Johannette Zomer en Mike Boddé en de grote oversteek
- At mei 15, 2020
- By Rudolf
- In Klassieke muziek, Theaterconcert
- 0
In atelier Art to join in Kortenhoef lanceert sopraan Johannette Zomer een cross-over muziekprogramma in samenwerking met cabaretier Mike Boddé. Onder de titel ‘De grote oversteek’ brengen ze liederen en songs uit allerlei genres. Van barok tot jazz, van folk tot pop. Ze worden begeleid door percussionist Angelo van den Burg en contrabassist Marcel Booij.
De samenwerking tussen Zomer en Boddé ontstond als vanzelfsprekend. Johannette Zomer (1964): ,,Ik heb weleens opgetreden in het televisieprogramma ‘Podium Witteman’ en daar kom je natuurlijk Mike Boddé tegen. Toen ik bij een concert was van contrabassist Marcel Booij, die veel met Mike speelt, heb ik tegen Marcel gezegd: ‘Ik zou het zo leuk vinden een keer een cross-over muziekprogramma te maken met jou en Mike’. Marcel vroeg er toen percussionist Angelo van de Burg bij. Op een gegeven moment spraken we af en deden we een jamsessie en iedereen werd er blij van.” De zangeres heeft veel ontzag voor Boddé’s pianoprestaties. ,,Mike ziet zichzelf meer als muzikant dan als cabaretier. Ik heb dan ook voor hem gekozen vanwege zijn muzikaliteit en improvisatievermogen. Mike speelt veel jazz en dit concert met barokmuziek en luisterliedjes is voor hem dan ook een uitstapje.”
De grote oversteek
Sopraan Johannette Zomer heeft barokmuziek als specialisme. Liggen jazz en pop niet ver van haar comfortzone? ,,Nee, ik zing wel meer lichte muziek en jazz. Niet lang geleden heb ik opgetreden tijdens het Jazzfestival in Laren. Daar heb ik ook veel plezier in en ik krijg ook feedback van jazzspecialisten dat ik de plank niet missla. Zo wordt ook deze muziek je nieuwe comfortzone.”
Voor het muziekprogramma ‘De grote oversteek’ mocht ieder bandlid verzoeknummers indienen en uitproberen. ,,Het is echt cross-over; we steken over van het ene naar het andere genre. In het concert zit ook een verhaallijn. We gaan van klassiek barok-Europa naar Franse chansons, dan Nederlandse luisterliedjes en naar Engelse en Ierse folksongs. Vervolgens popsongs en dan steken we over naar Amerika. Mike zal een indianenlied zingen; een native Sunrise song. Langzaamaan komen we in New York en brengen we nummers uit ‘American Songbook’. Met ‘Schlummert ein’ van Bach sluiten we af. Zo laat op de avond is dat wel een toepasselijk lied. De meeste klassieke liederen zijn bewerkt en daar zit dan bijvoorbeeld een beat onder.”
De eerste twee concerten van ‘De grote oversteek’ vinden plaats in atelier Art to join van kunstenares Ingrid Jansen. Naast het geven van schilder- en tekencursussen exposeert ze haar eigen schilderingen van met name natuurtaferelen en stadsgezichten. Verder maakt ze, geïnspireerd op de muziek van percussionist Angelo van den Burg, ad hoc schilderijen. Deze samensmelting van muziek en beeldende kunst heet ‘Music in color’.
Popband U2
Johannette Zomer: ,,We zijn ontzettend blij dat we mogen optreden tussen de schilderijen van Ingrid. Ik vind het heel belangrijk dat meerdere zintuigen van mensen tegelijk worden geprikkeld. Dat gaat hier ook gebeuren. We treden met dit programma ook op in het Concertgebouw in Amsterdam. Dan zit je als bezoeker in een mooie zaal. Wij hebben leuke kleding aan en brengen het programma uiteraard zo perfect mogelijk. Maar als je tussen prachtige schilderijen zit en letterlijk de verfspetters op de grond kunt zien zitten, dan worden al je zintuigen veel meer geprikkeld.”
Enkele favoriete nummers uit het programma noemt Zomer zelf: ,,‘Bad’ van de popband U2 vind ik mooi; dat is zo’n krachtig lied. Ook zing ik graag het bekende ‘A cloris’ van de componist Reynaldo Hahn en dan wel op de klassieke manier.” Samen met Mike Boddé zingt zij het bekende ‘Bloemenduet’ uit de opera ‘Lakmé’ van Leó Delibes. ,, Normaal wordt dat gezongen door een sopraan en een mezzosopraan. Deze versie is dus een grapje. Wat ook heel prachtig is, is het lied ‘O quam mirabilis est’ van Hildegard van Bingen. Zij was een abdis uit de elfde eeuw die geestelijke liederen schreef. Als de jongens dat gaan spelen, kun je mij echt opvegen.”
‘De grote oversteek’ met Johannette Zomer (sopraan), Mike Boddé (piano), Angelo van den Burg (percussie) en Marcel Booij (contrabas). Was te zien in atelier Art to join in Kortenhoef op zaterdag 3 augustus 2019 (20.00 uur), 4 augustus (15.00 uur) en op 6/8 in het Concertgebouw Amsterdam. www.art-to-join.nl
Ciconia Consort viert 200 jaar Stille Nacht
- At augustus 12, 2019
- By Rudolf
- In Klassieke muziek, Theaterconcert
- 0
Stille Nacht
Het populaire kerstlied ‘Stille Nacht’ bestaat 200 jaar en is ontstaan in de stijlperiode Biedermeier. De Oostenrijkse priester Joseph Mohr schreef de tekst (1816) en Franz Gruber componeerde de muziek. Op eerste kerstdag 1818 werd het voor het eerst uitgevoerd in Oberndorf bij Salzburg. Het Ciconia Consort heeft rond Biedermeier en de verjaardag van ‘Stille Nacht’ een familiekerstconcert samengesteld. Het kerstlied in huiselijk sfeer staat hierin centraal met onder meer de onbekende ‘Pastoralmesse’ van Karl Kempter en instrumentale muziek van Sibelius, Dvořák en Max Reger.
Het Ciconia Consort uit Den Haag staat onder de muzikale leiding van Dick van Gasteren. Het orkest is opgericht in 2012 en bestaat uit zestien leden; veelal net afgestudeerde conservatoriumstudenten. Ze brengen vijf programma’s in zo’n 22 concerten per jaar. Meestal zijn dat concerten rond een thema, waarin plaats is voor onbekend klassiek repertoire.
Tijdens het Biedermeier kerstconcert geeft de dirigent uitleg over deze kunststroming. ,,De naam bestaat uit twee componenten: ‘Bieder’, dat zoiets betekent als ‘braaf en bescheiden’ en ‘Meier’, als een van de meest voorkomende namen in Oostenrijk en Duitsland, zoals Jansen in Nederland. Het was eigenlijk de brave-meneer-Jansen-stijl die een eigen leven ging leiden.”
Kerstboom
De Biedermeier-periode liep van 1814 tot 1848. Vanaf het jaar van het Congres van Wenen (na de Napoleontische oorlogen) tot het eerste revolutiejaar. ,,Biedermeier is een apolitieke stroming en dus heel erg naar binnen gekeerd. Men ging op zoek naar veiligheid en huiselijkheid. In die tijd werd het thuis musiceren belangrijk. Componisten als Schubert en Schumann componeerden veel liederen en andere werken die op één instrument thuis uitgevoerd werden. Kerst kreeg toen een seculiere component: niet meer het kindje Jezus staat centraal maar de kerstboom en de gezelligheid.”
Het familiekerstconcert begint met het eendelige strijkorkestwerk ‘Andante Festivo’ van Sibelius. ,,Ik heb het gevoelsmatig geprogrammeerd omdat het qua kerststemming overkomt. Ik had het idee: mensen komen van de kou naar binnen en krijgen dan een warme ‘muzikale bonbon’ voorgeschoteld.” Een ander werk dat zal klinken is de bekende ‘Strijkersserenade’ van Dvořák. ,,Dit stuk zal een verbinding leggen met de kerstliederen uit die tijd van componisten als Schumann en Schubert.”
Biedermeier
Max Reger heeft van zijn orgelwerk ‘Weihnachten opus 145’ een variatie geschreven voor strijkorkest. ,,Dat wordt een mooie inleiding voor de weinig gehoorde ‘Pastoralmesse’ van Karl Kempter (1819-1871). Deze mis is plaatselijk bekend in Augsburg. Het stuk heeft hele eenvoudige melodieën en is een juweeltje. Zo’n werk dat alleen daar gespeeld wordt op hele kleine orgeltjes in van die Duitse witte rococo-kerkjes. Het kerstlied ‘Stille Nacht’ voeren we zo authentiek mogelijk uit met alleen tenor, bariton en gitaar; ook heel toegankelijk en typisch Biedermeier.”
‘Biedermeier kerst, 200 jaar Stille Nacht’ met het Ciconia Consort o.l.v. Dick van Gasteren. Op donderdag 20 december 2018 uitgevoerd in de Grote Kerk in Naarden. Solisten: Wendeline van Houten (sopraan), Talitha van der Spek (alt), Jean-Léon Klostermann (tenor) en Nanco de Vries (bas-bariton). www.ciconiaconcsort.nl
Bredero en boertige liedjes
- At augustus 08, 2019
- By Rudolf
- In Klassieke muziek, Theaterconcert
- 0
Ensemble Camerata Trajectina is gespecialiseerd in Nederlandse oude muziek. En het ensemble brengt op het Muiderslot een theatraal concert rond de beroemde dichter en toneelschrijver Gebrand Adriaenszoon Bredero (1585 -1618). Daarvoor is geput uit zijn
‘Boertigh, Amoureus en Aendachtigh Groot Lied-boek’.
Camerata Trajectina, opgericht in 1974, maakt als enige ensemble concertprogramma’s met thema’s uit de Nederlandse geschiedenis van de Middeleeuwen tot de Gouden Eeuw. Dat kan een concertprogramma zijn met een thema over de politiek als de 80-jarige oorlog, over schilders als Jan Steen, of een literair programma als van Bredero. ,,De kern van Camerata Trajectina bestaat uit twee zangers en twee instrumentalisten”, legt blokfluitiste Saskia Coolen uit. ,,Dat zijn tenor Nico van der Meel en sopraan Hieke Meppelink. Nieuw toegetreden is Arjen Verhage; hij is luitist. Ik ben een van de langstzittende leden. Soms wordt het ensemble speciaal voor een concert aangevuld met een gambaspeler.”
Boertigh
Het Bredero-programma van het ensemble is een remake van een eerbetoon dat Camerata Trajectina 33 jaar geleden gaf ter ere van het 400e geboortejaar van Bredero. ,,Dit jaar is het zijn sterfjaar. Ook nu zijn we verkleed en is de setting een café. We spelen uit zijn liedboek: ‘Boertigh, Amoureus en Aendachtigh’. Dit ‘Groot Lied-boek’ wordt gezien als een van de belangrijkste bundels van de Gouden Eeuw.” Camerata Trajectina gebruikt onbewerkte teksten.
,,De ‘Boertighe-liedjes’ zijn kleine kluchtjes en in het deel ‘Amoureus’ staan weer echte liefdesliedjes. Wat het deel ‘Aandachtigh’ betreft heeft het devote teksten waarin Bredero zijn geloof beleeft. Een beetje schuldbewust zijn zonde overdenkt.”
De teksten van de liederen schreef Bredero in een eigen taal. Hij schrijft fonetisch in het dialect van boeren ten noorden van Amsterdam: het Waterlands. ,,Je ziet dat hij heel erg zijn best heeft gedaan om die taal te imiteren. Een woord als ‘fluweel’ schrijft hij op als ‘fliweel’ en ‘angst is ‘anst’. Het is als satire, die vooral de stedelingen deed lachen om die boerse mensen.”
Contrafacten
De liederen worden gezongen op basis van bestaande melodieën. ,,Bredero had er geen muziek bij genoteerd. Hij was dan ook geen musicus. Boven de tekst staat alleen: ‘zing dit op de wijs van die melodie’. Dit worden contrafacten genoemd. Het waren populaire deunen die steeds opnieuw werden gebruikt.’’ De ‘Boertighe-liedjes’ vindt Coolen leuk en afwisselend.
,,Bredero had een goede kijk op mensen. Hij was opgeleid als kunstschilder. Dat zie je terug in zijn sfeerbeschrijvingen. Hoe hij bijvoorbeeld uitvoerig schrijft hoe iemands hoed een beetje scheef staat. Of over de ondeugende meisjes uit Vinkenveen die langs de Vecht lopen. Je ziet het zo voor je. Erg grappig.”
‘Bredero’s Gouden Eeuw’ door Camerata Trajectina was te zien op dinsdag 10 april 2018, Muiderslot in Muiden. www.oudemuziek.nl
Amira zingt in Huizen
- At augustus 01, 2019
- By Rudolf
- In Klassieke muziek, Theaterconcert
- 0
Het wordt een hele happening op 9 december 2016 in Huizen. De jonge operaster Amira Willighagen (12) treedt die dag op met Harmonieorkest Prinses Irene in de Nieuwe Kerk. Amira is beroemd sinds ze in 2013 het televisieprogramma Holland’s Got Talent won. Met de Puccini-aria ‘O mio babbino caro’ ontroerde ze miljoenen mensen. Optredens over de hele wereld volgden, Van New York tot Hong Kong, van het Vrijthof met André Rieu tot nu in Huizen.
Volgens Frans Bianchi van Stichting Kunst en Cultuur Huizen, die dit concert heeft georganiseerd, zullen ‘Amira-fans’ uit de hele wereld komen. Er zijn al kaarten verkocht aan Brazilianen, Amerikanen en Polen. Speciaal wordt er in het Hampshire Hotel in Huizen fanclub-dag georganiseerd.
Amira
Bianchi: ,,De jury van Holland’s Got Talent was zo lovend over haar zangprestaties, dat ik het idee kreeg om met haar een concert te regelen. Wel met goedkeuring van Joop Boerstoel, dirigent van Prinses Irene. Ik legde rechtstreeks contact met haar vader, die haar manager is.” Vlak voor de zomer kreeg hij alles rond met de organisatie. ,,TV-Gelderland is bezig met een documentaire over Amira; zij komen hier ook filmen.” Bianchi is overtuigd dat zij een enorme aanhang zal meebrengen. ,,Dit meisje heeft heel veel in haar mars.”
Tijdens een gearrangeerd interview in Huizen, vergezeld door haar vader en broer Fincent, vertelt Amira over haar zangcarrière. Al is ze nog heel jong, de antwoorden op de vragen klinken volwassen. Thuis is ze opgegroeid met klassieke muziek en samen met haar broer zong ze in een kerkkoor. Dat er een grote stem was geboren was al in de wieg hoorbaar. ,,Als baby had ik al vrij veel volume.” Wanneer er thuis opera-aria’s werden opgezet zong ze die mee. Ze ging deze veel herhalen en oefenen. Op YouTube vond ze aria’s en Fincent schreef de Italiaanse teksten uit.
Maria Callas
Nog steeds zingt ze alles gewoon mee. Om noten te leren lezen daar heeft ze nog geen tijd voor gehad. De sopraan Maria Callas is haar favoriet. ,,Ik vind haar stijl van zingen wel leuk.” Niet iedereen vindt het goed dat een meisje van twaalf opera zingt. ,,Mensen hebben tegen mij gezegd dat ik mijn stem voor altijd ga beschadigen en dat ik later zelfs niet meer kan praten. Allemaal van die dramatische dingen. Mijn zangcoach zegt, dat ik door hoe ik het nu doe, mijn stem niet zal beschadigen.”
Amira wilde graag meedoen met de talentenjacht Holland’s Got Talent om op televisie te komen, maar ook vanwege haar stichting Gelukszoekers. ,,Mijn moeder komt uit Zuid-Afrika en een vriendin van haar woont in een sloppenwijk met huizen van golfplaten. Toen we daar waren was er geen speeltuin, dat vonden Fincent en ik heel raar. Ik wilde daar speeltuinen laten maken en om geld te verdienen heb ik Stichting Gelukszoekers opgericht. Met zingen kun je geld verdienen en daarom heb ik meegedaan met HGT. Twee speeltuinen zijn er nu al en een derde speeltuin is in de maak.”
Haar doel is om mensen blij te maken met muziek. Al gaat dit niet ten koste van alles. Amira treedt maar twee keer per maand op. De rest van de tijd moet ze besteden aan de middelbare school waar ze in de brugklas tweetalig vwo doet. ,,Ik oefen niet echt veel, maar ik zing wel elke dag onder de douche of waar dan ook in huis. Eén keer per week heb ik zangles. Ik vind het ook fijn om met mijn familie aan tafel te eten en te shoppen met vriendinnen.” Of ze later naar een conservatorium wil weet ze nog niet. ,,Nu vind ik concerten geven nog leuk, maar misschien wil ik later wel advocaat worden in plaats van zangeres.”
‘Amira in concert’ Amira Willighagen zong op 9 december 2016 in de Nieuwe kerk in Huizen aria’s van onder meer: Schubert, Mascagni, Händel en Puccini. In samenwerking met Harmonie Prinses Irene uit Huizen, o.l.v. Joop Boerstoel, harpiste Aimée van Delden en tenor Ben Heijnen. Presentatie: Esther Apituley. www.amirainconcert.nl Lees ook de recensie!
Voor Conny Vink is leeftijd niks
- At augustus 01, 2019
- By Rudolf
- In Theaterconcert
- 0
Al 53 jaar zit zangeres Conny Vink in het artiestenvak. Ze kreeg in de jaren zestig en zeventig bekendheid met vrolijke liedjes als ‘Maak je niet dik, dun is de mode’ en ‘De Toeteraar’. Nog steeds treedt ze een paar keer per maand met veel plezier op. Aanstaande zondagmiddag brengt Conny Vink een liedjesprogramma in de serie ‘Concert onder de kap’ in openluchttheater Cabrio in Soest.
In haar smaakvolle huis in Soest, onder het genot van heerlijke koffie, blikt ze terug. ,,Ik was zeventien en zong voor ouderen, in ziekenhuizen en in voetbal- en zwemclubs. Dat waren vooral cowboyliedjes met gitaar. Tien gulden kreeg ik voor zo’n optreden.” Orkestleider John Kristel ontdekte haar talent en voegde haar toe aan zijn zevenkoppig showorkest. ,,Ik leerde bij hem het vak en kreeg veel ervaring door wekenlang op te treden in de toenmalige Ruteck’s restaurants in de grote steden.”
Nina Simone
De veelzijdige zangeres heeft onder meer opgetreden voor de BBC, met het orkest van Werner Müller en het Metropole Orkest. Als één van de hoogtepunten in haar carrière noemt ze dat ze in het voorprogramma zat van Josephine Baker bij de opening van de Martinihal in Groningen (1969). Ook heeft ze in die tijd met Nina Simone op de planken gestaan.
Goede herinneringen heeft ze aan de leerzame radio- en televisieprogramma’s onder leiding van Kitty Knappert die al weken van te voren werden gerepeteerd. Ze roemt zangpedagoge Bep Ogterop die haar stem verder heeft geschoold en aan operazangeres Christina Deutekom die haar de ‘pieknoten’ leerde zingen.
De Schellebellen
Conny Vink heeft meer dan 130 liedjes uitgebracht waaronder een LP met kinderkoor De Schellebellen uit Soest. ,,Het liefst had ik nog meer platen willen opnemen, maar ik was te druk met optredens in de zalen; met mensen blij maken.” Zo had ze in de jaren zeventig en tachtig een eigen kindershow. Ze stopte omdat tieners meer interesse kregen voor popmuziek. ,,Aan mijn show zat altijd een educatief tintje. Jonge kinderen liet ik dan met dans en muziek zogenaamd een instrument bespelen en dat vonden ze prima. Maar de oudere kinderen raakten ongeïnteresseerd en het lukte me niet meer het respect van de kinderen te winnen.”
De laatste jaren zingt ze veel voor ouderen en werkt ze voor Stichting De Zonnebloem. Een zangeres speciaal voor senioren wil ze niet genoemd worden. ,,Leeftijd zegt niks. Wie is oud? Ik treed op voor mensen die van gezelligheid houden. In Cabrio breng ik een muzikale reis door al mijn liedjes. Ik zing mijn bekende nummers maar ook musicalnummers en ik eindig met Franse chansons. Ik hoop op veel luisteraars en ook jonge!”
‘Concert onder de kap’ met Conny Vink in openluchttheater Cabrio Soest www.cabriosoest.nl
Slikkers muzikale zoektocht op IJsland
- At maart 10, 2019
- By Rudolf
- In Filmvoorstelling, Theaterconcert
- 0
Singer-songwriter en filmcomponist Helge Slikker (1977) is in zijn studio in Amsterdam elke dag bezig met muziek maken. Ook heeft hij een grote fascinatie en liefde voor IJsland. Dit rauwe eiland met haar geisers, watervallen en afgezonderde plekken inspireerde hem een theatraal concert te maken met zelfgeschreven liedjes en associatieve beelden: ‘As’. Voor hem is ‘As’ een muzikale zoektocht geworden naar de verbeelding.
Bekendheid kreeg Helge Slikker met zijn band Storybox, zijn duo met Marlijn Weerdenburg als Miss Molly & Me en het componeren van film- en theatermuziek. Hij schreef muziek voor internationale en nationale films zoals ‘Infiltrant’ en ‘Kauwboy’ (2012); waar hij een Gouden Kalf voor kreeg. Hij groeide op met muziek. ,,Mijn ouders waren behoorlijke hippies”, vertelt Slikker. ,,Mijn vader speelde de muziek van Bob Dylan op gitaar en mijn moeder zong zijn teksten. Er stond altijd muziek aan. Ik heb pianoles gehad vanaf mijn zevende tot mijn veertiende, maar op gegeven moment had ik er geen zin meer in. Ik kan goed noten lezen, maar ik wilde niet meer die noten lezen maar zelf creëren. Voor een theaterstuk op school schreef ik met een vriend mijn eerste liedje en toen dacht ik: dit is het!’’
Slikker studeerde af als acteur en muzikant aan Kleinkunstacademie Studio Herman Teirlinck in Antwerpen. ,,Ik ben daar gaan studeren omdat mijn familie, die ook werkzaam is in het theater, zeiden dat dat een goede school was. Een andere reden was dat er in Amsterdam aan de Kleinkunstacademie toen meer nadruk lag op musical en cabaret en dat is niks voor mij. ‘Teirlinck’ is eigenlijk een toneelschool waar je ook veel muziekles krijgt. Ik kreeg bijvoorbeeld les van zowel Jan Decleir als Stef Bos.”
Hij vindt zichzelf niet echt een acteur. ,,Ik kreeg het gevoel dat ik in de muziek aan het groeien was. Mijn eerste klus na mijn studie was voor een voorstelling bij Huis bij de Amstel (nu Toneelmakerij). Daar schreef ik voor meerdere voorstellingen de muziek en speelde ik mee als acteur. Dat was een fantastische combinatie.” Nog steeds heeft hij acteerklussen, maar keert altijd terug naar het componeren en muziek maken.
IJsland
Slikker focust zich nu op zijn eigen muziek en IJsland is daarvoor zijn inspiratiebron. In 2000, vlak na zijn afstuderen werd hij aangenomen voor een rol in een televisieprogramma van de VPRO, om te filmen op IJsland. ,,Het was een openbaring om daar te rond te lopen. Filmcrewleden zeiden: ‘je zou hier maar moeten wonen’ en ik dacht: ‘ik wíl hier wonen!” De muziekmaker is gefascineerd door het deels onherbergzame landschap. ,,De natuur is groter dan jij. De grilligheid van het weer. In de ene bocht is het zonnig en de volgende bocht regent het. Je wordt als mens erop gewezen dat je bijzonder weinig voorstelt. Dat vind ik heel mooi. Het is de niet-maakbaarheid van dingen op dit eiland en dat fascineert mij. Het prikkelt mijn fantasie.”
Ook vindt hij de IJslandse bands erg interessant. ,,Tachtig procent van de bands maakt non-conformistisch muziek. Die houden echt geen rekening met het publiek. Ze kunnen een nummer spelen dat wel een kwartier kan duren. Ze staan ergens achter en moeten dat maken. Niet dat ik een lied ga spelen van een kwartier, ik hou ook heel erg van het eenvoudige singer-songwriter lied. Ik zoek in de muziekvoorstelling wel een ontmoeting tussen deze verschillende benaderingen.”
,,Met ‘As’ wilde ik een concert maken dat luistert als een film, waarbij ik hoop mensen hun fantasie te prikkelen. ‘As’ komt voort uit een persoonlijke zoektocht met de vraag: wat wil ik allemaal van mezelf? Het gaat ook over rouw. Niet in de zin van rouwen over de dood, maar rouwen over dingen die niet zijn gegaan zoals je dat wilde. En over afscheid nemen; wanneer je moet luisteren naar jezelf, accepteren, om het vervolgens los te kunnen laten.” Het eindresultaat as, dat wat overblijft na verbranding, is ook vruchtbaar.
Is ‘As’ niet een zwaarmoedig concert? ,,Er zitten sferische liedjes in, maar ook spannende liedjes met veel dynamiek en zeker veel luchtige elementen. Ik zou het mooi vinden als mensen geraakt worden, maar ook opgetogen de zaal verlaten.”
‘As’ theaterconcert met Helge Slikker. Muzikale medewerking Dave Menkehorst. Regie: Paul de Munnik. Tot en met 20 april 2019 toert hij in Nederland. Foto: Dave Menkelhorst. Artikel eerder geplaatst in de Gooi-en Eemlander.