Met ‘Chapter One’ geeft Marieke Koopman eerbetoon grootvader
- At juli 11, 2022
- By Rudolf
- In jazz, Klassieke muziek, Overigen
- 0
Theatermaker en zangeres Marieke Koopman wist in lockdown haar droom te realiseren: het uitbrengen van een swingjazz-cd met de titel ‘Chapter ONE’. Het is een eerbetoon aan haar grootvader die jazzmusicus was. De vader van Marieke: Bachspecialist Ton Koopman speelt mee op dit debuutalbum met het nummer ‘Someone to watch over me’.
Marieke Koopman groeide op in Bussum met twee barokmusici als ouders: klavecinist Tini Mathot en dirigent Ton Koopman. Bach was standaard huismuziek. In eerste instantie koos Marieke dan ook voor de klassieke muziek. ,,Op mijn zestiende heb ik een half jaar lang de vooropleiding zang gevolgd aan het conservatorium”, zegt Marieke. ,,Maar hoe prachtig ik barokmuziek ook vind om te beluisteren, als zangeres kan ik er niet mijn ei in kwijt.” Ze vertelt dat ze al jong de jazz ontdekte, en graag naar jazz-optredens ging, vooral als erbij gezongen werd. Haar lievelingsgenre werd swingjazz en bigband. Na de middelbare school studeerde Marieke pedagogiek en deed ze de Trap theateropleiding. Ze studeerde jazz-zang onder andere bij Astrid Seriese en Deborah J. Carter.
,,Tien jaar geleden vertelde mijn vader in een interview dat mijn opa jazzdrummer was. Ik begreep toen meteen waarom ik zo van jazz houd; het zat dus blijkbaar in mijn genen! Dat was een fantastische ontdekking.”
Ton Koopman: ,,Mijn vader verdiende als jazzmusicus met het spelen op bruiloften en partijen wat geld. Met klassieke muziek hield hij zich slechts zijdelings bezig. In Zwolle speelde hij slagwerk in een amateursymfonieorkest, maar hij kon geen noot lezen. Wagner en Beethoven waren de grote componisten voor hem. Ik had niet veel met jazz. Wel genoot ik als ik hem zag musiceren: hoe hij met enorm plezier op kon gaan in deze muziek.”
Kruidenierswinkeltje
In Zwolle had de familie Koopman een klein kruidenierswinkeltje. ,,Mijn vader liet dat aan mijn moeder over. Zij was een intelligente vrouw die de mensen in de winkel ook raad gaf. Maar toen mijn moeder MS kreeg, moest mijn vader het werk van haar overnemen. Hij moest zijn optredens minimaliseren en uiteindelijk opgeven; iets waar hij wel moeite mee had. Hij was ook een beetje jaloers dat het mij wel lukte om in de muziek carrière te maken; dat de sterren voor mij beter stonden. Marieke heeft zelden wat gehoord van wat mijn vader deed.” Marieke: ,,Hij was een stille man; waarvan ik dacht dat hij niet van muziek hield.”
Het debuutalbum ‘Chapter ONE’ van Marieke Koopman bestaat uit klassiekers uit het swingjazz-repertoire van de jaren dertig en veertig. Hoe heeft ze de lijst samengesteld? ,,Voor mij ligt de verbindende link in het verhaal van mijn opa. Hij heeft zijn muzieksmaak net als ik ontwikkeld in de puberteit. Opa speelde de muziek die voor film en musical is geschreven. Muziek van onder meer Cole Porter en George Gershwin. Dat gegeven wilde ik gebruiken.”
Sinds 2013 maken vader en dochter Koopman en het Amsterdam Baroque Orchestra muzikale familievoorstellingen. Marieke: ,,Inmiddels zijn wij vier voorstellingen verder. We toerden door heel Europa. Als we een voorstelling maken dan zitten we elk met onze eigen expertise rondom de tafel. Soms hebben we heerlijke discussies. Ik ben zelf visueel ingesteld en mijn vader juist muzikaal. Dan gaat het over de vraag of een muziekstuk niet iets korter kan, zodat de scène niet te lang gaat duren.”
Someone to watch over me
Buiten zijn comfortzone, begeleidt de barokdirigent op klavecimbel de song ‘Someone to watch over me’. Marieke: ,,Ik kon niet van hem verwachten dat hij jazz ging spelen.” Haar vader: ,,In het begin vond ze dat ik het echt anders moest spelen. Daar was ze heel streng in. Ik had geen idee. Naderhand zei ik: als je het niet goed vindt, dan komt het niet op de cd.”
In dit cross-over nummer worden jazz en barokmuziek samengebracht. ,,Deze twee muziekstijlen vinden elkaar in hun vrijheid van ritme”, laat de zangeres weten. ,,Ritme is de basis van een lied. Heb je dat gevonden dan kun je daar verder mee aan de slag. In melodie en harmonie. ‘Someone to watch over me’ bezingt een liefdesrelatie, maar in mijn geval gaat het over de twee mannen die over mij waken: mijn vader en grootvader.”
‘Chapter ONE’ van Marieke Koopman komt uit op 7 mei 2020 bij Channel Records International. www.mariekekoopman.nl
Jubileumconcert dirigent Bert Moll heeft een Bijbelse boodschap
- At augustus 02, 2019
- By Rudolf
- In Klassieke muziek
- 0
Afgeladen vol was de Grote Kerk zaterdagmiddag in Naarden. Bert Moll (1955), een instituut in christelijk korenland, vierde zijn veertigjarig jubileum als dirigent met een imposant jubileumconcert. Het werd een feestelijke kerkdienst met drie van zijn koren, begeleid door het Groot Nationaal Strijkorkest.
Moll was 22 jaar jong toen hij zijn dirigentencarrière begon bij Chr. Koorvereniging Deo Juvante in Huizen. Eind dit jaar neemt hij afscheid van dit koor. Hij wil het rustiger aan gaan doen. Want naast het Huizer koor van 110 leden leidt hij ook het Chr. Mannenkoor in Lelystad, het Urker Mannenkoor ‘Hallellujah’ en het Chr. Mannenkoor Con Forza in Woerden. Laatstgenoemd koor was overigens zaterdag niet aanwezig.
Deo Juvante heeft als belangrijkste doel de Bijbelse boodschap zingend uit te dragen. Zaterdag waren de meeste gezongen werken dan ook christelijke liederen. Tot twee keer toe werd er gebeden en net zo vaak waren er momenten van stichtelijke samenzang.
Willemijn de Munnik
Deo Juvante heeft een fraai evenwichtig koorgeluid. Een lied als ‘Heer, U kent mij’ werd krachtig gezongen. En je zag hoe oplettend het koor naar de dirigent keek en hem duidelijk volgde. Het Mannenkoor uit Lelystad had een moeilijke start. Het stond achterin de kerk, niet zichtbaar voor het publiek, en zong ‘O bone Jesu’ (Palestrina) niet geheel zuiver.
Sopraan Willemijn de Munnik, een protegee van Moll, maakte veel goed. Weliswaar is haar uitstraling ietwat statig; haar stemgeluid is opvallend helder. In het loflied ‘My Tribute’ smolt haar sopraangeluid prachtig samen met dat van de violen.
Het Urker Mannenkoor Halleluja zong eerst ook onzichtbaar achterin de kerk. Daar vandaan klonk met volle geloofsovertuiging ‘Vaste Rots’. Een lied dat nauwkeurig met allerlei accenten, en gedragen, werd gezongen. Het leverde kippenvel op. Even later stonden deze stoere merendeels jonge Urkers in klederdracht voor Deo Juvante opgesteld. Samen met De Munnik brachten ze ‘Die Allmacht’ van Schubert. Moll zweepte koor en orkest op tot een akoestisch hoogtepunt.
Hank Williams
Daarnaast klonken er niet alleen maar serieuze christelijke liederen; er vielen ook luchtige songs te genieten. Zoals ‘Wait for the light to shine’ van Hank Williams dat door drie koren, met refrein-herhalingen en modulaties, vrolijk werd gezongen. Tussen al die muziekwerken door werden er toespraken gehouden voor Moll met anekdotes en liefdevolle wensen.
Moll kreeg allerlei cadeaus zoals twee beeldjes, een schilderij, een jubileumboek en de Huizer insigne uitgereikt door wethouder Gerrit Pas. Een oorkonde voor zijn waardevolle bijdrage aan de christelijk cultuurgemeenschap in Huizen. Enigszins verlegen met de situatie nam hij alle loftuitingen in ontvangst. Bij de laatste samenzang ging het publiek staan en zong ‘Halleluja, eeuwig dank en ere…’.
Jubileumconcert Bert Moll, 40 jaar dirigent. Bijgewoond: 30 september 2017, Grote kerk Naarden. www.deojuvante.nl D
Interview dirigent Jan Stulen
- At augustus 01, 2019
- By Rudolf
- In Klassieke muziek
- 0
Begin juli 2016 vond de eerste Young Conductors Award in Nederland plaats. Dit dirigentenconcours werd gewonnen door de 22-jarige Kent Moussault. De YCA is opgezet naar een idee van de bekende dirigent Jan Stulen. Het doel is, jonge dirigenten werkervaring met orkest op te laten doen door deelname aan een masterclass in combinatie met een wedstrijd.
Vier Rotaryclubs uit het Gooi richtten anderhalf jaar geleden de Stichting Hilversum Muziek Concours op om dit dirigentenconcours te organiseren. Omdat veel orkesten zijn wegbezuinigd krijgen aankomende dirigenten weinig gelegenheid hun kunnen te demonstreren met een professioneel orkest. De YCA biedt dirigenten een podium.
Jan Stulen heeft als beginnend dirigent nooit last gehad van een gebrek aan orkesten. Van 1960 tot 1964 studeerde hij samen met Edo de Waart en Hans Vonk orkestdirectie aan het conservatorium; ze waren de enige drie. ,,Het was niet moeilijk om aan de slag te komen. Ik leerde het vak in Duitsland. Ik ging als pianist en repetitor werken bij het operahuis in het Duitse Münster. Op een gegeven moment ging je dan een opera leiden die al een tijdje liep. Maar nu zijn er minder orkesten en meer dirigenten. Die markt hangt volkomen scheef.”
Metropole Orkest
Ook voor de Young Conductors Award meldden zich veel aankomende dirigenten aan. ,,Er waren 24 aanmeldingen. Deelnemers moesten minimaal een orkestdirectie- of harmoniefanfare-directie-diploma op zak hebben of tenminste de studie bijna te hebben afgerond. Zeventien deelnemers werden uitgenodigd voor de proefdirectie, daar bleven er zeven van over en op het laatst twee finalisten.” Tijdens het concours stonden de dirigenten op de bok voor het Metropole Orkest (licht symfonische muziek), het Amersfoorts Jeugd Orkest (symfonische muziek), KMK Johan Willem Friso (originele blaasmuziek) en L’Orchestra Particolare (opera en operette).
,,De jury keek naar de slagtechniek van een dirigent, hoe je een orkest bijvoorbeeld laat inzetten en stoppen. Daarnaast werd er gelet op de communicatieve eigenschappen van een dirigent. Hoe weet de dirigent zijn muzikale ideeën over te brengen.”
Tijdens de masterclasses vonden de deelnemers de recitatieven van de opera-aria’s het lastigst om te dirigeren. ,,Recitatieven gaan ook altijd heel vrij in voordracht en zitten vol tempowisselingen. Het blijkt ook dat dit onderdeel op de conservatoria het minst wordt gedoceerd. Wij hebben ze daar urenlang scholing in gegeven voordat ze werden losgelaten op de orkesten.”
Concertgebouworkest
De verschillen tussen de kandidaten waren minimaal. De belofte tot ontwikkeling onderscheidde de jonge Moussault van zijn opponent, de 31-jarige Leonard Kwon. ,,Moussault is nog heel jong en kan zich verder ontwikkelen en meer leren.” Maar met een dirigentenconcours krijg je niet meer orkesten! Hoe nu verder? ,,Als je begint met dirigeren hoop je voor het Concertgebouworkest te eindigen maar dat lukt bijna niemand. Maar Godzijdank hebben wij een grote amateurmuziekcultuur. Veel dirigenten komen voor de betere amateursymfonieorkesten te staan.
En soms moet je ook geluk hebben. Dat je opeens moet invallen voor een dirigent die ziek is. Ook is het belangrijk dat je goede contacten weet te leggen en dat je een impresario hebt die je wil helpen met engagementen. Wat het concours betreft is het wel de bedoeling dat er een vervolg komt. Eerst maar even het stof van het eerste laten neerdalen.”
Voor terugblik: www.hilversum-muziek-concours.nl