Kracht van de eenvoud
- At februari 28, 2021
- By Rudolf
- In Familievoorstelling
- 0
In de peutervoorstelling ‘Pim Pam Paars’ komen vierkante, driehoekige en ronde vormen in basis kleuren tevoorschijn tegen een zwart achterdoek. Het resultaat is grappig mimetheater. Het wordt gemaakt en gespeeld door Suzanne Bakker en Rianne Meboer. Het duo liet zich inspireren door abstracte kunst en het televisieprogramma ‘Tik Tak’.
Beide kunstenaars zijn verbonden aan Theaterstraat, een collectief van theatermakers. Theaterstraat ontwikkelt diverse kunstprojecten voor, over en met mensen uit Amsterdam-Noord. Rianne Meboer is naast actrice ook regisseuse en geeft theaterles op middelbare scholen, onder meer in de Bijlmer. ,,We wilden allebei iets doen met abstracte kunst”, zegt Meboer. ,,Ook wilden we graag een voorstelling maken voor heel jonge kinderen.”
In ‘Pim Pam Paars’ spelen simpele vormen in basic kleuren de hoofdrol. ,,Stel je puur een rood rondje voor dat tevoorschijn komt uit een zwart decor of een blauw vierkant wat ergens vandaan getrokken wordt. Peuters zitten nog in de fase van abstract denken. Die hoeven niet per se een verhaaltje.”
Twee turven hoog
Voor expertise over peutertheater zijn de artiesten een samenwerking aangegaan met het kinderfestival in Almere ‘Twee turven hoog’. ,,We hebben expres in peuterspeelzalen in Amsterdam-Noord gerepeteerd; voor de ogen van onze doelgroep. We hadden toen vragen als: Wanneer ik een geluid maak, vinden ze dat dan überhaupt wel leuk? Kruipen ze niet weg omdat het saai is? Deze doelgroep was heel nieuw voor ons.”
‘Pim Pam Paars’ is geïnspireerd op kunstwerken van moderne schilders als Kazimir Malevitsj en Wassily Kandinsky, en het kinderprogramma ‘Tik Tak’.
,,De vormgeving komt deels voort uit onze eigen liefde voor de kunst van deze schilders. Zij werken met primaire kleuren. Mondriaan doet dat ook, maar die is weer heel rigide; heel strak. Terwijl bij Wassily Kandinsky de schilderijen lijken te bewegen als je ernaar kijkt.”
In de voorstelling spelen Bakker en Meboer ook twee museumbezoekers die kijken naar kunst en doen alsof ze er verstand van hebben. ,,Je maakt een voorstelling als deze voor de kinderen en de ouders. De scène van kijken naar kunst begrijpen ouders heel goed en die vinden dat dan heel komisch. De kleine kinderen vinden de geluiden dat we maken als we naar kunst kijken weer heel grappig.”
Tik Tak
De inspiratie van het programma ‘Tik Tak’ (1981-1991) heeft een andere oorsprong. De Belgische televisiemaker Mil Lenssens zag hoe gebiologeerd zijn peuterkind naar de lottotrekking keek. ,,Hij maakte toen dit programma met korte clipjes afgewisseld met geometrische vormpjes: het Tangram-idee; figuurtjes die telkens iets anders vormen. Vrij eenvoudig in beweging en elementair in vorm. En rustgevend.” Er wordt een vergelijking getrokken met het BBC-kinderprogramma de ‘Teletubbies’. ,,Daar is de zon de zon en kent elke aflevering een verhaallijn; die heeft ‘Tik Tak’ niet. Zo zijn er in ‘Pim Pam Paars’ net als in ‘Tik Tak’ meer scènes die slechts een beweging of een beeld laten zien. Het stelt niet veel voor, maar je kunt daardoor wel je eigen emotie of fantasie gebruiken. Het is ook wetenschappelijk bewezen dat juist abstracte kunst een hele positieve bijdrage heeft op ontwikkeling van jonge kinderen.”
Meboer gelooft in de kracht van de eenvoud. ,,Je kunt ook genieten van simpele vormen en kleuren. Peuters komen al heel vroeg in aanraking met de IPad en ze zien drukke televisieprogramma’s waarin alles snel moet bewegen. Zonder te willen moraliseren durf ik wel te zeggen dat kinderen zo het gevoel verliezen te mogen te vertragen en zich te vervelen. Kinderen mogen rust voelen. Als je je kind niet leert dat het zijn aandacht ook kan vasthouden op iets eenvoudigs, dan lukt dat later ook niet. Het mooie van een theatervoorstelling is dat je niet kan weg zappen, je kunt ons niet uitzetten. Op toneel zijn we er honderd procent voor de kinderen en ouders. Je hoeft dus 45 minuten lang alleen maar te kijken.”
Na afloop van de voorstelling kunnen kinderen op het podium nog spelen met vormen die speciaal voor hen gemaakt zijn. ,,Ze gaan de driehoeken of vierkanten stapelen of verplaatsen. Soms gaan ze er ook op staan! We zijn telkens verbaasd hoe lang kinderen bijvoorbeeld met een vierkant kunnen spelen. Het heeft geen oogjes, het geeft geen licht en het maakt geen geluid. Maar als een kind naar huis moet, dan wil het soms het simpele vierkant bij het weggaan niet loslaten. Wat dat betreft is onze boodschap dan wel geslaagd.”
Peutervoorstelling ‘Pim Pam Paars’. Spel en concept door Suzanne Bakker en Rianne Meboer. Regieadvies: Paul van der Laan en Tjebbe Roelofs. www.vanaf2.nl
Kleine vuurtorenwachter is schaduwen op een tentendoek
De kindervoorstelling ‘De kleine vuurtorenwachter’ speelt zich af in een grote witte tent. De twee jonge acteurs Peter Boven en Mika But brengen een verhaal met schaduwen- en schimmenspel. Het gaat over Sylke die vuurtorenwachter wordt en op zeereis gaat met een walvis. Een vertelvoorstelling voor kinderen over afscheid nemen, liefde en moed.
Mika But (1998) zit in het afstudeerjaar van Artez, de Hogeschool voor de Kunsten in Zwolle. Hij studeert voor theaterdocent en werkt al als professioneel acteur. Hij is geboren in het Friese dorpje Oosterwolde aan de grens met Overijssel. De eerste keer dat de jonge acteur gegrepen werd door toneel was bij de musical in groep acht op de basisschool. Hij had de hoofdrol in de schoolvoorstelling ‘Duff en Cool’, die ging over buitenbeentjes en wel of niet populair zijn. ,,De personages waren een verzameling kippen en hanen”, vertelt Mika But. ,,Een van de hanen, Haantje Duff, is te laat geboren en heeft ook nog eens een slappe hanenkam. Die rol mocht ik spelen en dat was werelds.” But was zelf ook een buitenbeentje. Hij had haar tot over zijn schouders. ,,Als je dan op ballet zit en niet aan voetbal doet dan wordt er op school wel naar je gekeken.”
Artez
Na de middelbare school twijfelde hij of hij wel of niet theater wilde gaan studeren. Er was enige haast bij, want hij zat als student bij de laatste lichting die recht had op een basisbeurs. ,,Ik nam toch een tussenjaar en kwam bij Theatergezelschap Garage TDI in Assen terecht, een avontuur dat mij voorbereidde op een hbo-opleiding theater. Daar is het vlammetje echt hard gaan branden en zo ben ik later bij Artez beland.” Met zijn eigen theatercollectief ‘De mooie meisjes’ maakt hij verteltheatervoorstellingen op locatie. ,,Voorkeur voor een bepaald plek binnen theater heb ik niet echt. Of het nu spelen of regisseren is, beide disciplines dagen mij uit en vind ik prettig om te doen.”
Vorig jaar belandde hij bij theaterbureau Valentijn Productiehuis voor ‘De kleine vuurtorenwachter’. ,,Eerst speelde Sjoerd van Capelleveen en Job Kühlkamp de ‘Vuurtorenwachter’. Die jongens hebben dezelfde opleiding gedaan als ik, zijn ook goede vrienden en Sjoerd is bovendien mijn huisgenoot. Ze kregen het te druk met andere producties en Sjoerd vroeg of ik de voorstelling niet wilde overnemen. Peter Boven en ik hebben toen auditie gedaan en we werden beide aangenomen. Heel gaaf was dat.”
Hoge Noorden
Artistiek leider Elly Bakker heeft het concept bedacht voor ‘De kleine vuurtorenwachter’ en regisseuse Sabine Osinga werkte het uit. ,,De opa van Sylke is een vuurtorenwachter en die komt helaas te overlijden. De jongen wordt dan de nieuwe vuurtorenwachter. Bij een grote storm raakt Sylke op zee en hij probeert een walvis te redden. De walvis neemt hem dan mee naar het hoge noorden zonder dat Sylke precies weet waarom. In het hoge Noorden wacht hem een verrassing. Zijn moeder werkt in een ijssalon en verkoopt ijs aan toeristen die op het eiland komen. Waar zijn vader is, dat is een beetje onduidelijk. De mensen zeggen dat hij is verdronken. Niemand praat erover.”
Sylke is een moedig mannetje, vertelt But. ,,Sylke maakt in een korte tijd een bijzondere ontwikkeling door. Het is niet niks zomaar vuurtorenwachter te worden. Zijn opa, van wie hij zielsveel houdt, komt te overlijden. Doodgaan dat hoort bij het leven.”
Schelpenketting
De voorstelling, waarin veel wordt verteld, is desondanks niet statisch. ,,Op het tentendoek projecteren we op verschillende manieren schaduwen en schimmen. Dat gebeurt heel snel. Er is onder andere accordeonmuziek, die het geheel ondersteunt.” Beide spelers vertolken verschillende rollen. ,,Ik speel de rol van verteller, van opa en van Sylke. Peter speelt de vader en ook hij is soms verteller en ook Sylke. Hoe we dat doen? Als ik zeg: ik ben opa, dan ben ik het. Als Sylke dragen we zichtbaar een schelpenketting. Wanneer iemand de ketting om heeft, dan is diegene Sylke. Als de kinderen aan het einde van de voorstelling naar buiten gaan, krijgen ze allemaal een eigen stukje geluk in de vorm van een schelpje mee. Dan komt er zo’n golf van ontlading van reacties! Erg leuk.”
Een opa die doodgaat, een zeereis met een walvis dat lijkt eng? ,,Er zit een vrij heftige storm dat kan best spannend zijn. Maar jeugdtheater mag spannend zijn. Het wordt anders als het echt eng is. Maar waar kinderen op het puntje van hun stoel zitten en meegaan in het verhaal, dan is deze voorstelling niet eng.”
‘De kleine vuurtorenwachter’ 4+. Door Peter Boven en Mika But. Regie: Sabine Osinga. Idee: Elly Bakker. Producent: Valentijn Productiehuis. www.valentijn-productiehuis.nl
Viride Kwartet is krachtig en jeugdig
- At februari 25, 2021
- By Rudolf
- In Klassieke muziek
- 0
Jong en veelbelovend is het Viride Kwartet. Het bestaat nog geen twee jaar maar heeft alle potentie om zich te ontwikkelen tot een toonaangevend kamermuziekensemble. In 2018 behaalde het Viride Kwartet de tweede prijs op het Prinses Christina Concours en daarna werd hen een beurs toegekend uit het Kersjesfonds. Ze traden al op bij Podium Witteman.
De leden van het Viride Kwartet kennen elkaar van de School voor Jong Talent van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Het bestaat uit Salomé Bonnema (2001) en Iris Kengen (2000) op viool, Sedna Heitzman (2000) op altviool en cellist Jurre Koopmans (2002). De violistes en de altvioliste zitten in het eerste jaar van het Haags conservatorium. In de talentenklas kregen ze les van Koosje van Haeringen. Koopmans zit in zijn examenjaar op de havo en krijgt celloles van Lucia Swarts.
Prinses Christina Concours
Iris Kengen vertelt enthousiast dat zij en Bonnema in de talentenklas al graag kwartet wilden spelen en op zoek waren naar een altviolist en cellist. ,,Het was niet iets vast,” zegt de negentienjarige violiste. ,,Maar we kwamen erachter dat kwartetspelen erg leuk was. Eens per week kwamen we bij elkaar en zo nu en dan hadden we een concertje voor school, maar niet heel erg serieus.” Het ensemble kreeg echt vorm toen het ergens naar toe wilde werken. ,,We schreven ons in voor het Prinses Christina Concours met als insteek: waarom niet? We gingen ons voorbereiden en harder repeteren op het stuk dat we wilden spelen.”
Het kwartet moest een naam krijgen. ,,Dat was moeilijk. Je zoekt iets wat je gemeenschappelijk hebt: een plek van een ontmoeting bijvoorbeeld maar die was er niet echt. In een melige bui zagen we dat we dezelfde groene ogen hebben. En groen in het latijn is Viride, wat bovendien ook nog ‘krachtig en jeugdig’ betekent.”
Door het winnen van de tweede prijs op het Prinses Christina Concours kwam er meer aandacht en werd het kwartet gevraagd voor concerten. Met het ontvangen van de ‘Kersjesprijs’ werd het kwartet professioneel erkend. ,,We hebben veel te danken aan deze beurs. Kijk, in de talentenklas en op het conservatorium heb je nauwelijks kamermuzieklessen, die bovendien uit eigen zak vaak moeilijk te betalen zijn. Maar nu hebben we twee zomercursussen kunnen doen op het Orlando festival, en een op de Zeister muziekdagen.” Ze werden gecoacht door het Matagni Kwartet en het Dudok Kwartet. ,,Wat je dan leert is ontzettend breed. Het ‘Dudok’ leerde ons een hoop over muziektheorie en hoe je samen dingen instudeert. Ze deelden ook hun eigen ervaringen: over hoe zij dingen regelen en zelfs over wat te doen met ruzies binnen een kwartet.”
Koosje van Haeringen
Bonnema krijgt vioolles van Vera Beths, viooldocente Ilona Sie Dhian Ho doceert Heitzman en Kengen krijgt les van Peter Brunt. Is het voor een kwartet lastig of juist prettig als je les hebt van verschillende viooldocenten? ,,We zaten allemaal al bij Koosje van Haeringen die ons de basistechnieken heeft aangeleerd. Maar verschillende docenten is juist fijn. Je krijgt verschillende invalshoeken. Daardoor leer je extra van elkaar.”
Wat gaat de toekomst dit kwartet brengen? ,,We werken heel hard en we zijn net begonnen aan onze studie en weten niet precies wat de toekomst brengt. Belangrijk is dat je je niet vastlegt op een ding. Je weet nooit hoe het gaat lopen. Dus nu is het met ons kwartet Go with flow. Zo lang het goed gaat, is het leuk.” In 2019 trad het Viride Kwartet op in het Jagthuis in Nederhorst den Berg. www.viridekwartet.nl
Panfluiter Matthijs Koene maakt autonoom repertoire
- At februari 23, 2021
- By Rudolf
- In Klassieke muziek
- 0
Matthijs Koene wordt panfluiter des vaderlands genoemd. Een geuzennaam. Koene heeft al jaren een missie: de panfluit als autonoom instrument te introduceren in de klassieke muziekwereld. Dat is goed gelukt. Met het Duo Mares (accordeon en altviool) is hij te beluisteren met bewerkingen van muziek van onder anderen Bach en Piazolla.
Panfluitmuziek heeft het label ‘wereldmuziek’ aan zich kleven, met als grote voorbeeld de bekende Roemeen Gheorghe Zamfir. ,,Nog steeds weet een overgroot deel van de mensen niet dat het instrument nog meer kan dan folkloremuziek of commerciële muziek te laten klinken”, zegt Matthijs Koene (1977).”
Plaatje van een panfluit
De liefde voor dit blaasinstrument ontstond bij Koene al vroeg. ,,Mijn ouders wilde dat ik een muziekinstrument ging bespelen. We hadden thuis een orgel staan en kreeg ik orgelles. Maar na zoveel lessen vond ik het niet leuk. Ik mocht een ander muziekinstrument kiezen en van een plaatje koos ik de panfluit. Het was puur visuele aantrekkingskracht. Toevallig werd er juist op de muziekschool een cursus panfluit aangeboden en die ben ik gaan volgen. Ik was zeven jaar. Na mijn eerste les was ik meteen verliefd en ik speelde van ’s ochtend vroeg tot ’s avonds laat.”
Op de muziekschool kreeg hij panfluitles van een dwarsfluitistdocent. Het was vanzelfsprekend dat hij panfluit zou gaan studeren. ,,Aan het Conservatorium in Hilversum werd een studie panfluit gegeven door Nicolai Pirvu van wie ik vanaf mijn dertiende al les had.” Hij kreeg daar tot zijn teleurstelling alleen maar wereldmuziekcomposities te spelen. ,,Ik was als klein jochie ook gek van klassieke muziek. Dan kom je op het conservatorium en wil je graag klassieke muziek spelen maar dat kon niet, want er bestond eenvoudigweg geen klassieke muziek voor panfluit. En niemand zat daarop te wachten. Dat was lastig. Ik moest dus zorgen dat er autonoom repertoire voor dit instrument zou komen.”
300 panfluitcomposities
Dat is hem gelukt. Er zijn intussen bijna 300 composities voor panfluit op verschillende concertpodia in première gegaan. Hedendaagse componisten zoals Theo Loevendie, Daan Manneke, Chiel Meijering, Klas Torstensson en Ron Ford schreven stukken voor hem. Het leverde heb de titel ‘panfluiter des vaderlands’ op. Na zijn cum laude afstuderen in 2001 aan het Conservatorium van Amsterdam geeft hij sinds 2005 zelf les aan deze muziekopleiding.
De panfluiter gaat dieper in op de magie van dit instrument. ,,Wat ik aantrekkelijk vind aan de panfluit is de klank, de flexibiliteit en de vanzelfsprekende kracht ervan.” Hij maakt een verschil tussen de panfluit en de traditionele dwarsfluit. ,,Een panfluit heeft voor elke toon een aparte buis. Het voordeel hiervan is, dat iedere pijp een ideale omstandigheid creëert aan klank vanwege lengte en de breedte van een buis. Een dwarsfluit daarentegen heeft kleppen voor toonhoogteverschillen en daar kun je meer doen met articulaties. In een ademstroom kun je allerlei noten aan elkaar plakken en intervallen spelen. Bij een panfluit is dat ondenkbaar want dan moet je telkens tussendoor de luchtstroom stoppen. Je moet ook voor een hoge naar een lage noot over het hele instrument springen.”
Duo Mares
Hij vertelt verder dat barokmuziek uitgelezen repertoire is om te bewerken voor panfluit. ,,Barok heeft thematisch kortere bouwstenen. Romantiek heeft langere thema’s en die kun je wel met allerlei omwegen spelen, maar je raakt dan wel verwijderd van het origineel.” Koene speelt veel samen met Duo Mares: Esra Pehlivanli op altviool en Marko Kassl op accordeon. ,,We doen trio’s en duo’s en heel veel Bach. Wat ik mooi vind van Bach is onder andere zijn ‘Nun komm’ der Heiden Heiland’ maar ook de sonate BMW 1035 dat ik speel met accordeon; dat is ontzettend gaaf.” Van Astor Piazolla klinkt ‘Ave Maria’ en spelen ze met z’n drieën ‘l’Histoire du tango’ (1986). ,,De harmonieën hierin zijn heerlijk en het heeft aangrijpende thema’s. Zijn muziek zit muzikaal ingenieus goed in elkaar. En het is leuk om te spelen.” www.matthijskoene.nl
Tangomuziek van Bachs Partita
- At februari 23, 2021
- By Rudolf
- In Ballet, Klassieke muziek
- 0
Puristen zullen de wenkbrauwen fronsen bij het zien en horen van de uitzonderlijke combinatie: tangodans op de muziek van Bach. Maar het kan! In de muziektheatervoorstelling ‘Partita’ van muziekgezelschap Musica Extrema en het Internationaal Dans Theater worden onder meer twee bewerkte ‘Partita’s’ van Bach samengevoegd met tango door danskoppel Dominquez.
Artistiek leidster en violiste Tanya Schaap van Musica Extrema weet als geen ander dat tangomuziek verbindt. Ze studeerde klassiek viool aan het Schweelinck Conservatorium in Amsterdam en vervolgens wereldmuziek aan het Conservatorium in Rotterdam. Daar kwam ze ook in aanraking met de Argentijnse tango. Deze mix van krachtige muziek, sensuele dans en gepassioneerde poëzie is ontstaan aan het eind van de negentiende eeuw in de sloppenwijken aan de oevers van de Rio de la Plata in Buenos Aires. Nakomelingen van zwarte slaven mengden hun muziek en dans met die van de seizoenarbeiders en immigranten uit Europa.
Astor Piazolla
,,Ik kreeg op een dag een cassettebandje van Argentijnse muziek en ik was meteen verkocht”, zegt Tanya Schaap. ,,Piazolla kende ik al, maar ik wilde meer tangomuziek horen. Ik ging het verzamelen en dat doe ik nog steeds. Ik ben zelfs naar Argentinië gegaan om tango te studeren bij Fernando Suarez Paz, de eerste violist van het ensemble van Astor Piazolla.”
Een en ander leidde ertoe dat Schaap in 2003 de groep Tango Extremo oprichtte. ,,Al die tijd timmeren wij hard aan de weg. Vanaf 2010 verbreedden wij ons repertoire en veranderden we onze naam in Musica Extrema.” De violiste heeft in samenwerking met het Internationaal Dans Theater meerdere voorstellingen geproduceerd: ‘Tango Mania’ en Tin Pan Alley Parade’; een voorstelling over dansen en muziek uit de jaren twintig.
Jan Rot
,,Het IDT, voorheen Folkloristisch Danstheater, ken ik uit mijn jeugd. Prachtig vond ik de dansen met meisjes in dezelfde kostuums die dan in rijen allemaal gelijk dansen. Dat wilde ik als klein meisje ook graag doen.” Via Jan Rot is ze in contact gekomen met de muziek van Johann Sebastian Bach. Rot heeft Bachs Matthäus Passion hertaald onder de titel ‘Mattheus Passie’. ,,Voor de vijfde keer brengen we zijn ‘Mattheus’. De muziek is helemaal gearrangeerd naar tango en Zuid-Amerikaanse muziek. Er komt altijd een vast publiek op af.”
Voor ‘Partita’ heeft de Duitse componist en musicus Hans Christian Jaenicke twee tango’s geschreven in de stijl van de Bach partita’s. ,,Choreografe Neel Verdoorn kwam met het idee om alleen twee partita’s van Bach te doen met twee dansers. Dat vond ik te eenzijdig en alleen maar vioolsolo te spelen is te intensief. Ik heb er nu zelf een draai aan gegeven.”
Ze vormt samen met pianist Marc Bischoff en Sandor Kem op contrabas een trio. ,,Ik speel wel delen uit de ‘Partita’s’ van Bach maar ook andere stukken van Bach en ook muziek van Händel. Bach was immers een enorme liefhebber van Händels muziek. Tussen de dansen door vertel ik allemaal leuke anekdotes over Bach. Niet de geijkte verhalen, maar dat hij bijvoorbeeld blind werd door een verkeerde behandeling door een oogarts.”
Acrobatiek
Schaap vertelt dat de dansers, het uit Brussel afkomstige koppel Monik en Dante Dominguez, zelf de tangodansen hebben ontworpen. ,,Ze zijn rond de veertig en het is een grappig stel. Ze volgen niet slaafs de voorgeschreven choreografieën, maar vullen zelf ook dingen in. Het zijn dansen waarin zij elkaar aantrekken en afstoten. Zij loopt dan weg en hij gaat er achteraan. Je ziet dus tango, maar ze doen ook aan acrobatiek. Heel erg uitgesproken.”
Wat zullen muziekpuristen van ‘Partita’ vinden? ,,Deze voorstelling is een mooi voorbeeld van ‘out off the box denken’. Dat had ik zelf ook met de ‘Mattheus Passie’ van Jan Rot. Maar ik voel toch een noodzaak om deze muziek op een andere manier te brengen omdat mensen het dat erg leuk vinden. Het is een kruisbestuiving van verschillende disciplines, maar daar pikt iedere kunst- en cultuurliefhebber wel wat van mee. Bovendien is het een leuke aanvulling op het culturele aanbod, zo’n eigenzinnige muziektheatervoorstelling.”
‘Partita’ door Musica Extrema en het Internationaal Dans Theater. www.musicaextrema.nl
James Oesi een exotische contrabassist
- At februari 22, 2021
- By Rudolf
- In Klassieke muziek
- 0
Met zijn lange donkere krullen en contrabas is James Oesi een opvallende verschijning in de klassieke muziekwereld. Maar achter zijn oog springend uiterlijk schuilt een groot muziektalent. In 2012 behaalde hij zijn masterdiploma aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag met als eindcijfer een tien met onderscheiding. Hij is een graag geziene gast in televisieprogramma’s als ‘Podium Witteman’ en ‘Vrije vogels’ en een veelgevraagd orkest- en ensemble lid. Met zijn contrabas, in 1872 gemaakt door Giuseppe Baldantoni, treedt hij veelvuldig op als solist.
Wesi
De achternaam van James Oesi (1988) spreek je uit als Wesi. Het is een zeldzame Afrikaans familienaam. Zijn donkere vader is geboren in Zuid-Afrika en groeide op in London vanwege de apartheid. James’ moeder komt uit Australië. Het stel ontmoette elkaar in Parijs. Zelf is James Oesi geboren in Londen en toen hij twee jaar was verhuisden hij en zijn familie naar Johannesburg.
Toen hij vijf jaar was kregen zijn ouders op de basisschool te horen dat hij een muziektalent was en een instrument moest gaan bespelen. ,,Het was niet gek dat ik viool en piano ging spelen”, zegt James Oesi. ,,Mijn vader speelde ook al jong piano en viool. Het was mijn oma die een viool voor me kocht.” De pianolessen boeiden hem niet zo, maar de viool des te meer. ,,Elke dag studeerde ik wel viool. Ik was verliefd op het instrument.”
Poster
Toch ruilde hij de viool in voor de contrabas. ,,Voor mij was het geen bijzondere keuze om violist te worden. In de strijkersklas zat maar een cellist en verder waren er tien violisten. Dat was beetje saai.” Oesi vertelt dat zijn keuze voor de contrabas kwam van een poster van muziekinstrumenten, die hij op school zag hangen. ,,Ik was toen twaalf. Het leek mij een exotische keuze. Dat ging ik leren.”
Hij was pas zestien toen hij in 2005 met verschillende studiebeurzen ging studeren aan het Tsjaikovski Conservatorium in Moskou. ,,Het was een grote beslissing. Ik was een van de weinige contrabassisten in Zuid-Afrika, maar ik wilde verder. Als ik echt de Yo-Yo Ma op contrabas wilde zijn dan had ik heel wat in te halen. In Rusland kon ik op hoger niveau komen en steengoede techniek en discipline leren.”
Zijn verblijf in Moskou was niet makkelijk. ,,Ik verbleef in een studentenhuis en het stereotype over Rusland, dat het leven zwaar is en soms depressief, dat klopte wel.” In 2009 kwam hij naar Nederland en studeerde hij af bij Quirijn van Regteren Altena aan het Haags Conservatorium.
Komisch effect
Een concertprogramma wat hij graag speelt is met de ‘Suites’ van Bach, ‘Bass trip’ van Letse componist Pēteris Vasks en ‘Failing’ van de Amerikaanse Tom Johnson. ,,‘Bass trip’ (2003) is een lyrische stuk en heeft een melancholische sfeer die ik heel mooi vind. Aan het eind van het stuk moet de basspeler zingen. Dat komt uit het niets en is heel grappig en uitdagend. Dit stuk past in de canon voor contrabas-repertoire.” Over ‘Failing’ (1976) zegt Oesi. ,,Tijdens het spelen omschrijf je wat je aan het doen bent. Je praat over wat je speelt. Dat geeft een enorm komisch effect.”
www.jamesoesi.com