
De gedichten van M. Vasalis (1909-1989) worden troostgedichten genoemd. Een gedicht als ‘Zo veel soorten van verdriet, ik noem ze niet’ (Sotto Voce) vind je vaak terug in rouwadvertenties. Janne Schra, zangeres en kunstschilderes, zette samen met pianist Reinout Douma en het Noordpool Orkest haar tijdloze gedichten op muziek. Op 16 december zingt Schra, met Douma aan de piano, gedichten van Vasalis in het Rosa Spier Huis in Laren.
Janne Schra (1981) groeide op in Huizen en woont momenteel in Amsterdam-Noord. Na het vwo, voltooid op scholengemeenschap Huizermaat studeerde ze af aan de audiovisuele media-opleiding van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. ,,Ik zeg altijd dat ik dingen maak: liedjes en schilderijen, en dat ik met mijn liedjes optreed.” De meeste mensen kennen haar van de Nederlandse pop- en jazzband Room Eleven (2001-2010) en als soloartiest. Haar eerste soloalbum kwam uit in 2013 onder de simpele titel ‘Janne Schra’. Twee jaar later volgde ‘Ponzo’, die een nominatie kreeg voor zowel een Edison en een 3voor12-Award. Onder de naam Schradinova schildert Schra kleurrijke portretten.
Vasalis
Vier jaar geleden werd Schra door Reinout Douma van het Noordpool Orkest (bigband met strijkers) gevraagd om een Vasalis-programma te maken. Toevallig kende ze Vasalis en haar werk goed. ,,Op de Huizermaat heb ik over haar een werkstuk geschreven. Dat was niet heel best, gewoonweg omdat mijn puberbrein toen niet veel van haar werk begreep. Wel wist ik dat ik nog meer met haar werk wilde doen, maar dat kwam er maar niet van, totdat Reinout mij vroeg. Ik zei natuurlijk meteen ja. Hij koos mij omdat ik in mijn songs in detail over mijn gevoelsleven schrijf.” In 2016 deden ze voor het eerst een Vasalis-tour.
,,Om Vasalis’ gedichten dichtbij te krijgen heb ik haar biografie gelezen van de hand van Maaike Meijer. Daarin komt naar voren dat Vasalis een zeer sterke persoonlijkheid was. En niet alleen maar iemand die zo gevoelig was in haar gedichten. Ze was heel professioneel in haar werk en een lieve moeder en oma. Een evenwichtige vrouw. Ik heb veel respect voor haar.”
Afsluitdijk
Vasalis, pseudoniem van Margaretha Droogleever Fortuyn-Leenmans werkte als kinderpsychiater in Groningen. Tijdens haar leven verschenen, tussen 1940 en 1954, maar drie dichtbundels. Een klein oeuvre van 100 gedichten. Schra en Douma zullen in Laren klassiekers laten horen als ‘Tijd’, ‘Afsluitdijk’, en ‘Drank, de onberekenbare’. Of de gedichten niet oubollig zijn? ,,Het zijn oude gedichten, maar we hebben er expres tijdloze muziek onder gezet. Zo kunnen de teksten zowel uit de jaren vijftig of uit 2040 komen. Vasalis maakte niet gebruik van vaste rijmschema’s. Ik zing precies de tekst die ze geschreven heeft. Soms herhaal ik een versregel; dan krijg het gedicht iets mee-zingbaars.”
‘Vasalis’ Janne Schra zingt gedichten M. Vasalis en trad op, op zondag 16 december 2018, in Rosa Spier Huis, Laren. Piano: Reinout Douma. www.rosaspierhuis.nl
Vind je het een goed artikel? Wil je me steunen? Klik op de Doneer button! Bedankt!

Het Ciconia Consort met dirigent Dick van Gasteren in de Grote Kerk Naarden.
Stille Nacht
Het populaire kerstlied ‘Stille Nacht’ bestaat 200 jaar en is ontstaan in de stijlperiode Biedermeier. De Oostenrijkse priester Joseph Mohr schreef de tekst (1816) en Franz Gruber componeerde de muziek. Op eerste kerstdag 1818 werd het voor het eerst uitgevoerd in Oberndorf bij Salzburg. Het Ciconia Consort heeft rond Biedermeier en de verjaardag van ‘Stille Nacht’ een familiekerstconcert samengesteld. Het kerstlied in huiselijk sfeer staat hierin centraal met onder meer de onbekende ‘Pastoralmesse’ van Karl Kempter en instrumentale muziek van Sibelius, Dvořák en Max Reger.
Het Ciconia Consort uit Den Haag staat onder de muzikale leiding van Dick van Gasteren. Het orkest is opgericht in 2012 en bestaat uit zestien leden; veelal net afgestudeerde conservatoriumstudenten. Ze brengen vijf programma’s in zo’n 22 concerten per jaar. Meestal zijn dat concerten rond een thema, waarin plaats is voor onbekend klassiek repertoire.
Tijdens het Biedermeier kerstconcert geeft de dirigent uitleg over deze kunststroming. ,,De naam bestaat uit twee componenten: ‘Bieder’, dat zoiets betekent als ‘braaf en bescheiden’ en ‘Meier’, als een van de meest voorkomende namen in Oostenrijk en Duitsland, zoals Jansen in Nederland. Het was eigenlijk de brave-meneer-Jansen-stijl die een eigen leven ging leiden.”
Kerstboom
De Biedermeier-periode liep van 1814 tot 1848. Vanaf het jaar van het Congres van Wenen (na de Napoleontische oorlogen) tot het eerste revolutiejaar. ,,Biedermeier is een apolitieke stroming en dus heel erg naar binnen gekeerd. Men ging op zoek naar veiligheid en huiselijkheid. In die tijd werd het thuis musiceren belangrijk. Componisten als Schubert en Schumann componeerden veel liederen en andere werken die op één instrument thuis uitgevoerd werden. Kerst kreeg toen een seculiere component: niet meer het kindje Jezus staat centraal maar de kerstboom en de gezelligheid.”
Het familiekerstconcert begint met het eendelige strijkorkestwerk ‘Andante Festivo’ van Sibelius. ,,Ik heb het gevoelsmatig geprogrammeerd omdat het qua kerststemming overkomt. Ik had het idee: mensen komen van de kou naar binnen en krijgen dan een warme ‘muzikale bonbon’ voorgeschoteld.” Een ander werk dat zal klinken is de bekende ‘Strijkersserenade’ van Dvořák. ,,Dit stuk zal een verbinding leggen met de kerstliederen uit die tijd van componisten als Schumann en Schubert.”
Biedermeier
Max Reger heeft van zijn orgelwerk ‘Weihnachten opus 145’ een variatie geschreven voor strijkorkest. ,,Dat wordt een mooie inleiding voor de weinig gehoorde ‘Pastoralmesse’ van Karl Kempter (1819-1871). Deze mis is plaatselijk bekend in Augsburg. Het stuk heeft hele eenvoudige melodieën en is een juweeltje. Zo’n werk dat alleen daar gespeeld wordt op hele kleine orgeltjes in van die Duitse witte rococo-kerkjes. Het kerstlied ‘Stille Nacht’ voeren we zo authentiek mogelijk uit met alleen tenor, bariton en gitaar; ook heel toegankelijk en typisch Biedermeier.”
‘Biedermeier kerst, 200 jaar Stille Nacht’ met het Ciconia Consort o.l.v. Dick van Gasteren. Op donderdag 20 december 2018 uitgevoerd in de Grote Kerk in Naarden. Solisten: Wendeline van Houten (sopraan), Talitha van der Spek (alt), Jean-Léon Klostermann (tenor) en Nanco de Vries (bas-bariton). www.ciconiaconcsort.nl Dit artikel verscheen eerder in de Gooi- en eemlander.
Vind je het een goed artikel? Wil je me steunen? Klik op de Doneer button! Bedankt!

Wishful Sing foto: Merlijn Doomernik
Het a capella damesensemble Wishful Singing wordt vergeleken met de Engelse zanggroep The King’s Singers. Een mooi compliment dat veel zegt over de capaciteiten van dit Nederlandse ensemble. Bekendheid kreeg het ensemble met optredens in televisieprogramma’s als Podium Witteman, Maestro en DWDD. Met Kerstmis in het verschiet verzorgen ze in samenwerking met The Amsterdam Consort een kerstconcerten onder ander in de Grote Kerk in Muiden.
Wishful Singing bestaat uit Indra van de Bilt (eerste alt), Marjolein Stots (tweede alt), Anne-Christine Wemekamp (eerste sopraan), Marjolein Verburg (mezzosopraan) en Maria Goetze (tweede sopraan). Het ensemble is opgericht in 2009. ,,We zongen al eerder met elkaar”, vertelt Maria Goetze. ,, We komen voort uit het Nationaal Jeugdkoor. Wishful Singing is ontstaan tijdens een zeilvakantie. Tijdens die vakantie was er geen wind. En als je niet kunt zeilen ga je je vervelen, dus gingen wij zingen! Na die zeilvakantie traden we een keer op en vervolgens werden we alsmaar ingehuurd voor optredens. We geven veel concerten in kamermuziekseries en treden ook vaak op in het buitenland, vooral Duitsland.”
King Singers
Een a capella ensemble van alleen maar vrouwen valt op in de wereld van klassieke muziek. ,,De vergelijking met The King’s Singers is echt een compliment. Ze zijn een groot voorbeeld voor ons. Ook zij hebben een breed repertoire. Van oude muziek naar modern klassiek tot en met volksmuziek en popmuziek als de Beatles.”
Goetze vertelt dat men soms denkt dat de samenzang van vijf vrouwen alleen maar hoog en etherisch klinkt. “We hebben een groot bereik. Onze lage alt kan heel laag zingen. Voor ons repertoire laten we speciaal muziek componeren of arrangeren. Oude muziek kun je vaak geschikt maken voor onze bezetting door een alt-sopraan-tenor-bas-arrangement een kwart omhoog te transponeren.”
Allen tezamen
Tijdens het kerstconcert in Muiden begeleidt The Amsterdam Consort de zanggroep. Dit ensemble speelt ook instrumentale werken zoals ‘Sonate in ecco’ van Biagio Marini en ‘Sopra la Morte Ferdinand III’ van Johan Heinrich Schmelzer.
,,Dit is niet alleen kamermuziek voor Kerstmis, maar het past wel in de kerstsfeer. Wij hebben twee a capella-blokjes, waarin we onder meer ‘Es ist ein Ros entsprungen’ van Michael Praetorius zingen en van Bach ‘Ich steh an deiner Krippen hier’. ‘Joulun neiet’ van Jussi Chydenius is een Fins kerstlied. Het is een stoer lied dat gaat over Finse kerstheksen. Heel leuk met tongbrekend Fins.
Met begeleiding van het kamermuziekorkest zingt Wishful Singing twee delen uit het ‘Gloria’ van Vivaldi. ,,Dit is waarschijnlijk de oorspronkelijke versie die Vivaldi componeerde voor een meisjeskoor in een weeshuis. In deze versie schreef hij de bas- en tenorpartij een octaaf hoger. Het klinkt heel sprankelend. We eindigen met z’n allen met een compilatie van kerstsongs. Ik zou zeggen: komt allen tezamen!”
Kerstconcert met Wishful Singing en The Amsterdam Consort. Zaterdag 22 december 2018 traden ze op in de Grote Kerk in Muiden voor: www.proefkamermuziek.nl Dit artikel verscheen eerder in de Gooi- en Eemlander.
Vind je het een goed artikel? Wil je me steunen? Klik op de Doneer button! Bedankt!
De veelzijdige actrice en zangeres Anne-Marie Jung kwam in 2016 met haar eerste soloprogramma ‘Exoot’; een komische voorstelling waarin zij verschillende karakters ten tonele voerde. ‘Ram’ is haar tweede voorstelling, wederom met diverse personages en liedjes. Dit keer laat Jung meer van zichzelf zien.
Anne-Marie Jung (1976) staat al 30 jaar in de schijnwerpers en ze kan terugkijken op een veelzijdige carrière. Het tv-publiek zal haar kennen van programma’s als ‘Wie is de mol’ (2012) en, nu te zien op RTL5, ‘Foute vriendinnen’. In de theaters was ze onder meer te zien in de musical ‘Petticoat’ en als leadinglady in de laatste revueshow van André van Duin.
,,Als kind zat ik op ballet en ik vond het altijd heel leuk om met iedereen te praten. Ik was een expressief kind, om niet te zeggen een aandachtsrekkertje.” In 1985 ging ze toneelles volgen bij Jeugdtheater Hofplein in Rotterdam. Haar eerste productie daar heette ‘Meisje loos’ ,,Het voelde heel professioneel. Spelen in een productie met speciaal daarvoor gecomponeerde muziek, een echt decor en volwassen spelers. Mijn eerst en enige tekst was: ‘Boe’. Later speelde ik bij Hofplein in ‘Kruimeltje’ de rol van Buike en brak ik door. Dat was een waanzinnig succes.” Ze wist toen niet beter dan dat ze artiest zou worden en na de havo ging ze op haar negentiende dan ook naar de Kleinkunstacademie.
,,In mijn carrière heb ik verschillende richtingen uitgeprobeerd en onderzocht. Dat ik solo zou gaan zat er al een paar jaar aan te komen. Maar ik twijfelde eraan of zo’n soloprogramma wel kon dragen? Toen ik veertig werd heb ik die angst van me af gezet.” Het materiaal dat ze verzamelde voor zowel ‘Exoot’ als ‘Ram’ komt uit haar persoonlijke leven en dat verpakt ze in haar personages.
,,Er zit dit keer meer een lijntje van mezelf in. Bovendien zijn de personages die door mij bedacht zijn ook een onderdeel van mijzelf. In ‘Ram’ laat ik de maskers vallen van mensen die zich beter voordoen dan ze zijn. Ik ben gefascineerd door Instagram en vooral door influencers en de vloggers. Ik speel een vrouw die een burn-out heeft omdat ze niet meer weet wat ze moet posten. Daar heb ik een heftige parodie op gemaakt. Ik noem haar @superspecialgirl.
Er is ook een personage dat zijn verdriet wegstopt. Zo speel ik een Rotterdamse taxichauffeur die het heeft over zijn all inclusive vakantie met zijn vrouw, maar door net van het onderwerp af te dwalen kom je te weten dat hij zijn vrouw intussen heeft verloren. Zijn eenzaamheid deelt hij met het publiek”. Jung heeft haar voorstelling genoemd naar haar eigen sterrenbeeld, ram. ,,Er zit niet echt een horoscooplijntje in. Ik geloof niet erg in horoscopen maar ik moet toegeven: als ik mijn horoscoop lees, klopt het meestal wel. Ik ben een expressief mens. Flexibel, maar ook standvastig. Ja, ik ben wel blij dat de voorstelling zo heet.”
‘Ram’ van Anne-Marie Jung. Tekstbijdragen: Jurrian van Dongen, Gijs de Lange en Jan Groenteman. Eindregie: Marije Gubbels. www.annemariejung.com
Vind je het een goed artikel? Wil je me steunen? Klik op de Doneer button! Bedankt!
Pianist Nicolas van Poucke heeft een veelzijdige concertpraktijk; van solorecitals tot kamermuziek en concerten met orkest. Deze recitals en concerten geven wat hectiek in zijn leven, maar minstens zo veel energie is hij kwijt aan de voorbereidingen. Bovendien is hij vader van een eenjarig dochtertje en is de tweede op komst. Van Poucke is door de Hilversumse Orkest Vereniging gevraagd om tijdens het najaarsconcert ‘Pianoconcert nrs.3’ van Ludwig van Beethoven te spelen. Een dramatisch stuk.
Nicolas van Poucke (1993) komt uit een muzikale familie. Zijn vader Cyrille was trompettist in de Radio Kamer Filharmonie en zijn zus Ella is een bekende celliste. ,,We maakten thuis allemaal muziek; dat was iets vanzelfsprekends. Zoiets als met z’n allen televisiekijken. Ik was als kind altijd in de veronderstelling dat anderen ook thuis muziek maakten. Toen ik bij vriendjes speelden was ik verbaasd als daar geen piano stond.”
Jan Wijn
Hij was zes jaar toen hij op pianoles ging. Hij bleek talent te hebben en zijn ouders stimuleerden hem meer te studeren. ,,Ik begon echt plezier in pianospelen te krijgen en het muziek maken werd een deel van mijzelf.” Van Poucke volgde al vrij snel jong-talentklassen aan verschillende conservatoria. Op dertienjarige leeftijd maakte hij zijn debuut in het Concertgebouw. Later ging hij studeren bij David Kuyken en Jan Wijn aan het Conservatorium in Amsterdam. Hij won verschillende muziekwedstrijden, waaronder in 2006 zowel het Prinses Christina Concours als het Steinway Internationaal Piano Concours. Inmiddels is hij een graag geziene gast op nationale en internationale concertpodia en treedt hij als kamermusicus veelvuldig op met leden van het Koninklijk Concertgebouworkest.
Collega-pianisten Hannes Minnaar, Thomas Beijer en Caspar Vos hebben ook solo gespeeld bij de Hilversumse Orkest Vereniging (HOV) en toevalligerwijs eveneens gestudeerd bij Jan Wijn. Toch levert één dezelfde docent heel verschillende pianisten af. ,,Jan kijkt heel erg naar de persoon. Iedereen heeft zijn eigen probleempjes met de muziek en hij weet hoe die moeten worden opgelost.” Volgens Van Poucke stopt je vorming als pianist niet na je studie. ,,Ik ben als pianist enorm beïnvloed door verschillende kamermuziekpartners. Ook ben ik gefascineerd door opnames van Cortot, Rachmaninoff, Rubinstein, Toscanini en Mengelberg. Verder ben ik gecoacht door Martha Argerich, Murray Perahia en Alfred Brendel. Van hen heb ik ook veel geleerd.”
Bij de HOV werkt hij samen met een hoogkwalitatief amateurorkest. ,,Ik heb al eerder met soortgelijke gezelschappen gewerkt. De sfeer met zo’n orkest is altijd vriendelijk. Deze mensen spelen voor hun plezier. Je krijgt als solist de kans meer te repeteren, maar het proces is ook langzaam. Zo’n samenwerking is voor mij heel waardevol en ik kan bepaalde werken extra grondig instuderen en in deze setting uitvoeren. Als ik uitgenodigd word om een werk ergens anders te spelen, heb ik het paraat.”
Vader
De jonge pianist is ruim een jaar geleden vader geworden. Zijn vriendin is ook musicus en speelt als violiste in het Concertgebouworkest. Het is niet onmogelijk dat later hun dochter ook de muziek in gaat. ,,Ze heeft genoeg muziek om haar heen. Ik zou haar zeker niet tegenhouden. Muzikant is een mooi beroep, maar je moet er veel voor opzij zetten. Het is geen negen tot vijf baan en het is ook niet voor iedereen geschikt. Het is een moeilijk maar fantastisch leven.
De HOV speelt op het najaarsconcert van Ludwig van Beethoven de ‘Ouverture Egmont, opus 84’ de ‘Symfonie nr. 1, opus 11’ van Felix Mendelssohn en met Van Poucke het ‘Pianoconcert nr.3 in c, opus 37’ ook van Beethoven. Dit werk is in 1800 gecomponeerd. ,,Beethoven heeft meerdere werken in de toonsoort c-klein geschreven zoals zijn ‘Vijfde symfonie’ en ‘Pianosonate Pathetique’. Zijn ‘Pianoconcert nr. 3’ is het enige pianoconcert dat in deze mineur toonsoort staat. Het is een meesterwerk. In het eerste deel verwijst het thema naar een pianoconcert van Mozart die ook in c-klein staat. Het stuk bevat drama, grote gebaren en vitaliteit, en in het laatste deel ook humor.”
Nicolas van Poucke speelde het najaarsconcert bij Hilversumse Orkest Vereniging op 4 november 2018. Dirigent: Paul van der Reijden. Locatie: Morgensterkerk in Hilversum. www.hilversumseorkestvereniging.nl Dit artikel verscheen eerder in de Gooi- en Eemlander
Vind je het een goed artikel? Wil je me steunen? Klik op de Doneer button! Bedankt!
Bariton Robbert Muuse heeft al veel liedrecitals gegeven, de meeste met zijn echtgenote pianiste Micha van Weers. Beide musici vinden het een uitdaging om naast het geijkte repertoire ook onbekende of vergeten werken uit te voeren. Onder de concerttitel ‘Alle Lust will Ewigkeit’ brengt het duo in de Spieghelkerk in Bussum onder meer liederen van Julius Röntgen, Percy Grainger (folksongs), Robert Schumann (‘Andersen lieder’) en Edvard Grieg (‘Opus 48’). Tussen de liederen door vertelt musicoloog Huib Ramaer allerlei wetenswaardigheden over de componisten.
Volgend jaar kennen Robbert Muuse en Micha van Weers elkaar 25 jaar. Hun relatie begon op het conservatorium in Maastricht. Na hun afstuderen vertrokken ze naar Duitsland om als duo les te krijgen in de liedkunst van niemand minder dan muziekdocent Konrad Richter, begeleider van zangers als Hermann Prey en Dietrich Fischer-Dieskau. Van Weers: ,, We hebben drie jaar in Karlsruhe gewoond en ons intensief verdiept in het liedrepertoire. Als je daar woont dan krijg je ook echt het Duitse taalgevoel, wat in je voordeel is voor de interpretatie en uitvoering.”
Julius Röntgen
De levenspartners kennen elkaar door en door wat een voordeel is voor hun professionele samenwerking. ,,Je ontwikkelt een gezamenlijke communicatie in de muziek, maar je moet er ook op bedacht zijn dat die niet een automatisme wordt.” Door telkens op zoek te gaan naar ongewoon repertoire blijft het duo zich vernieuwen. Toen ze toevallig stuitte op enkele liederen van de Duits-Nederlandse componist Julius Röntgen (1855-1935) togen ze naar het Muziekinstituut in Den Haag om meer van zijn werk uit te zoeken.
Muuse: ,,Hier liggen al zijn liederen. Het is heel inspirerend om letterlijk met je handen door Röntgens manuscripten te gaan. Van de 200 liederen die Röntgen heeft gecomponeerd, hebben we een selectie gemaakt en die op cd gezet.”
Percy Grainger
De pianiste vertelt dat Röntgen zijn liederen maar gedeeltelijk heeft uitgegeven. ,,Waarschijnlijk kwam dat door zijn nonchalance. In het liedcircuit was hij heel bekend en begeleidde hij beroemde zangers als de Nederlandse bariton Johannes Messchaert. Tijdens die recitals kwam zijn eigen werk ook aan bod.”
Röntgen was intens bevriend met componisten als Edvard Grieg en Percy Grainger. Grieg kende hij uit zijn studietijd in Leipzig, en die stelde hem in Noorwegen voor aan Percy Grainger. In het concertprogramma ‘Alle Lust will Ewigkeit’ staan deze vriendschappen ook centraal. Muuse: ,,We beginnen met de ‘Andersen Lieder’ van Schumann. Deze liederen zijn gebaseerd op teksten van de sprookjesschrijver Hans Christian Andersen. Röntgen was idolaat van Schumanns werken en hij heeft ook bij Clara Schumann gestudeerd.”
In de serie ‘folksongs’ van Percy Grainger wordt een beroep gedaan op de verbeeldingskracht van de luisteraar. Deze Australische componist liet zich – net als Grieg – beïnvloeden door de natuur. Muuse: ,,Op een keer stopte hij heel brutaal een ploegende boer om te vragen of hij een lied kende en wilde zingen. En die boer jubelde dan een volkslied!” Ook zullen er lyrische liederen klinken uit ‘Opus 48’ van Edvard Grieg; beeldende liederen op tekst van onder meer Heinrich Heine en Johan Wolfgang von Goethe. Van Weers: ,,Uit de ‘Chinesische liederen’ van Röntgen spreekt ook zijn fantasie. Er is een prachtig lied waarin porselein heel subtiel wordt beschreven; die subtiliteit hoor je dan ook weer terug in de pianopartij.”
Anekdotes
Muuse: ,,Musicoloog Huib Ramaer vertelt tijdens het concert met beeldmateriaal allerlei verhalen over die tijd en anekdotes uit het leven van deze componisten. Alles bij elkaar wordt het een heel vermakelijk en onderhoudend concert.”
‘Alle lust will Ewigkeit’ door Robbert Muuse (bariton), Mischa van Weers (piano) en Huib Ramaer (verteller) voor Stichting De kleine zaal om de hoek. Concert vond plaats op vrijdag 19 oktober 2018 in de Spieghelkerk in Bussum. www.dekleinezaalomdehoek.nl Dit artikel verscheen eerder in de Gooi- en Eemlander
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren:

Kirsten van Teijn bestormde in 2013 de cabaretwereld met haar voorstelling ‘Heilloos’ door zowel de jury-, publieks- als persoonlijkheidsprijs op het cabaretfestival in Groningen te winnen. ‘Zalf’ heette haar tweede avondvullende voorstelling en nu komt ze met ‘Nobel’. Daarin vertelt ze, wederom met een combinatie van ongegeneerde grappen en pakkende liedjes, dat iedereen maar mooi weer speelt over hun leuke perfecte leven.
Kirsten van Teijn (1989) komt uit het Noord-Hollandse boerendorp Heiloo. Als kind voerde ze thuis in de huiskamer toneelstukjes op en zong ze liedjes. Op haar twaalfde ging ze naar het jeugdtheater in Heiloo. ,,Gek genoeg was cabaret mij toen nog niet bekend; ik ging er niet met mijn ouders naar toe. Ik kende ook niet veel vormen van theater. Toen ik zeventien was deed ik audities op allerlei theaterscholen, maar ik kwam erachter dat ik kleinkunst het leukst vond.” Ze kwam terecht op de Koningstheateracademie in Den Bosch. ,,Als actrice krijg je een script en dat moet je dan uitvoeren, maar het liefst schrijf ik zelf en voer mijn werk ook zelf uit.”
Amsterdam heeft ook een kleinkunstacademie maar ze koos voor de Koningstheateracademie. ,,Het beviel me daar goed. Ze hebben er kleine klasjes en je werd persoonlijk begeleid in wat je maakte. Er was ruimte voor zelfontplooiing. Je hoefde geen logopedie om je accent weg te werken terwijl dat aan een Amsterdamse opleiding wel gebeurt; je wordt daar echt meteen in een vorm gegooid.”
‘Heilloos’ heette haar eerste avondvullende voorstelling. Critici waren lovend en vergeleken haar met cabaretières als Adèle Bloemendaal en Birgitte Kaandorp. ,,Het is een compliment als je wordt vergeleken met Bloemendaal; zij is ook echt een voorbeeld voor mij.” Van Teijn legt uit dat ze diva’s als Bloemendaal tegenwoordig mist. Cabaretières die een eigenzinnige humor hebben en op het podium een lied met betekenis zingen.” Over haar eigen humor: ,,Ik vertaal grappen van trauma naar kunst. Van hoe probeer je je hoofd boven water te houden. Ik schrijf vooral uit mijn emoties.”
In de cabaretvoorstelling ‘Nobel’ behandelt van Teijn de zogenaamde volmaakte wereld om ons heen die echter meedogenloos laat zien waarin wij tekortschieten. ,,Iedereen lijkt in een perfect plaatje te leven. Je wordt er mee doodgegooid op social media; mooie plaatjes delen. Ik zie het zelfs bij mijn ouders. Mijn moeder heeft een VT-wonen huis, waar alle kussentjes perfect matchen met de kandelaars. Dat beeld dat alles kloppend moet zijn: zo ben ik ook opgevoed.
Nu heb ik net zelf een huis gekocht en leg ik ook alle kussentjes recht. Dan denk ik: Doe normaal zeg!” Hoe vinden je ouders al deze grappen? ,,Ze kennen me goed genoeg en weten dat ik als cabaretier overdrijf.” Over haar vaste begeleider gitarist Leon Sibum. ,,Oh, ja dat mag ook wel eens in de krant. Leon zat op de rockacademie en werden wij aan elkaar gekoppeld voor een muziekproject. Ik maak de teksten en samen de muziek. Hij is echt te gek.”
‘Nobel’ van Kirsten van Teijn. Regie: Jessica Borst. Gitaar: Leon Sibum. www.kirstenvanteijn.nl
Dit artikel verscheen in 2018 eerder in de Gooi- en Eemlander.
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren:
Naarden Vesting heeft sinds mei een nieuw concertpodium erbij gekregen: Bij Andreas. Het gebouw, de voormalige Andreaskerk aan de Turfpoortstraat, is door de Robert F. W. Bruinsma-stichting aangekocht. Deze organisatie ondersteunt jonge musici in hun muzikale ontwikkeling en biedt in Bij Andreas de ruimte concerten te geven en masterclasses te volgen.
Initiator van Bij Andreas is Hankie Bruinsma. Bruinsma komt oorspronkelijk ook uit de Vesting en haar gevoel voor muziek, voor zowel populaire als klassieke muziek kreeg ze van haar ouders mee. ,,Mijn vader was commissaris van de Bachvereniging, van de Matthäus Passion hier in Naarden. Als klein meisje kwam ik daardoor vaak in de Grote Kerk.” Ze verliet Naarden begin jaren zeventig toen ze, als jongste stewardess ooit, op negentiende jarige leeftijd ging werken bij Schreiner Airways en een half jaar later bij Martinair. Deze baan in de lucht combineerde ze later met die van mondhygiëniste.
Dordogne
Ze leerde haar man Robert Bruinsma kennen en samen vertrokken ze naar Frankrijk. ,,In de Dordogne bezaten we een kasteel met landgoed en bijgebouwen. Toen mijn man in 2005 overleed bleef ik het landgoed beheren. Drie jaar later begon ik daar pianoconcerten te organiseren. Dat was puur uit plezier om het landgoed te delen met de omgeving. Daar legde ik al de basis voor Bij Andreas.”
2015 was het jaar dat ze het landgoed verkocht terugkwam naar Nederland. Haar doel is de nalatenschap van haar man voort te zetten. ,,De insteek is: jong muziektalent een podium te bieden en waar nodig is een ruggensteuntje te geven. Ook bieden we een fysieke plek: kom bij ons spelen.”
Over de Andreaskerk vertelt Bruinsma dat die gebouwd is in 1895 door een groep afgescheiden ‘rechtzinnige’ protestanten. In 1969 ontplofte de kachel, wat enorm veel schade veroorzaakte aan het interieur. ,,Het overkoepelende orgaan van de kerk had geen geld om de kerk op te knappen. Overal zat roet. Het orgel was totaal verpest.”
Het orgel werd gesloopt en de kerk transformeerde uiteindelijk tot jeugdhuis voor kerkelijke doeleinden en kreeg de naam Andreashuis. ,,Het werd verhuurd voor feestjes en bijeenkomsten. Jarenlang is dit gebouw met beperkte middelen onderhouden.”
Bösendorfer
In 2015 nam Bruinsma het gebouw over. Het oude linoleum maakte plaats voor parket en vloerverwarming. De grote ramen hebben dubbele beglazing en gordijnen gekregen, het plafond is blauw geschilderd en de muren zijn wit. Een engel, een geschilderd fresco bovenin het koor, kijkt neer op twee vleugels: een Bösendorfer en een Steinway. ,,Met een prachtig team zijn we tweeënhalf jaar bezig geweest. Het gebouw heeft een uplift gekregen. Ja, het was een kostbare onderneming. Ik ben een pietje-precies en ik wil het graag mooi hebben. Ook wil ik het gebouw zeker stellen voor de toekomst.”
In Bij Andreas staan voor het najaar een aantal concerten en masterclasses gepland. Volgend jaar organiseert de stichting een muziekfestival: Het Internationaal Pianofestival Naarden. Waarom specifiek gekozen is voor een pianofestival is omdat Bruinsma zelf erg van pianomuziek houdt en op advies van de welbekende pianodocent Jan Wijn.
,,Via mijn contacten in Frankrijk heb ik hem leren kennen. Hij zit in ons Comité van aanbeveling en is een autoriteit op dit gebied. Er is zo vreselijk veel aanbod op kamermuziekgebied en het is fantastisch dat je juist kunt concentreren op pianomuziek.”
Meer informatie kijk op: www.bijandreas.nl Dit artikel verscheen eerder in de Gooi- en Eemlander.
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren:
In de literatuurgeschiedenis is de schrijver Gerbrandt Adriaensz. Bredero (1585-1618) vooral bekend om zijn komische toneelwerken als ‘De Klucht van de koe’ en ‘Spaansche Brabander’. In zijn tijd echter maakte Bredero in de theaters juist furore met zijn treurspelen. Een daarvan is ‘Lucelle’ (1616); een tragikomedie dat binnenkort in een bewerking door Theater Kwast onder andere in het Muiderslot opgevoerd.
Afgelopen 23 augustus was het precies 400 jaar geleden dat Bredero overleed. Nederlandse literatuurwetenschappers hebben die gelegenheid aangegrepen om de dichter en schrijver van de Gouden Eeuw te herdenken: terugkijken en ook ontdekken. Historici hebben onlangs Bredero’s laatste rustplaats weten te vinden onder ‘The Amsterdam Dungeon’ waar eens de Nieuwezijds kapel stond op het Rokin. Ook verscheen er een biografie ‘De hartenjager, leven, werk en roem van Gerbrandt Adriaensz. Bredero’ (2018) door René van Stipriaan. Daarin beweert deze schrijver dat Bredero door liefdesverdriet weleens zelfmoord zou kunnen hebben gepleegd. Bredero’s lijfspreuk ‘Het kan verkeren’ is hier goed van toepassing.
De Nes
Artistiek leider van Theater Kwast Imre Besanger, zelf historicus, vertelt dat Bredero graag tot de literaire kring van zijn tijdgenoten PC Hooft en Vondel wilde behoren. Maar er was een standsverschil. ,,Die heren kwamen uit gegoede families, terwijl de vader van Bredero schoenmaker was in de Nes in Amsterdam. Hijzelf werd opgeleid tot kunstschilder. Dat moet geen succes geweest zijn want er is geen enkel schilderij van hem overgebleven. Op zijn 25e trad hij naar buiten als dichter. En toen hij op zijn 33e overleed liet hij een groot oeuvre na.” Besanger legt verder uit dat Bredero literair gezien op een ander niveau zat dan de rederijkers. ,,In tegenstelling tot hen schreef Bredero in klare taal over wat het leven was en wat er om hem heen gebeurde. Dat maakte zijn werk toegankelijk.”
De originele titel van het toneelstuk ‘Lucelle’ dat Theater Kwast speelt is ‘Overghesette Lucelle’. ,,Het betekent dat Bredero dit stuk heeft vertaald, gebaseerd op een Franse tekst van de schrijver Le Jars. Het is Bredero’s eerste gepubliceerde stuk en in tegenstelling tot zijn kluchten was deze tragikomedie in zijn tijd in de theaters heel populair. Hij zet in de titel: ‘ik heb het vertaald’, maar dat is echt valse bescheidenheid. Het origineel is heel kort en bovendien heeft hij het stuk geheel naar zijn hand gezet. Bredero heeft er 3000 verzen aan toegevoegd en kluchtige personages als de bedienden Lekkerbeetje en Pannetjevet.”
Volgens Besanger bevat ‘Lucelle’ een Romeo en Julia-lijn. ,,Bredero heeft toen niet naar dat verhaal gekeken. De meeste Hollanders vonden ‘Shakespeare’ destijds te heftig. Dat kwam pas later in de tijd van de Romantiek.” Het verhaal. ,,Lucelle is een rijkeluisdochter waarvan haar vader haar wil uithuwelijken aan een rijke edelman. Zij valt echter voor de charmes van Ascagnes, de luitdocent die op kantoor werkt bij haar vader. Deze liefde is echter gedoemd te mislukken. Het wordt zo ernstig dat haar vader zijn dochter en luitdocent dwingt zelfmoord te plegen; ze kunnen kiezen tussen gifbeker of pistool. Gelukkig eindigt het verhaal als een klucht; alles komt goed.
#MeToo
‘Lucelle’ is een zeventiende-eeuws stuk maar het is zeker ook actueel. ,,Lucelle zet een powervrouw neer die haar lot niet wil laten bepalen door rijke mannen. Ze neemt het lot in eigen hand. Dit wijst vooruit naar de #MeToo-discussie. Daarnaast heeft Ascagnes een verleden: hij is een politiek vluchteling en heeft veel te verliezen als zijn dekmantel bekend wordt.”
Het is stuk is onder meer vormgegeven met kostuums met bijzonder grote kragen. Speciaal gemaakt door Ella Siekman die samen met andere kunstenaressen op dit moment exposeren op het Muiderslot met de tentoonstelling: ‘Gewapend met schoonheid’. Besanger speelt zelf ook een rol in ‘Lucelle’. ,,Ik neem het publiek op sleeptouw en dan ga ik door de vierde wand, dat is iets wat wij bij Kwast vaker doen. Als een zeventiende-eeuws-figuur vertel ik in modern Nederlands waar men zit in de tijd. En inderdaad, moderne en authentieke woorden lopen dan door elkaar en zijn op rijm.”
‘Lucelle’ van G. A. Bredero door Theater Kwast. Cast: Bert Apeldoorn, Jorick Jochims, Marius Bruijn, Imre Besanger, en Merel Hutten. www.stichtingkwast.nl Dit artikel is eerder verschenen in 2018 in de Gooi- en Eemlander.
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren:

Milstein Photo: Marco Borggreve
Er valt veel moois te vertellen over het vioolspel van Maria Milstein. Dit is opvallend zeer intens en lyrisch van karakter. Haar eigen speelstijl leverde Milstein de Nederlandse Muziekprijs 2018 op. Deze onderscheiding heeft haar carrière een enorme boost gegeven. Waardoor haar muziekprojecten en concerten met Nederlandse orkesten terecht meer aandacht krijgen. Met het Jeugdorkest Nederland speelt Milstein in augustus zes keer het ‘Vioolconcert’ van Ludwig van Beethoven, onder andere in Openluchttheater Cabrio Soest.
,,De Nederlandse Muziekprijs is de grootste prijs in Nederland die je als musicus kunt krijgen”, zegt Maria Milstein. ,,Het is een eer, terwijl ik niet eens Nederlands ben. Ik ben geboren in Rusland en in Frankrijk opgegroeid. Pas op mijn op achttiende ben ik in Nederland komen wonen. Ik had mij nooit kunnen indenken dat ik dertien jaar later zulke erkenning zou krijgen. Ik ben iedereen die mij heeft gesteund heel dankbaar en ik ben ervan onder de indruk hoe open de muziekwereld is geweest om iemand van buitenaf zo’n prijs te geven.”
De Nederlandse Muziekprijs geeft haar loopbaan een grote impuls. ,,Ik ga de komende maanden met verschillende orkesten spelen zoals met het Orkest van het Oosten en met het Residentie Orkest. Bij het Radio Filharmonisch Orkest speel ik een nieuw werk; ‘In excelsis’ van componist Alexander Raskatov, een spannend project waarop ik mij verheug.” De violiste noemt ook het project ‘La sonate de Vinteuil’ dat ze in samenwerking met haar zus, pianiste Nathalia heeft geproduceerd. ,,Dit is een muziektheatervoorstelling waarvan de teksten geïnspireerd zijn op de roman van Marcel Proust ‘À la recherche du temps perdu’ dat wij in de theaters gaan brengen.”
Naast al het concerteren doceert Milstein sinds 2014 viool aan het Conservatorium van Amsterdam. Ze heeft zelf een Russische leerschool genoten. Hoe geeft zij les? ,,Een student help je een muziekstuk zo goed mogelijk weer te geven; je probeert hem of haar een boodschap over te laten brengen. Als docent word je constant met jezelf geconfronteerd. Het lesgeven is ook zelf leren. Continu ben je aan het analyseren en sta je op scherp. Sinds ik lesgeef ben ik mij veel meer bewust geworden van mijn eigen spel en presentatie.” Ze vertelt dat zij zelf als leerling vroeger de kennis haast zonder na te denken tot zich nam. ,,Het was achteraf meer van ‘oh, dat bedoelde mijn leraar eigenlijk te zeggen; nu snap ik het pas echt’.”
Milstein geeft haar kennis op een meer bewuste manier door. ,,Als student krijg je de informatie over hoe je moet spelen vaak op een bordje klaar gepresenteerd. Dat werkt op korte termijn goed, maar op lange termijn biedt dat geen perspectief. Uiteindelijk wil iedereen een onafhankelijk musicus worden. Ik zie mijn taak mijn leerlingen bewuste keuzes te laten maken.”
Eind juni heeft ze met het Van Baerle Trio (pianist Hannes Minnaar en cellist Gideon den Herder) alle pianotrio’s van Van Beethoven op cd opgenomen. Met het Jeugdorkest Nederland gaat ze Beethovens ‘Vioolconcert’ spelen. ,,Ik verheug mij erop om met het JON dit fantastische stuk te mogen spelen.” Met een pianist studeert ze het stuk eerst minutieus in.
,,Het moet meteen voor het orkest duidelijk zijn wat ik speel. Het ‘Vioolconcert’ is prachtig. De muziek is puur en toegankelijk, maar niet makkelijk. Er rust wel een verantwoordelijkheid op mijn schouders om het zo mooi mogelijk te spelen. Grote delen van het stuk worden op de hoogste snaar (E-snaar) gespeeld, wat in Beethovens tijd nogal ongebruikelijk was. De noten zelf spelen is niet het moeilijkste. Het is vooral wat voor betekenis geef je aan deze muziek. Dat maakt het zo uitdagend.”
‘Vioolconcert’ L. van Beethoven met violiste Maria Milstein en het Jeugdorkest Nederland o.l.v. Jurjen Hempel. Ander werk: ‘Rapsodie Espagnole’ van M. Ravel en delen uit ‘Romeo en Julia’ van Sergej Prokofjev. Op 8 augustus 2018 speelde Milstein in Openluchttheater Cabrio in Soest. www.mariamilstein.com
Dit artikel is eerder verschenen in 2018 in de Gooi- en Eemlander.
Vind je dit een goed artikel? Wil je mij steunen? Klik op doneren: