Verdieping zoeken in theatervoorstelling Wat nou oud?
- At augustus 04, 2022
- By Rudolf
- In Theatervoorstelling
0
In de tragikomische voorstelling ‘Wat nou oud?’ nodigt een talkshow twee gepensioneerde acteurs uit om hun beroemde act nogmaals op te voeren. De stress slaat toe bij het duo: kunnen ze het nog wel?
‘Wat nou oud?’ (2018) is geschreven door Wannie de Wijn en wordt gespeeld door Bruun Kuijt en Jan Elbertse. ,,We hebben de voorstelling redelijk veel opgevoerd, ook vorig jaar, maar toen kwam er weer een lockdown”, zegt acteur en regisseur Bruun Kuijt. Helemaal zonder theaterwerk heeft hij het afgelopen half jaar echter niet gezeten. ,,Momenteel ben ik bezig met een muziektheatervoorstelling over Charles Dickens met tweede- en derdejaars studenten van de Fontys Hogeschool in Tilburg. En net heb ik een eenakter geschreven als eerbetoon aan acteur Bram van der Vlugt, die in december is overleden aan Corona. Dat stuk gaan we spelen op Theaterfestival de Parade. Ik belde Bram begin december nog op voor een klus, maar hij kon toen niet: ‘Ik ben aan het ‘Sinten’, zei hij. Een week later was hij dood. We hadden nog hele mooie plannen.”
Acteursechtpaar
Het stuk ‘Wat nou oud?’ gaat over een bejaard acteursechtpaar dat met pensioen is. Deze twee mannen vormden ooit een beroemd duo, met name vanwege een speciale act die ze opvoerden. Op een dag wordt het stel gevraagd voor een dagelijks televisieshow, om deze act nog eens te spelen. ,,Het duo komt in de studio aan en hoort dat de act binnen een minuut gedaan moet worden. Maar die snelheid hebben ze niet meer en raken enorm in paniek. Maar dan komt er een plotwending, die ik niet ga verklappen.”
Kuijt stamt uit het geboortejaar 1957. Ook hij ervaart dat hij een senior is. ,,Je realiseert je, dat er een zes in je leeftijd zit. Dat doet iets raars met je alsof je in een andere categorie bent beland. Ik vind het helemaal niet erg om ouder te worden, maar wel vervelend dat je kwaaltjes begint te krijgen. Oud voel ik me niet; het is een ander segment in je leven.”
Wannie de Wijn
Elbertse kwam met het idee voor deze voorstelling. ,,Jan had als eerste last van het ouder worden. Hij is drie jaar ouder dan ik. Mensen begonnen grapjes te maken over zijn leeftijd en dat vond hij niet leuk. Acteur en toneelschrijver Wannie de Wijn schreef deze voorstelling speciaal voor ons.” De Wijn (1961) lijdt al een aantal jaren aan de ziekte van Parkinson. ,,Hij zei toen: ‘Ik wil het wel schrijven voor jullie nu ik zelf ervaar, hoe het is om in korte tijd ineens veel ouder te worden’.”
De stukken van Wannie de Wijn vindt Kuijt heel fijn om te spelen. ,,Hij schrijft zijn teksten vanuit zijn eigen auteurschap. Er zit veel humor in en altijd een relativerende laag.” Het decor van ‘Wat nou oud?’ is minimaal. ,,Drie stoelen staan er. Eigenlijk zijn wij zelf het decor. Op de speelvloer hebben we nog een kamer uitgezet. En af en toe verkleden we ons. Er is een scène waarin een van ons een trouwpak van dertig jaar geleden aantrekt; het past niet meer zo goed. Dat geeft wel de nodige humor.”
De twee mannen hebben in het stuk een homoseksuele relatie. ,,Maar het homo-zijn is niet waar het stuk over gaat.” Kuijt vertelt dat de twee al een lange maar enigszins uitgebluste relatie hebben, want een van de twee wil nooit meer iets. ,,Door wat er allemaal gebeurt weten ze elkaar ook weer terug te vinden. De liefdevolle band die nooit echt verdween, wordt weer aangetrokken. Iedereen met een langdurige relatie zal zich erin herkennen.”
Een ander thema in ‘Wat nou oud?’, is het snelle tempo in praatprogramma’s. ,,Het moet allemaal snel, sneller, snelst. De twee mannen ageren tegen die snelheid. Dat zegt natuurlijk iets over hun eigen traagheid, maar ook over het feit dat er geen enkel moment is voor verdieping. Alles bij elkaar is het een heerlijke voorstelling om te spelen.”
‘Wat nou oud?’ geschreven door Wannie de Wijn. Spel: Bruun Kuijt en Jan Elbertse. Regie: Allan Zipson.
Heb je dit artikel met interesse gelezen? Steun mij en doneer!
Hallo Bandoeng hier Loulou Rhemrev
- At juli 11, 2022
- By Rudolf
- In Theatervoorstelling
0
Actrice Loulou Rhemrev is altijd geïnteresseerd geweest in haar Indische roots. Haar getraumatiseerde vader kon haar niets vertellen totdat ze de gelegenheid kreeg om haar solovoorstelling ‘Hallo Bandoeng’ te maken. Hierin speelt ze een Indische telefoniste van Radio Kootwijk die verdwaalde familieberichten uit de ether ontvangt.
Loulou Rhemrev studeerde in 1990 af aan de toneelacademie van Maastricht. Ze speelde in verschillende televisieproducties als ‘Schiet mij maar lek’ met acteur Peter Lusse, en in ‘GTST’. Naast haar freelance acteerwerk is ze verbonden aan theatergroep TheaterMakers Radio Kootwijk. ,,Bij deze groep heb ik geleerd om een persoonlijk verhaal te vertellen”, zegt Rhemrev. ,,Ze wilde graag dat ik een korte solostuk schreef. Het was een mooie aanleiding om mijn Indische erfenis uit te pluizen.”
Jappenkamp
Rhemrev kan haar voorouders tot 300 jaar geleden traceren in Nederlands-Indië. ,,Ze vormden een mix van zoveel culturen. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen veel Indische mensen naar Nederland. Ze kwamen in een vreemd land, moesten zich aanpassen en vochten voor hun toekomst.” De ellende die ze hebben meegemaakt probeerden ze te vergeten.” Zo ook de vader van Rhemrev. Als twaalfjarige jongen heeft hij in een jappenkamp gezeten en raakte daar getraumatiseerd. ,,Je voelde altijd dat er een geheim was. Mijn vader wilde niet over vroeger praten; dan werd hij boos. In mijn leven werd dat zwijgen een barrière.”
Om toch de verhalen van haar vader te weten te komen voor ‘Hallo Bandoeng’, liet ze haar vader interviewen door haar echtgenoot. ,,Op die manier kwam het minder dichtbij. Ik vertel in mijn voorstelling het verschrikkelijke verhaal dat hij als jongen bij een Indonesisch ziekenhuis wagens moest ruimen met afgehakte ledematen. Wat doet dat met een kind?” De actrice vindt dat onverwerkte trauma’s overgedragen kunnen worden op de kinderen van de slachtoffers. ,,Het is belangrijk om je vreselijke ervaringen te delen, omdat het dan helend werkt.”
Hallo Bandoeng
Locatie Radio Kootwijk werd voor Rhemrev de inspirerende plek om ‘Hallo Bandoeng’ te maken. ,,Op deze plek werd in 1929 voor het eerst via een radioverbinding contact gelegd met Bandung. Dat mensen in Nederlands-Indië rechtstreeks contact konden hebben met familie hier in Nederland, was een wonder!” Ze vertelt over haar personage, een Indisch telefoniste die al veertig jaar lang geluiden en berichten van haar familie probeert op te vangen uit de ruimte, die ooit zijn verstuurd, maar nooit zijn aangekomen. ,,Voor mij is het een metafoor voor al die verhalen die nooit zijn verteld. De telefoniste pluist zelf haar geschiedenis uit en dan opeens worden de personages en hun levensverhalen ook duidelijk.” De kijker zal nadenken over de vraag: wat neem je mee van je ouders en wat geef je door aan je kinderen? ,,De boodschap: Blijf niet in je geschiedenis hangen, maar ontken hem ook niet. Voor mij werkte het schrijven van het stuk louterend. Ik heb een heel andere relatie gekregen met mijn vader; je herkent beter de emoties.”
‘Hallo Bandoeng’ van Loulou Rhemrev. www.loulourhemrev.nl
Dit artikel lees je gratis. Wil je het waarderen?
Het Larense toneelgezelschap De Papegaai bestaat 100 jaar!
- At juli 11, 2022
- By Rudolf
- In Theatervoorstelling
0
Het was de Larense apothekeres mejuffrouw Westerling die in november 1920 met genodigden een literaire club wilde vormen. Aanwezige mejuffrouw E. van der Bergh Eijsenga kwam ook met het idee voor een toneelclub. De naam ‘De Pagegaai’ werd bedacht want ‘toneelspelers zijn na-praters van het leven’. Voorzitter Niels Onkenhout: ,,Het tijdsbeeld van de twintiger jaren was dat zich allerlei bevlogen kunstenaars uit Amsterdam en andere delen van het land vestigden in het charmante o zo arme boerendorpje Laren.”
Met name dames met een culturele achtergrond uit de bovenlaag van de bevolking werden lid van De Papegaai. In Hotel Hamdorff werd in 1921 de eerste voorstelling opgevoerd: ‘Speculanten’ van Willem Schürmann. Het werd het begin van een amateurtoneelgezelschap dat decennialang toneelstukken op hoog niveau op de planken zou zetten. Tot nu toe voert het gezelschap gemiddeld twee voorstellingen per jaar op. Het gaat om een mix van blijspelen en drama’s, van ‘De Vrek’ van Molière tot ‘Festen’ van Thomas Vinterberg, met altijd een leidende beroepsregisseur. De vaste regisseur was tot 1947 Ko Arnoldi, en de oprichter van het Rotterdams Toneel.
Anna Singer
Nadat De Papegaai vanwege de Tweede Wereldoorlog enkele jaren ‘op stok’ was geweest werd het toneelleven weer opgepikt. In 1956 opende Mevrouw Anna Singer het gelijknamige museum en als groot bewonderaar van de De Papegaai liet ze de concertzaal geschikt maken als theaterzaal. Wel stelde ze toen de voorwaarde dat alle voorstellingen van het gezelschap in Singer moesten plaatsvinden.
De geboren en getogen Blaricummer Onkenhout is opgegroeid met De Papegaai. Twee generaties voor hem zaten al bij het toneelgezelschap. ,,Er werd meeslepend toneel gespeeld in die tijd. De generatie van de oorlog miste het toneel enorm.” De voorzitter noemt namen van regisseurs die prachtig innoverend toneel op de planken brachten. Regisseurs als Bob van der Laaken, Ko van den Bosch en Mieke Verstraete. ,,Eind jaren vijftig wilden we vernieuwend zijn en dus werd er gestart met cabaret. Leden, zoals mijn ouders, gingen zelf liedjes schrijven en sketches. Daar namen dan mensen aan deel die later bekend werden zoals actrice Sjoukje Hooymaayer (‘Zeg ‘ns Aaa’) en schrijver Herman Pieter de Boer.”
Joop van den Ende
In 100 jaar ontwikkelde De Papegaai zich tot een multidisciplinair amateurgezelschap met een groot cultureel aanbod. Zo werd in 1963 het jongerentoneel (Jonge Papegaai) opgericht en kreeg De Papegaai een heus cabaret en later het diner chantant: ‘De Gevulde Papegaai’. Anno nu telt de toneelclub duizend leden waarvan gemiddeld vijftig leden actief deelnemen aan een productie. ,,Er is een vaste trouwe groep van technici. Carla Janssen Höfelt maakt bij ons altijd prachtige decors. Zij is bekend van de musicaldecors die ze maakt voor onder andere Joop van den Ende.” Nieuwe spelers, vooral kinderen, krijgen bij De Papegaai altijd een kans te komen spelen. ,,Daarom is er een grote mix van jong en oud, waarmee we ook de aandacht trekken van een breed publiek uit het Gooi en een onderdeel zijn van die gemeenschap.”
Weet de voorzitter nog spannende anekdotes? ,,We hebben een keer een stuk gespeeld waarbij de hoofdrolspeler een alcoholprobleem had en dat dan de regisseur door omstandigheden de rol moest overnemen. Dan heb je wel even paniek, maar het stuk moest toch gespeeld worden.” Warme herinneringen heeft hij aan ‘The Play That Goes Wrong’ (Het Toneel Stuk opgevoerd in 2015, regie Kevin Hassing). ,,Dat gaat over een toneelgezelschap waar alles fout gaat. We zijn deze komedie destijds met het bestuur in Londen gaan bekijken. Dat was zo leuk. Bij ons werd dat een groot succes met telkens uitverkochte zalen.”
De Papegaai geeft een lustrumwijn en lustrumboek uit: www.depapegaai.com.
Kunt u dit artikel waarderen? Doneer:
Kleine vuurtorenwachter is schaduwen op een tentendoek
De kindervoorstelling ‘De kleine vuurtorenwachter’ speelt zich af in een grote witte tent. De twee jonge acteurs Peter Boven en Mika But brengen een verhaal met schaduwen- en schimmenspel. Het gaat over Sylke die vuurtorenwachter wordt en op zeereis gaat met een walvis. Een vertelvoorstelling voor kinderen over afscheid nemen, liefde en moed.
Mika But (1998) zit in het afstudeerjaar van Artez, de Hogeschool voor de Kunsten in Zwolle. Hij studeert voor theaterdocent en werkt al als professioneel acteur. Hij is geboren in het Friese dorpje Oosterwolde aan de grens met Overijssel. De eerste keer dat de jonge acteur gegrepen werd door toneel was bij de musical in groep acht op de basisschool. Hij had de hoofdrol in de schoolvoorstelling ‘Duff en Cool’, die ging over buitenbeentjes en wel of niet populair zijn. ,,De personages waren een verzameling kippen en hanen”, vertelt Mika But. ,,Een van de hanen, Haantje Duff, is te laat geboren en heeft ook nog eens een slappe hanenkam. Die rol mocht ik spelen en dat was werelds.” But was zelf ook een buitenbeentje. Hij had haar tot over zijn schouders. ,,Als je dan op ballet zit en niet aan voetbal doet dan wordt er op school wel naar je gekeken.”
Artez
Na de middelbare school twijfelde hij of hij wel of niet theater wilde gaan studeren. Er was enige haast bij, want hij zat als student bij de laatste lichting die recht had op een basisbeurs. ,,Ik nam toch een tussenjaar en kwam bij Theatergezelschap Garage TDI in Assen terecht, een avontuur dat mij voorbereidde op een hbo-opleiding theater. Daar is het vlammetje echt hard gaan branden en zo ben ik later bij Artez beland.” Met zijn eigen theatercollectief ‘De mooie meisjes’ maakt hij verteltheatervoorstellingen op locatie. ,,Voorkeur voor een bepaald plek binnen theater heb ik niet echt. Of het nu spelen of regisseren is, beide disciplines dagen mij uit en vind ik prettig om te doen.”
Vorig jaar belandde hij bij theaterbureau Valentijn Productiehuis voor ‘De kleine vuurtorenwachter’. ,,Eerst speelde Sjoerd van Capelleveen en Job Kühlkamp de ‘Vuurtorenwachter’. Die jongens hebben dezelfde opleiding gedaan als ik, zijn ook goede vrienden en Sjoerd is bovendien mijn huisgenoot. Ze kregen het te druk met andere producties en Sjoerd vroeg of ik de voorstelling niet wilde overnemen. Peter Boven en ik hebben toen auditie gedaan en we werden beide aangenomen. Heel gaaf was dat.”
Hoge Noorden
Artistiek leider Elly Bakker heeft het concept bedacht voor ‘De kleine vuurtorenwachter’ en regisseuse Sabine Osinga werkte het uit. ,,De opa van Sylke is een vuurtorenwachter en die komt helaas te overlijden. De jongen wordt dan de nieuwe vuurtorenwachter. Bij een grote storm raakt Sylke op zee en hij probeert een walvis te redden. De walvis neemt hem dan mee naar het hoge noorden zonder dat Sylke precies weet waarom. In het hoge Noorden wacht hem een verrassing. Zijn moeder werkt in een ijssalon en verkoopt ijs aan toeristen die op het eiland komen. Waar zijn vader is, dat is een beetje onduidelijk. De mensen zeggen dat hij is verdronken. Niemand praat erover.”
Sylke is een moedig mannetje, vertelt But. ,,Sylke maakt in een korte tijd een bijzondere ontwikkeling door. Het is niet niks zomaar vuurtorenwachter te worden. Zijn opa, van wie hij zielsveel houdt, komt te overlijden. Doodgaan dat hoort bij het leven.”
Schelpenketting
De voorstelling, waarin veel wordt verteld, is desondanks niet statisch. ,,Op het tentendoek projecteren we op verschillende manieren schaduwen en schimmen. Dat gebeurt heel snel. Er is onder andere accordeonmuziek, die het geheel ondersteunt.” Beide spelers vertolken verschillende rollen. ,,Ik speel de rol van verteller, van opa en van Sylke. Peter speelt de vader en ook hij is soms verteller en ook Sylke. Hoe we dat doen? Als ik zeg: ik ben opa, dan ben ik het. Als Sylke dragen we zichtbaar een schelpenketting. Wanneer iemand de ketting om heeft, dan is diegene Sylke. Als de kinderen aan het einde van de voorstelling naar buiten gaan, krijgen ze allemaal een eigen stukje geluk in de vorm van een schelpje mee. Dan komt er zo’n golf van ontlading van reacties! Erg leuk.”
Een opa die doodgaat, een zeereis met een walvis dat lijkt eng? ,,Er zit een vrij heftige storm dat kan best spannend zijn. Maar jeugdtheater mag spannend zijn. Het wordt anders als het echt eng is. Maar waar kinderen op het puntje van hun stoel zitten en meegaan in het verhaal, dan is deze voorstelling niet eng.”
‘De kleine vuurtorenwachter’ 4+. Door Peter Boven en Mika But. Regie: Sabine Osinga. Idee: Elly Bakker. Producent: Valentijn Productiehuis. www.valentijn-productiehuis.nl
Dit artikel leest u gratis. Kunt het waarderen? Doneer!
Mythe in de Uiterwater
- At mei 15, 2020
- By Rudolf
- In Ballet, Theatervoorstelling
0
Theatermaker Jori Hermsen maakt al jaren opvallende theaterproducties met amateurspelers op locatie. Samen met zijn vrouw Jessica Zeylmaker, die tevens ook actrice is, is de locatievoorstelling ‘MYTHE’ ontstaan. ‘MYTHE’ bestaat uit een theatrale route van vijf Griekse verhalen op het terrein van Fort Uitermeer in Weesp. De regie van deze is in handen van Zeylmaker en de teksten zijn van Melissa Knollenburg.
Zeylmaker (1982) is in 2006 afgestudeerd aan toneelschool ArtEZ in Arnhem. Elk seizoen speelt ze mee in een theatervoorstelling van een bekend Nederlands theatergezelschap. ,,Als je veel in het theater komt, heb je mij afgelopen seizoen kunnen zien in ‘We zijn hier voor Robbie’ van Maria Goos bij het Nationale Theater”, vertelt ze. Op televisie is ze onder meer bekend geworden met de serie ‘Vincent van Gogh’ (2013) en ‘Lois’ (2018). ,Ik speelde ook mee in ‘Spijt’ (2013) van Carry Slee. Die wordt nog veel gedraaid op scholen in een anti-pestprogramma. Dan spreken mensen mij nog weleens aan in de supermarkt. Het is fijn dat ik mijn acteren kan afwisselen met toneellessen geven, zowel aan volwassen als jongeren en het ontwikkelen van eigen producties.”
Antigone
De actrice vertelt dat ze altijd al geïnteresseerd was in de Griekse mythologieën. ,,Mijn zus zat op het gymnasium en kwam thuis met boekjes over Griekse mythen en sagen. Ik baalde dat ik geen Grieks kreeg op de havo. Het was ook de tijd dat de serie ‘Odysseus’ op televisie was. Geweldig vond ik dat. Ook later op de toneelschool, als we scènes moesten spelen uit ‘Antigone’ of uit de Troje-trilogie van Koos Terpstra, was dat heerlijk om te doen.”
De tekst van ‘MYTHE’ is geschreven door Melissa Knollenburg. Al eerder schreef ze voor Jori Hermen de voorstellingen ‘Circus Waltz’, ‘The Virgin Suicides’ en ‘Medea’. ,,Samen met haar kozen we vijf verhalen om die theatraal tot leven te brengen.” Het zijn verhalen met steeds hetzelfde thema. ,,Wat telkens terugkomt is dat goden menselijk zijn. Ze zijn heel erg jaloers en ijdel. En altijd op zoek naar liefde en erkenning waardoor die mythes ook niet zo ver van ons afstaan.”
De vijf mythes worden onder andere in een plofhuis, bij het fort en de stuwdam op het terrein van Uitermeer opgevoerd. ,,De mythe ‘Circe’ gaat over de heks Circe en is de dochter van de zonnegod Helios. Ze wordt verbannen uit het godenrijk naar het eiland Aeaea omdat ze een kracht ontdekt die verboden is voor de goden: hekserij. Ze is verdoemd ”
Eros
Een ander stuk heet ‘Eros’. Eros, de god van de liefde, komt bij oppergod Zeus omdat zijn geliefde Psyche verdwenen is. Hij verdenkt zijn moeder Aphrodite van haar verdwijning omdat zij jaloers is op Psyche. Eros wil dat Zeus haar berecht.
Het derde verhaal gaat over ‘Orpheus’. ,,’Orpheus’ is het bekende verhaal van de zanger Orpheus die zijn geliefde Eurydice uit het dodenrijk wilt halen. Met zijn gezang ontroert hij Hades, de god van de onderwereld. Orpheus mag Eurydice van Hades meenemen op de voorwaarde dat hij op de terugtocht naar boven haar niet aankijkt. Orpheus doet dat toch en ze moet blijven.”
Het vierde mythische verhaal heet ‘Midas’ en gaat over koning Midas. ,,Die heeft de gave dat alles wat hij aanraakt in goud verandert. Het eten en zelfs zijn eigen kind worden verguld. Melpomene, de muze van de zang, verlost hem van zijn gave door haar gezang.”
In groepen van vier word je langs alle voorstellingen begeleid. ,,De acteurs spelen elk mythe vier keer op een avond. Op het eind worden de bezoekers verzameld bij het laatste verhaal dat ‘Paris’ heet. Op de bruiloft van Thetis en Peleus wordt prins Paris gevraagd te kiezen welke godin het mooiste is. Hij kiest voor Aphrodite, zich nog niet bewust dat deze keuze zal leiden tot de Trojaanse oorlog. Elke mythe heeft zijn eigen taal en kleur; de een is meer poëtisch en de ander is meer lichtvoetig. En er zit overal humor in.”
‘MYTHE’ door Stichting Jori Hermsen Producties in samenwerking met Stichting Uitermeer. Regie: Jessica Zeylmaker. Tekst: Melissa Knollenburg. Te zien van: 10 tot en met 14 juli 2019 Uitermeer. www.jorihermsenproducties.nl/mythe
Vond je dit artikel interessant? Steun mij!
Bredero’s Lucelle is een powervrouw
- At augustus 09, 2019
- By Rudolf
- In Poëzie, Theatervoorstelling
1
In de literatuurgeschiedenis is de schrijver Gerbrandt Adriaensz. Bredero (1585-1618) vooral bekend om zijn komische toneelwerken als ‘De Klucht van de koe’ en ‘Spaansche Brabander’. In zijn tijd echter maakte Bredero in de theaters juist furore met zijn treurspelen. Een daarvan is ‘Lucelle’ (1616); een tragikomedie dat binnenkort in een bewerking door Theater Kwast onder andere in het Muiderslot opgevoerd.
Afgelopen 23 augustus was het precies 400 jaar geleden dat Bredero overleed. Nederlandse literatuurwetenschappers hebben die gelegenheid aangegrepen om de dichter en schrijver van de Gouden Eeuw te herdenken: terugkijken en ook ontdekken. Historici hebben onlangs Bredero’s laatste rustplaats weten te vinden onder ‘The Amsterdam Dungeon’ waar eens de Nieuwezijds kapel stond op het Rokin. Ook verscheen er een biografie ‘De hartenjager, leven, werk en roem van Gerbrandt Adriaensz. Bredero’ (2018) door René van Stipriaan. Daarin beweert deze schrijver dat Bredero door liefdesverdriet weleens zelfmoord zou kunnen hebben gepleegd. Bredero’s lijfspreuk ‘Het kan verkeren’ is hier goed van toepassing.
De Nes
Artistiek leider van Theater Kwast Imre Besanger, zelf historicus, vertelt dat Bredero graag tot de literaire kring van zijn tijdgenoten PC Hooft en Vondel wilde behoren. Maar er was een standsverschil. ,,Die heren kwamen uit gegoede families, terwijl de vader van Bredero schoenmaker was in de Nes in Amsterdam. Hijzelf werd opgeleid tot kunstschilder. Dat moet geen succes geweest zijn want er is geen enkel schilderij van hem overgebleven. Op zijn 25e trad hij naar buiten als dichter. En toen hij op zijn 33e overleed liet hij een groot oeuvre na.” Besanger legt verder uit dat Bredero literair gezien op een ander niveau zat dan de rederijkers. ,,In tegenstelling tot hen schreef Bredero in klare taal over wat het leven was en wat er om hem heen gebeurde. Dat maakte zijn werk toegankelijk.”
De originele titel van het toneelstuk ‘Lucelle’ dat Theater Kwast speelt is ‘Overghesette Lucelle’. ,,Het betekent dat Bredero dit stuk heeft vertaald, gebaseerd op een Franse tekst van de schrijver Le Jars. Het is Bredero’s eerste gepubliceerde stuk en in tegenstelling tot zijn kluchten was deze tragikomedie in zijn tijd in de theaters heel populair. Hij zet in de titel: ‘ik heb het vertaald’, maar dat is echt valse bescheidenheid. Het origineel is heel kort en bovendien heeft hij het stuk geheel naar zijn hand gezet. Bredero heeft er 3000 verzen aan toegevoegd en kluchtige personages als de bedienden Lekkerbeetje en Pannetjevet.”
Volgens Besanger bevat ‘Lucelle’ een Romeo en Julia-lijn. ,,Bredero heeft toen niet naar dat verhaal gekeken. De meeste Hollanders vonden ‘Shakespeare’ destijds te heftig. Dat kwam pas later in de tijd van de Romantiek.” Het verhaal. ,,Lucelle is een rijkeluisdochter waarvan haar vader haar wil uithuwelijken aan een rijke edelman. Zij valt echter voor de charmes van Ascagnes, de luitdocent die op kantoor werkt bij haar vader. Deze liefde is echter gedoemd te mislukken. Het wordt zo ernstig dat haar vader zijn dochter en luitdocent dwingt zelfmoord te plegen; ze kunnen kiezen tussen gifbeker of pistool. Gelukkig eindigt het verhaal als een klucht; alles komt goed.
#MeToo
‘Lucelle’ is een zeventiende-eeuws stuk maar het is zeker ook actueel. ,,Lucelle zet een powervrouw neer die haar lot niet wil laten bepalen door rijke mannen. Ze neemt het lot in eigen hand. Dit wijst vooruit naar de #MeToo-discussie. Daarnaast heeft Ascagnes een verleden: hij is een politiek vluchteling en heeft veel te verliezen als zijn dekmantel bekend wordt.”
Het is stuk is onder meer vormgegeven met kostuums met bijzonder grote kragen. Speciaal gemaakt door Ella Siekman die samen met andere kunstenaressen op dit moment exposeren op het Muiderslot met de tentoonstelling: ‘Gewapend met schoonheid’. Besanger speelt zelf ook een rol in ‘Lucelle’. ,,Ik neem het publiek op sleeptouw en dan ga ik door de vierde wand, dat is iets wat wij bij Kwast vaker doen. Als een zeventiende-eeuws-figuur vertel ik in modern Nederlands waar men zit in de tijd. En inderdaad, moderne en authentieke woorden lopen dan door elkaar en zijn op rijm.”
‘Lucelle’ van G. A. Bredero door Theater Kwast. Cast: Bert Apeldoorn, Jorick Jochims, Marius Bruijn, Imre Besanger, en Merel Hutten. www.stichtingkwast.nl Dit artikel is eerder verschenen in 2018 in de Gooi- en Eemlander.
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren:
Helene Kröller-Müller verzamelde kunst als troost
- At augustus 07, 2019
- By Rudolf
- In Overigen, Theatervoorstelling
0
Al eerder maakte theatermaakster en actrice Julika Marijn solovoorstellingen over sterke vrouwen die hun eigen weg zochten. Zo kroop ze in de huid van schrijfster Etty Hillesum en Lady Diana. Nu speelt ze ‘Uit Verdriet Geboren’ een voorstelling over kunstverzamelaarster Helene Kröller-Müller (1869-1939) die samen met haar man Anton een indrukwekkende kunstverzameling opbouwde. Sinds 1938 is die te bewonderen in het naar hen genoemde museum op de Hoge Veluwe.
Helene Kröller-Müller, dochter van een Duitse rijke industrieel, is bekend geworden door haar verzameling van schilderijen van kunstenaars als Mondriaan, Picasso, Seurat en een grote collectie van Van Gogh. Ook door talentvolle kunstenaars als Bram van der Leck (De Stijl) financieel te ondersteunen zette ze de moderne kunst op de kaart.
Uit verdriet geboren
Over haar schreef Eva Rogers een dikke biografie ‘De eeuwigheid verzameld’. Het boek vormde de basis van Marijns solovoorstelling ‘Uit Verdriet Geboren’. ,,Het interessante aan Helene Kröller-Müller is haar visie op kunst en het zoeken naar het hogere in de kunst. Daarnaast is ook haar moeilijke relatie met haar kinderen dramatisch gezien interessant.”
Marijn kreeg toegang tot het archief van Kröller-Müller en inzage in 3400 brieven. Een groot deel daarvan zijn brieven die ze schreef aan haar twintig jaar jongere vertrouweling Sam van Deventer. Hij was in dienst van haar man en deelde haar belangstelling voor kunst. Er wordt gezegd dat hij een verhouding had met Helene. ,,Dat blijft onduidelijk. De zoon van Deventer heeft deze brieven overgedragen aan het museum en die kan er natuurlijk brieven uit hebben gehaald. Het zijn keurige brieven waaruit wel blijkt dat ze zeer op elkaar gesteld zijn.”
Braaf of niet, de intieme relatie die Kröller-Müller had met Van Deventer zorgde voor wrijving met haar dochter Helene jr. en schoonzoon. ,,Dat haar dochter haar niet meer wilde zien moet haar ongetwijfeld verdriet hebben gedaan.” Volgens velen had Helene een moeilijk karakter. Zij stelde hoge eisen aan zichzelf en aan anderen.
Verzameltroost
Marijn begrijpt de noodzaak van Helene. ,,Zij koos ervoor om niet in haar familieleed en verdriet te blijven hangen en ging kunst verzamelen. Niet alleen kunst verzamelen als troost voor zichzelf, maar verbond er ook een groot ideaal aan. Tenslotte liet ze een bijzonder huis (Sint Hubertus) en het museum achter, waarvan we allemaal tot op de dag van vandaag plezier hebben.”
‘Uit Verdriet Geboren’ heeft een schilderatelier als setting. Je ziet tien schilderijen uit de collectie voorbijkomen. Marijn heeft een persoonlijk verhaal over nalatenschap door de voorstelling heen geweven. Ook zij ervaart kunst als troost. ,,Met alleen het verhaal over Helene zou ik het niet redden. Het stuk zou dan ook humorloos worden. Mijn voorstelling gaat niet alleen over de liefde voor de kunst, maar ook over het geworstel in een mensenleven.”
‘Uit Verdriet Geboren’ van Julika Marijn Dit artikel verscheen eerder in de Gooi- en Eemlander.
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren: