zo lang het goed gaat, is het leuk.” In 2019 trad het Viride Kwartet op in het Jagthuis in Nederhorst den Berg. www.viridekwartet.nl
Dit artikel las je gratis. Kun je het waarderen? Doneer!
Panfluiter Matthijs Koene maakt autonoom repertoire
- At februari 23, 2021
- By Rudolf
- In Klassieke muziek
- 0
Matthijs Koene wordt panfluiter des vaderlands genoemd. Een geuzennaam. Koene heeft al jaren een missie: de panfluit als autonoom instrument te introduceren in de klassieke muziekwereld. Dat is goed gelukt. Met het Duo Mares (accordeon en altviool) is hij te beluisteren met bewerkingen van muziek van onder anderen Bach en Piazolla.
Panfluitmuziek heeft het label ‘wereldmuziek’ aan zich kleven, met als grote voorbeeld de bekende Roemeen Gheorghe Zamfir. ,,Nog steeds weet een overgroot deel van de mensen niet dat het instrument nog meer kan dan folkloremuziek of commerciële muziek te laten klinken”, zegt Matthijs Koene (1977).”
Plaatje van een panfluit
De liefde voor dit blaasinstrument ontstond bij Koene al vroeg. ,,Mijn ouders wilde dat ik een muziekinstrument ging bespelen. We hadden thuis een orgel staan en kreeg ik orgelles. Maar na zoveel lessen vond ik het niet leuk. Ik mocht een ander muziekinstrument kiezen en van een plaatje koos ik de panfluit. Het was puur visuele aantrekkingskracht. Toevallig werd er juist op de muziekschool een cursus panfluit aangeboden en die ben ik gaan volgen. Ik was zeven jaar. Na mijn eerste les was ik meteen verliefd en ik speelde van ’s ochtend vroeg tot ’s avonds laat.”
Op de muziekschool kreeg hij panfluitles van een dwarsfluitistdocent. Het was vanzelfsprekend dat hij panfluit zou gaan studeren. ,,Aan het Conservatorium in Hilversum werd een studie panfluit gegeven door Nicolai Pirvu van wie ik vanaf mijn dertiende al les had.” Hij kreeg daar tot zijn teleurstelling alleen maar wereldmuziekcomposities te spelen. ,,Ik was als klein jochie ook gek van klassieke muziek. Dan kom je op het conservatorium en wil je graag klassieke muziek spelen maar dat kon niet, want er bestond eenvoudigweg geen klassieke muziek voor panfluit. En niemand zat daarop te wachten. Dat was lastig. Ik moest dus zorgen dat er autonoom repertoire voor dit instrument zou komen.”
300 panfluitcomposities
Dat is hem gelukt. Er zijn intussen bijna 300 composities voor panfluit op verschillende concertpodia in première gegaan. Hedendaagse componisten zoals Theo Loevendie, Daan Manneke, Chiel Meijering, Klas Torstensson en Ron Ford schreven stukken voor hem. Het leverde heb de titel ‘panfluiter des vaderlands’ op. Na zijn cum laude afstuderen in 2001 aan het Conservatorium van Amsterdam geeft hij sinds 2005 zelf les aan deze muziekopleiding.
De panfluiter gaat dieper in op de magie van dit instrument. ,,Wat ik aantrekkelijk vind aan de panfluit is de klank, de flexibiliteit en de vanzelfsprekende kracht ervan.” Hij maakt een verschil tussen de panfluit en de traditionele dwarsfluit. ,,Een panfluit heeft voor elke toon een aparte buis. Het voordeel hiervan is, dat iedere pijp een ideale omstandigheid creëert aan klank vanwege lengte en de breedte van een buis. Een dwarsfluit daarentegen heeft kleppen voor toonhoogteverschillen en daar kun je meer doen met articulaties. In een ademstroom kun je allerlei noten aan elkaar plakken en intervallen spelen. Bij een panfluit is dat ondenkbaar want dan moet je telkens tussendoor de luchtstroom stoppen. Je moet ook voor een hoge naar een lage noot over het hele instrument springen.”
Duo Mares
Hij vertelt verder dat barokmuziek uitgelezen repertoire is om te bewerken voor panfluit. ,,Barok heeft thematisch kortere bouwstenen. Romantiek heeft langere thema’s en die kun je wel met allerlei omwegen spelen, maar je raakt dan wel verwijderd van het origineel.” Koene speelt veel samen met Duo Mares: Esra Pehlivanli op altviool en Marko Kassl op accordeon. ,,We doen trio’s en duo’s en heel veel Bach. Wat ik mooi vind van Bach is onder andere zijn ‘Nun komm’ der Heiden Heiland’ maar ook de sonate BMW 1035 dat ik speel met accordeon; dat is ontzettend gaaf.” Van Astor Piazolla klinkt ‘Ave Maria’ en spelen ze met z’n drieën ‘l’Histoire du tango’ (1986). ,,De harmonieën hierin zijn heerlijk en het heeft aangrijpende thema’s. Zijn muziek zit muzikaal ingenieus goed in elkaar. En het is leuk om te spelen.” www.matthijskoene.nl
Dit artikel lees je gratis! Wil je mij trakteren? Doneer!
Tangomuziek van Bachs Partita
- At februari 23, 2021
- By Rudolf
- In Ballet, Klassieke muziek
- 0
Puristen zullen de wenkbrauwen fronsen bij het zien en horen van de uitzonderlijke combinatie: tangodans op de muziek van Bach. Maar het kan! In de muziektheatervoorstelling ‘Partita’ van muziekgezelschap Musica Extrema en het Internationaal Dans Theater worden onder meer twee bewerkte ‘Partita’s’ van Bach samengevoegd met tango door danskoppel Dominquez.
Artistiek leidster en violiste Tanya Schaap van Musica Extrema weet als geen ander dat tangomuziek verbindt. Ze studeerde klassiek viool aan het Schweelinck Conservatorium in Amsterdam en vervolgens wereldmuziek aan het Conservatorium in Rotterdam. Daar kwam ze ook in aanraking met de Argentijnse tango. Deze mix van krachtige muziek, sensuele dans en gepassioneerde poëzie is ontstaan aan het eind van de negentiende eeuw in de sloppenwijken aan de oevers van de Rio de la Plata in Buenos Aires. Nakomelingen van zwarte slaven mengden hun muziek en dans met die van de seizoenarbeiders en immigranten uit Europa.
Astor Piazolla
,,Ik kreeg op een dag een cassettebandje van Argentijnse muziek en ik was meteen verkocht”, zegt Tanya Schaap. ,,Piazolla kende ik al, maar ik wilde meer tangomuziek horen. Ik ging het verzamelen en dat doe ik nog steeds. Ik ben zelfs naar Argentinië gegaan om tango te studeren bij Fernando Suarez Paz, de eerste violist van het ensemble van Astor Piazolla.”
Een en ander leidde ertoe dat Schaap in 2003 de groep Tango Extremo oprichtte. ,,Al die tijd timmeren wij hard aan de weg. Vanaf 2010 verbreedden wij ons repertoire en veranderden we onze naam in Musica Extrema.” De violiste heeft in samenwerking met het Internationaal Dans Theater meerdere voorstellingen geproduceerd: ‘Tango Mania’ en Tin Pan Alley Parade’; een voorstelling over dansen en muziek uit de jaren twintig.
Jan Rot
,,Het IDT, voorheen Folkloristisch Danstheater, ken ik uit mijn jeugd. Prachtig vond ik de dansen met meisjes in dezelfde kostuums die dan in rijen allemaal gelijk dansen. Dat wilde ik als klein meisje ook graag doen.” Via Jan Rot is ze in contact gekomen met de muziek van Johann Sebastian Bach. Rot heeft Bachs Matthäus Passion hertaald onder de titel ‘Mattheus Passie’. ,,Voor de vijfde keer brengen we zijn ‘Mattheus’. De muziek is helemaal gearrangeerd naar tango en Zuid-Amerikaanse muziek. Er komt altijd een vast publiek op af.”
Voor ‘Partita’ heeft de Duitse componist en musicus Hans Christian Jaenicke twee tango’s geschreven in de stijl van de Bach partita’s. ,,Choreografe Neel Verdoorn kwam met het idee om alleen twee partita’s van Bach te doen met twee dansers. Dat vond ik te eenzijdig en alleen maar vioolsolo te spelen is te intensief. Ik heb er nu zelf een draai aan gegeven.”
Ze vormt samen met pianist Marc Bischoff en Sandor Kem op contrabas een trio. ,,Ik speel wel delen uit de ‘Partita’s’ van Bach maar ook andere stukken van Bach en ook muziek van Händel. Bach was immers een enorme liefhebber van Händels muziek. Tussen de dansen door vertel ik allemaal leuke anekdotes over Bach. Niet de geijkte verhalen, maar dat hij bijvoorbeeld blind werd door een verkeerde behandeling door een oogarts.”
Acrobatiek
Schaap vertelt dat de dansers, het uit Brussel afkomstige koppel Monik en Dante Dominguez, zelf de tangodansen hebben ontworpen. ,,Ze zijn rond de veertig en het is een grappig stel. Ze volgen niet slaafs de voorgeschreven choreografieën, maar vullen zelf ook dingen in. Het zijn dansen waarin zij elkaar aantrekken en afstoten. Zij loopt dan weg en hij gaat er achteraan. Je ziet dus tango, maar ze doen ook aan acrobatiek. Heel erg uitgesproken.”
Wat zullen muziekpuristen van ‘Partita’ vinden? ,,Deze voorstelling is een mooi voorbeeld van ‘out off the box denken’. Dat had ik zelf ook met de ‘Mattheus Passie’ van Jan Rot. Maar ik voel toch een noodzaak om deze muziek op een andere manier te brengen omdat mensen het dat erg leuk vinden. Het is een kruisbestuiving van verschillende disciplines, maar daar pikt iedere kunst- en cultuurliefhebber wel wat van mee. Bovendien is het een leuke aanvulling op het culturele aanbod, zo’n eigenzinnige muziektheatervoorstelling.”
‘Partita’ door Musica Extrema en het Internationaal Dans Theater. www.musicaextrema.nl
Dit artikel lees je gratis! Wil je mij trakteren? Doneer!
James Oesi een exotische contrabassist
- At februari 22, 2021
- By Rudolf
- In Klassieke muziek
- 0
Met zijn lange donkere krullen en contrabas is James Oesi een opvallende verschijning in de klassieke muziekwereld. Maar achter zijn oog springend uiterlijk schuilt een groot muziektalent. In 2012 behaalde hij zijn masterdiploma aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag met als eindcijfer een tien met onderscheiding. Hij is een graag geziene gast in televisieprogramma’s als ‘Podium Witteman’ en ‘Vrije vogels’ en een veelgevraagd orkest- en ensemble lid. Met zijn contrabas, in 1872 gemaakt door Giuseppe Baldantoni, treedt hij veelvuldig op als solist.
Wesi
De achternaam van James Oesi (1988) spreek je uit als Wesi. Het is een zeldzame Afrikaans familienaam. Zijn donkere vader is geboren in Zuid-Afrika en groeide op in London vanwege de apartheid. James’ moeder komt uit Australië. Het stel ontmoette elkaar in Parijs. Zelf is James Oesi geboren in Londen en toen hij twee jaar was verhuisden hij en zijn familie naar Johannesburg.
Toen hij vijf jaar was kregen zijn ouders op de basisschool te horen dat hij een muziektalent was en een instrument moest gaan bespelen. ,,Het was niet gek dat ik viool en piano ging spelen”, zegt James Oesi. ,,Mijn vader speelde ook al jong piano en viool. Het was mijn oma die een viool voor me kocht.” De pianolessen boeiden hem niet zo, maar de viool des te meer. ,,Elke dag studeerde ik wel viool. Ik was verliefd op het instrument.”
Poster
Toch ruilde hij de viool in voor de contrabas. ,,Voor mij was het geen bijzondere keuze om violist te worden. In de strijkersklas zat maar een cellist en verder waren er tien violisten. Dat was beetje saai.” Oesi vertelt dat zijn keuze voor de contrabas kwam van een poster van muziekinstrumenten, die hij op school zag hangen. ,,Ik was toen twaalf. Het leek mij een exotische keuze. Dat ging ik leren.”
Hij was pas zestien toen hij in 2005 met verschillende studiebeurzen ging studeren aan het Tsjaikovski Conservatorium in Moskou. ,,Het was een grote beslissing. Ik was een van de weinige contrabassisten in Zuid-Afrika, maar ik wilde verder. Als ik echt de Yo-Yo Ma op contrabas wilde zijn dan had ik heel wat in te halen. In Rusland kon ik op hoger niveau komen en steengoede techniek en discipline leren.”
Zijn verblijf in Moskou was niet makkelijk. ,,Ik verbleef in een studentenhuis en het stereotype over Rusland, dat het leven zwaar is en soms depressief, dat klopte wel.” In 2009 kwam hij naar Nederland en studeerde hij af bij Quirijn van Regteren Altena aan het Haags Conservatorium.
Komisch effect
Een concertprogramma wat hij graag speelt is met de ‘Suites’ van Bach, ‘Bass trip’ van Letse componist Pēteris Vasks en ‘Failing’ van de Amerikaanse Tom Johnson. ,,‘Bass trip’ (2003) is een lyrische stuk en heeft een melancholische sfeer die ik heel mooi vind. Aan het eind van het stuk moet de basspeler zingen. Dat komt uit het niets en is heel grappig en uitdagend. Dit stuk past in de canon voor contrabas-repertoire.” Over ‘Failing’ (1976) zegt Oesi. ,,Tijdens het spelen omschrijf je wat je aan het doen bent. Je praat over wat je speelt. Dat geeft een enorm komisch effect.”
www.jamesoesi.com
Dit artikel lees je gratis! Wil je mij trakteren? Doneer!
Jubileumconcert 100 jaar COV Excelsior Huizen
- At augustus 20, 2020
- By Rudolf
- In Klassieke muziek
- 0
Christelijk Oratorium Vereniging Excelsior uit Huizen viert haar 100-jarig bestaan met een uitbundig jubileumconcert. Het programma dat gepresenteerd wordt in de Grote Kerk in Naarden bestaat uit drie hoogtepunten uit hun concertgeschiedenis. Te horen zijn het opera-achtige ‘Messa di Gloria’ van Giacomo Puccini (1858-1924), het ‘Gloria in D Groot’ van barokcomponist Antonio Vivaldi (1678-1741) en ‘Psalm 42’ van Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847). COV Excelsior, met zestig koorleden, staat sinds 2012 onder de muzikale leiding van Toon de Graaf.
Tot 1959 heette COV ‘Christelijke Zangvereniging Excelsior’. In die jaren was het repertoire divers, en nam het koor veelvuldig deel aan korenfestivals en aan muziekconcoursen. Toon de Graaf: ,,Ik weet niet precies waarom de naam is veranderd in Oratorium Vereniging, maar het zal wellicht bedoeld zijn als opwaardering. Meestal was een zangvereniging verbonden aan een kerk en bij uitzondering werden klassieke werken gezongen. Vaak bleef het bij concerten met minimale muziekbegeleiding. Een oratoriumvereniging had meer status. Dan bracht je een klassiek concert met grote bezetting: een orkest en solisten.”
Messa di gloria
Voor het jubileumconcert wilde het bestuur van het COV een programma met een historische terugblik. ,,Het moest een programma worden met drie uiteenlopende succesnummers uit het verleden, dat wordt neergezet in drie verschillende sferen.”
De Italiaanse componist Puccini was nog maar achttien jaar toen hij ‘Messa di gloria’ (1880) componeerde. Deze mis voor koor, orkest en solozangers (tenor en bas) was zijn afstudeerstuk bij het Istituto Musicale Pacini. ,,’Messa di gloria’ is heel kleurrijk en weelderig van opzet. Het zou zó uit een opera van Verdi kunnen komen. Soms is het heel dramatisch en bombastisch, maar wat ik heel fraai vind is dat de mis verstild eindigt.”
Het twaalfdelige werk ‘Gloria’ van Vivaldi is een zelfstandig werk en is geen onderdeel van een mis. ,,Het begint heel vrolijk met daarna een mooi gedragen koorwerk: het ‘Terra pax’ en een prachtige aria voor sopraan en alt. Het werk eindigt met het ‘Santo spiritu’ wat heel sprankelend is. Dit maakt de cirkel van dit werk weer rond.”
Arioso
Het derde werk op het programma is de psalmcantate van Mendelssohn-Bartholdy: ‘Psalm 42’ (1837) ‘Wie der Hirsch schreit’. ,,Dit werk voor koor, orkest en sopraan heeft een reformatorisch karakter en dat past goed bij dit koor. Er zit een arioso in waarin de sopraan uitroept: ‘Mijn ziel is bedroefd, wat nu?’ Het antwoord is: vestig je hoop op de Heer; dan komt het allemaal wel goed. Vooral in het begin klinkt het gedragen tot bijna klagend, maar als er verteld wordt over hoop, dan klinkt het opgewekt en eindigt het in een jubelstemming.”
Jubileumconcert 100 jaar COV Excelsior Huizen o.l.v. Toon de Graaf op 9 november 2019 in de Grote Kerk in Naarden. Aanvang: 20.00 uur. Medewerking: Promenade Orkest, Leonie van Veen (sopraan), Mirjam Schreur (alt), Livio Gabrielli (tenor), Marijn Zwitserlood (bas) en Cees van der Poel (organist). www.covexcelsior.nl
Dit artikel lees je gratis. Vind je dit leuk?
Maak me blij: